D. Antidiabetica Flashcards
Diabetes Mellitus Type 1
Diabetes Mellitus Type 2
Type 1: absoluut insulinetekort door auto-immuun destructie van B-cellen
Type 2: relatief insulinetekort door
- toegenomen insulineresistentie in lever-, spier- en vetweefsel
- disfunctie van B-cellen
Medicatie (voorbeelden)
A. Orale bloedglucose verlagende middelen
- Metformine
- SU-derivaten
- SGLT2-remmers
B. Insulinen
A. Orale bloedglucose verlagende middelen
- Metformine
- SU-derivaten (tolbutamide, glimepiride, gliclazide)
- SGLT2-remmers (dapagliflozine)
B. Insulinen
- Kortwerkend: humanline regular
- Snelwerkend: aspart/novorapid
- Langwerkend: glarine/lantus
Metformine (werkingsmechanisme)
Remming gluconeogenese en verhogen perifere gevoeligheid voor insuline
Stappenplan behandeling diabetes
- Voedingsadvies en stimulatie lichaamsbeweging
- Metformine (bij eGFR >30)
- Kortwerkend sulfonylureumderivaat (gliclazide)
- Insulinen
- SGLT2-remmers
Metformine (bijwerkingen)
Maagdarmstoornissen (misselijkheid, braken, diarree)
Lactaatacidose
Metformine (contra-indicaties)
Wegens lactaatacidose gecontra-indiceerd bij:
- Nierfunctiestoornissen
- Leverfunctiestoornissen
- Hartfalen
- Ernstige hypoxemie (COPD/sepsis)
- Jodiumhoudende contrastvloeistoffen
- Electieve operaties onder algehele anesthesie
Antidiabetica die hypoglycaemie kunnen geven
Wel:
- SU-derivaten (gliclazide geeft de laatste kans op hypo’s)
- Insuline
Niet:
- Metformine
- SLGT2-remmers
Sulfonylureumderivaten (werkingsmechanisme)
Stimuleren van afgifte van glucose uit B-cellen
Sulfonylureumderivaten (voorbeelden)
Kortwerkend:
- Tolbutamide
- Gliclazide
Langwerkend:
- Glibenclamide
- Glimepiride
Sulfonylureumderivaten (bijwerkingen)
Hypoglycaemie
Sulfonylureumderivaten (interacties)
Mediatie:
- B-blokkers (niet-selectief): hypoglycaemie
Patiënt:
- Verminderde nierfunctie: hypoglycaemie
- Verminderde leverfunctie: hypoglycaemie
- Ongewone lichamelijke belasting: hypoglycaemie
- Onregelmatige voeding: hypoglycaemie
- Verminderde intake: hypoglycaemie
- Ouderen: hypoglycaemie
Hypoglycaemie (symptomen)
1: zweten, tachycardie, onrust, tremoren
- Koolhydraten of glucose per os
2: neuroglycopene verschijnselen (dysartrie, dubbelzien, hoofdpijn, concentratiestoornissen, verwardheid)
- Glucoseoplossing IV of 1 mg glucagon SC of IM
SGLT2-remmer (werkingsmechanisme)
Selectieve en reversibele remming van terugresorptie van glucose in de nieren.
SGLT2-remmers (bijwerkingen)
Dapagliflozine
Euglycemische diabetische ketoacidose
Insuline (interacties)
Mediatie:
- B-blokkers (niet-selectief): hypoglycaemie
Patiënt:
- Verminderde nierfunctie: hypoglycaemie
- Verminderde leverfunctie: hypoglycaemie
- Ongewone lichamelijke belasting: hypoglycaemie
- Onregelmatige voeding: hypoglycaemie
- Verminderde intake: hypoglycaemie
- Ouderen: hypoglycaemie