H. Farmacokinetiek Flashcards
Farmacokinetiek (definitie)
Processen waarvan een werkzame stof in het lichaam wordt onderworpen:
- Absorptie
- Distributie
- Metabolisme
- Eliminatie
Biologische beschikbaarheid (F)
Fractie van de toegediende dosis die onveranderd de algemene circulatie bereikt. Bij IV toediening is de biologische beschikbaarheid 100%.
Absorptie
- Snelheid waarmee de werkzame stof wordt opgenomen.
- De mate van de opname (biologische beschikbaarheid).
Distributie
De maat voor de verdeling/distributie is het verdelingsvolume (V)
C (0) = F x D / V (d)
Verdelingsvolume (V)
Verhouding tussen de hoeveelheid opgenomen geneesmiddel in het lichaam en de plasmaconcentratie. Het verdelingsvolume bepaald de oplaaddosering.
C (0) = F x D / V (d)
Metabolisme
- Type I reactie
- Type II reactie
Type I reactie: hydrolyse, oxidatie, reductie
Type II reactie: acetylering, gluconidering, sulfatering
Beide reacties zorgen voor een toegenomen oplosbaarheid wat vervolgens door de nier of via de gal wordt uitgescheiden.
Prodrug
Een geneesmiddel dat pas biologisch actief wordt na metabolisme.
CYP enzymsysteem
CYP3A4 is een belangrijke biotransformator. Bij CYP interacties kun je een verhoogde of verlaagde afbraak van medicijnen krijgen.
CYP3A4 enzyminhibitors
Azolen (ketokonazol, itraconazol, miconazol)
Macroliden (claritormycine, erytromycine)
Verapamil
Grapefruitsap
Inhibitie van CYP3A4 leidt tot hogere bloedspiegels, dit effect treedt gelijk op.
CYP3A4 enzyminducers
Rifampicine
Anti-epileptica (carbamazepine, fenytoïne)
St. Janskruid
Een inducerend effect leidt tot lagere plasmaconcentraties, dit effect treedt in dagen - weken op.
Eliminatie
Eliminatie vind plaats via de lever of de nieren. De klaring is een maat voor de eliminatiecapaciteit van de lever en de nier.
Klaring (Cl)
Eliminatiecapaciteit van de lever en nier, het volume plasma dat per tijdseenheid volledig wordt geklaard van het geneesmiddel.
De hoeveelheid die in steady state per tijdseenheid wordt toegediend, wordt gelijk aan de hoeveelheid die per tijdseenheid wordt uitgescheiden.
F x D/T = Cl x Css
D/T = onderhoudsdosis
Halfwaardetijd T(1/2)
Tijdsduur waarin de plasmaconcentratie in waarde halveert.
T1/2 = 0,7 x Vd / Cl
Staedy state
Indien bij herhaalde toediening de dagelijks geabsorbeerde fractie van de dosis gelijk is aan de geëlimineerde hoeveelheid, zal de plasmaconcentratie rond een constante waarde fluctueren. Dit plateau wordt bereikt na ongeveer vijf T1/2’s.
Na stoppen, zal het geneesmiddel na vier-/vijf T1/2’s uit het bloed verdwenen zijn.