college 1 Flashcards
niveaus van neuropsychologie
moleculaire neurowetenschap, neuronen, neurale netwerken, functionele gebieden, gedrag
dorsaal aanzicht
van bovenaf
ventraal aanzicht
van onderaf
wat doen neuronen?
informatieverwerking, communicatie, informatie gaat altijd 1 kant op
waar bestaat het centrale zenuwstelsel uit?
brein en ruggenmerg
waar bestaat het perifere zenuwstelsel uit?
kopzenuwen, spinale zenuwen, sympathische en parasympatische zenuwen
wat doen gliacellen?
zorgen voor stevigheid, conductie: myeline = geleiden van signalen, hygiene: opruimen dode cellen + neurotransmitters, bescherming bloed-brein barrière, voeding, helpen neuronen goed te functioneren
semipermeabel
kleine stofjes kunnen er door heen, grotere moleculen hebben transport nodig
efferent
er van af (motorisch)
afferent
komt aan (sensorisch)
interneuronen
middle man, axon en dendrieten liggen in een enkele structuur
interneuronen
middle man, axon en dendrieten liggen in een enkele structuur
purkinje cellen
bevinden in cerebellum
soorten cellen in het CNS
enpydymal cells, oligodendrocytes, astrocytes, microglia
soorten cellen in het PNS
satellite cells, Schwann cells
(vroege) progressieve multiple sclerose (MS)
ongemyleniseerd –> doet heel lang over signalen doorgeven
wat is een astrocyt?
een gewone gliacel, speelt grotere rol –> zorgt ervoor dat alle neuronen tegelijk vuren (synchroniseert), heeft ook invloed cognitieve functies
wat doet de bloed-brein barrière
beschermt CNS tegen vreemde organismen en chemische substanties, regulatie hersenmetabolisme
wat zijn de voordelen van de bloed-brein barrière
houdt het brein vrij van gevaarlijke stoffen
wat is het nadeel van de bloed-brein barrière?
voedingsstoffen kunnen ook moeilijker het brein bereiken
hoe werkt een neuraal signaal?
neuron geleidt elektrisch signaal –> omgezet chemisch signaal –> opnieuw elektrisch signaal gegenereerd
waarom moet zon neuraal signaal opnieuw gegenereerd worden
neuronen zitten net niet aan elkaar vast
wat is het gevolg van deze chemische/elektrische interactie?
dat we kunnen waarnemen, denken, voelen en handelen
wat is het moment dat een neuron niet aan het werk is?
rustpotentiaal (-70mV)
voltage
energieverschil tussen positief en negatief geladen ionen
noem een paar van deze ionen met hun lading
natrium (sodium) +, kalium (potassium) +, chloride -
hoe meten we de activiteit van een neuron
elektrode plaats + referentie (2 plekken) –> versterken amplifier –> digitaliseren op computer
concentratiegradient
diffusie, deeltjes verspreiden zich
hoe is de verhouding van een neuron in rust
aan de binnenkant veel kalium en aan de buitenkant veel natrium (zoutvaatje op een banaan)
wat is de natrium-potassium pomp en wat doet het?
enzym in het celmembraan: laat 3 natrium naar buiten en 2 kalium naar binnen –> (elektrische gradiënt) rustpotentiaal behouden
dekpolarisatie
verandering in de membraanpotentiaal van een cel waardoor deze meer positief dan negatief wordt –> over bepaald punt heen –> actiepotentiaal
actiepotentiaal
derde manier voor ionen om van buiten naar binnen te gaan en andersom
voltage-gated channels
gaan open en dicht bij het actiepotentiaal: openen bij de ‘‘threshhold of excitation’’ –> natrium stroom snel naar binnen, kalium naar buiten
refractoire periode
kalium stroomt nog langer langzaam naar buiten
alles-of-niets principe
neuron kan vuren of helemaal niet
elektrische voortgeleiding
elektrische boodschap wordt doorgegeven in het axon van een neuron –> regenereert zonder verzwakking van het signaal
temporale summatie
herhaalde stimulatie op dezelfde plek –> cumulatief effect –> zenuwimpuls
spatiele summatie
synaptische input van verschillende locaties –> cumulatief effect –> zenuwimpuls
wat is EPSP (excitatory post-synaptic potential)
een postsynaptisch potentiaal die er voor zorgt dat de neuron richting het actie-potentiaal wordt gebracht
wat is IPSP (inhibitor post-spnaptic potential)
hyperpolarisatie: kans kleiner dat het neuron weer gaat vuren
Otto Loewi hartslag
vagus nerve –> hartslag omlaag, accelerator nerveus –> hartslag omhoog
Otto Loewi onderzoek naar kikkers
onmogelijk om elektriciteit door vloeistof te verplaatsen –> chemische stoffen aanwezig
neurale communicatie hoe?
door middel van neurotransmitters op oversteekpunten: synapsen
presynaptisch neuron vs. postsynaptisch
sturend vs. ontvangend
wat is glutamaat?
de belangrijkste excitatie (tijdelijk verhuizen) neurotransmitter
wat is GABA?
belangrijkste inhibitoire (houdt reactie tegen of vertraagt) neurotransmitter
ionotroop
gecontroleerd door neurotransmitters –> transmitter-gated/ligand-gated
metabotroop
neurotransmitters starten een sequentie van metabole reacties. zijn langzamer en duren langer