begrippen h2: synapsen

Question 1

synaps

Answer 1

de plek waar tussen twee neuronen de informatieoverdracht plaatsvindt

Question 2

reflexen

Answer 2

automatische spierreacties op stimuli

Question 3

temporale summatie

Answer 3

herhaalde blootstelling van een stimulus heeft een cumulatief effect en kan tot een zenuwimpuls leiden, een enkele zwakke stimulus doet dat niet

Question 4

spatiele summatie

Answer 4

synaptische input van verschillende locaties kan een cumulatief effect hebben en een zenuwimpuls triggeren

Question 5

glutamaat

Answer 5

belangrijke excitatie neurotransmitter

Question 6

GABA

Answer 6

de belangrijkste inhibitoire neurotransmitter

Question 7

vesikel

Answer 7

een klein transportblaasje dat stoffen opslaat

Question 8

exocytose

Answer 8

de vrijlating van een neurotransmitter in het presynaptische neuron

Question 9

autoreceptoren

Answer 9

receptoren die de hoeveelheid vrijgelaten transmitters opmerken, en verdere vorming en vrijlating voorkomen als een bepaald niveau van transmitters wordt bereikt

Question 10

hormonen

Answer 10

chemicaliën die worden uitgescheiden door klieren of cellen en circuleren in het bloed om andere cellen te beïnvloeden en werken langdurig

Question 11

posterior hypofyse

Answer 11

bestaat uit neuraal weefsel en is een extensie van de hypothalamus

Question 12

anterieure hypofyse

Answer 12

bestaat uit klierweefsel