GM Lijst II light Flashcards

1
Q

Acetazolamide

A

Inhibitie koolzuuranydrase - glaucoom en diuretica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Aldosteron

A

Mineralocorticoid receptor agonist - Aldosteron is een steroïdhormoon dat wordt geproduceerd in de bijnier. Aldosteron behoort tot de zogenaamde mineralocorticoïden. Het speelt een belangrijke rol in het handhaven van de BLOEDDRUK.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Alginezuur

A

Mechanische barrière tussen maagsap en slokdarm (Antacida)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Amiloride

A

K+ sparende diuretica -

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Amiodaron

A

(Antiartimica III) - Blokkade van K+ kanaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Amitriptyline

A

Antidepressiva TCA - depressie en lage dosis voor pijn - Blokkade opname 5HT

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Amlodipine

A

Dihydropyridine - Ca kanaal blokker - hypertensie en angina na gefaalde behandeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Angiotensin II

A

Bindt op AT2R - beperkte gebruik (Neusdecongestie, lokale anesthetica) - FUNCTIE: Vasoconstrictie, aldosterone secretie (RAAS)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Antidiuretisch hormoon (ADH)

A

Vasopressine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Baclofen

A

GABA B agonist - Skelet spier relaxatie (spierrelaxans )

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Bisacodyl

A

Contactlaxativa - Accumulatie water in darmen en stimulatie motiliteit door Inhibitie Na/K atpase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Buprenorfine

A

Partieel opioïd agonist - gebruikt bij Pijn, morfine verslaving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Butylscopolamine

A

Anti-cholineergicum - N+ - - spasmen van het maag-darmkanaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Captopril

A

ACE remmer - Hypertensie , chronisch hartfalen, myocardinfarct, diabetische nefropathie, nierinsufficientie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Carbamazepine

A

Blokkade Na kanalen - antiepilepticum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Chloorpromazine

A

D2 antagonist -Typische antipsychotica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Cimetidine

A

Competitieve antagonist H2 van de pariëtale cellen - Duodenaal ulcus-

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Clopidogrel

A

P2Y12 antagonist irreversibel - Myocardinfarct, PTCA (Ballonkatheter)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Cocaïne

A

sympathomimetic - Uptake 1 remming (langer werking NA)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Colestyramine

A

Hypolipemiërende farmaca - Galzuur inhibitie. ↑ klaring LDL

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Dexamethason

A

tegen braken - Anti-emetische corticoid: werking niet gekend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Diazepam

A

Valium - (Anti-epilepticum) (spierrelaxans)
(Benzodiazepine).
GABA A modulerend plaats agonist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Digoxine

A

Hartglycoside - Atria fibrillatie met snelle kamerfrequentie

Hartfalen indien therapie resistentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Diltiazem

A

Anti-aritmica IV) - Calcium kanaalblokker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Dipyridamol

A

FDE-I e opname adenoside blokkeren (minder BP activatie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Disopyramide

A

Anti-aritmica Ia) - Na kanaal inhibitie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Dobutamine

A

Β1 receptor agonist -Cardiogene shock, Av geleiding blok

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Domperidon

A

Dopamine antagonist - Problemen met GI motiliteit

Braken door radio of chemotherapie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Duloxetine

A

Antidepressiva - Niet selectieve 5HT/NA opname remmers TCA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Dynorfinen

A

Endogene opioïde peptide families: analgetisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Endorfinen

A

Endogene opioïde peptide families: analgetisch thv Dalende controlebaan: sterk inhiberend effect in dorsale hoorn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Endotheline

A

Vasoconstrictie, bronchoconstrictie thv ET A en Vasodilatatie thv ET B

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Enkefalinen

A

Endogene opioïde peptide families: analgetisch: vrijstelling substantie P inhibitie SG cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Entacapon

A

COMT (EZ dat cathecholamines afbreekt) inhibitor - Combi met L-DOPA (minder LDOPA nodig) → Parkinson - minder afbraak dopamine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Ezetimibe

A

Hypolipemiërende farmaca - Cholesterol transport in darm inhibitie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

Codeine

A

Vooral µ receptor - opiumalkaloid - 1/5 van analgetische effect van morfine
Onderdrukking hoest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

Fenobarbital

A

Anti-epileptica - GABA A inhibitie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

Fenofibraat

A

PPARα agonist - Hypolipemiërende farmaca - ↑ HDL, ↓ VLDL, ↓ triglyceriden, en in mindere mate ↓ LDL-cholesterol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

Fentanyl

A

Synthetische Derivaten morfine

40
Q

Fenytoïne

A

Anti-epileptica - Na kanaal blokker

41
Q

Flecaïnide

A

Anti-aritmica Ic - Na kanaal blokker - Fase 0: vertraagt depolarisatie
Neg inotroop en dromotroop

42
Q

Fluoxetine

A

Antidepressiva - SSRI: inhibitie 5HT heropname

43
Q

Furosemide

A
Lisdiuretica - Inhibitie Na/K/2CL cotransporter lis van henle - 
LONGOEDEEM, 
HARTFALEN, 
levercirrose met ascites, 
nefrotisch syndroom, 
nierfalen, 
HYPERTENSIE (tgv nierlijden), 
hypercalciemie
44
Q

Glycerol

A

Osmotische laxativa

45
Q

Glyceryltrinitraat

A

(NTG)

(Organische nitraten) - VD

46
Q

Haloperidol

A

Antipsychotica - D2 antagonist

47
Q

Hydralazine

A

Directe vaatverwijder - Chronisch hartfalen

48
Q

Hydrochloorthiazide

A

Thiazidediuretica - Inhibitie Na/Cl kanaal in distale tubulus - Hypertensie, mild hartfalen

49
Q

Hydrocortison

A

Glucocorticoïden - Inhibitie nucleaire receptoren: inhibitie transcriptie IL-2 - immunosuppressie en Anti-inflammatoir - Acute Astma

50
Q

Hyoscine (Scopolamine)

A

M1 antagonist competitief - Braken bij reisziekte -

51
Q

Ipratropiumbromide

A

M antagonist - Astma + reflectaire bronchoconstrictie

52
Q

Lactulose

A

Osmotische laxativa - constipatie

53
Q

L-DOPA

A

Parkinson - precursor dopamine dat wel door bhb getransporteerd wordt

54
Q

Lidocaïne

A

Anti-aritmisch Ib - Na kanaal blokker

Fase 3: verkort repolarisatie

55
Q

Lithiumcarbonaat

A

Antidepressiva - Activatie serotonerg systeem - Profylactisch gebruik bij bipolaire depressie en bij acute manie

56
Q

Loperamide

A

Imodium - µ agonist

Calmoduline inhibitie - Symptomatische behandeling diarree

57
Q

Losartan

A

AT1 (angiotensine I) remmer- Hypertensie en hartfalen

58
Q

Mannitol

A

Osmotische diuretica -

59
Q

Melatonine

A

Herstelt instelling van biologische klok: jet lag

60
Q

Methadon

A

Opioïde receptoren - Ontwenning morfine

61
Q

Metoclopramide

A
5-HT4 agonist (DARM)
D antagonist (CZS) - Problemen met GI motiliteit
Braken door radio of chemotherapie
62
Q

Milrinon

A

FDEIII inhibitor - chronische hartfalen

63
Q

Mirtazapine

A

Antidepressiva - niet TCA -

Niet-tricyclisch antidepressivum met sterk antihistaminerge (H1), maar nagenoeg geen anticholinerge werking. Het stimuleert door blokkade van presynaptische α2-adrenerge receptoren sterk de afgifte van noradrenaline. Hierdoor wordt de vuurfrequentie van de serotonerge neuronen verhoogd en neemt de serotonineafgifte toe. Omdat mirtazapine daarnaast de 5-HT2- en 5-HT3-receptoren blokkeert, worden de 5-HT1-receptoren selectief geactiveerd.

64
Q

Misoprostol

A

PG receptor agonist (PG analoog) - Maag en duodenumulcera, profylaxis ulcera door NSAID risicopatiënten

65
Q

Moclobemide

A

Antidepressiva - MAOA inhibitie

66
Q

Molsidomine

A

NO donor - Angina pectoris (sclerose en spasmen)

67
Q

Morfine

A

µ agonist - pijn

68
Q

Moxonidine

A

Imidazoline agonist - hypertensie

Centraal aangrijpend antihypertensivum. Bindt in de hersenstam selectief met I1-imidazolinereceptoren, waaraan de verminderde activiteit van de sympathische zenuwen wordt toegeschreven

69
Q

Naloxone

A

Antidota - Antagonist µ, κ, en δ - Ademhaling normaliseren, opioïdintoxicatie, ademhaling pasgeborene verbeteren

Specifieke opioïdreceptor-antagonist zonder agonistische of morfineachtige eigenschappen

70
Q

Natriumbicarbonaat

A

Antacida

71
Q

Natriumcromoglycaat

A

Indirecte Mestcel stabilisator (profylaxe allergie)

72
Q

Natriumdocusaat

A

Lubrifierend

Stimuleert de secretie van water en elektrolyten naar de darm

73
Q

Nifedipine

A

Ca kanaal antagonist - Hypertensie, angina pectoris

74
Q

Omeprazol

A

PPI

75
Q

Ondansetron

A

5HT3 antagonist - braken bij chemotherapie

76
Q

ORS

A

Rehydratatie bij diarree

77
Q

Papaverine

A

Spasmolytica - FDE-I - gebruiken wanneer je bv darmkrampen hebt

78
Q

Paraffineolie

A

Laxativa

79
Q

Pentazocine

A

Gemengde κ agonist en µ antagonist - bij pijn gebruikt

80
Q

Prazosine

A

α1 antagonist - Hypertensie

81
Q

Prednisolon

A

Glucocorticoiden - Inhibitie nucleaire receptoren: inhibitie transcriptie IL-2 - Acute Astma (ernstig)

82
Q

Propanolol

A

β1, β2 antagonist - hypertensie

83
Q

Risperidon

A

Antipsychotica - 5-HT2 antagonist

D2 antagonist

84
Q

Sacubitril/valsartan

A

Combinatie van een neprilysineremmer (neutrale endopeptidase, NEP) en een angiotensinereceptorblokker (ARB) - Hartfalen

85
Q

Salbutamol

A

β2 agonist - Astma

86
Q

Selegiline

A

Irreversibele selectieve inhibitor van MAOb - Parkinson

87
Q

Simvastatine

A

Hypolipemiërende - Reversibele en competitieve inhibitor van HMG CoA - minder synthese cholesterol dat bouwsteen is voor HLD/LDL - atherosclerose en hartfalen

88
Q

Sint-Janskruid

A

Antidepressiva - Inhibitie heropname serotonine - CYP inducer

89
Q

Sotalol

A

Antiaritmica klasse II- K+ en β receptor antagonist -Supraventriculaire aritmieen

90
Q

Spironolacton

A

Kalium sparende diuretica) - Aldosteron receptor antagonist - Hartfalen

91
Q

Substantie P

A

NK1 receptor agoinst

Substantie P (beter bekend onder de Engelse naam substance P) is een neuropeptide en een neurotransmitter. Het bestaat uit elf aminozuren.

Substantie P is betrokken bij een aantal processen in het centraal zenuwstelsel, zoals stemmingstoornissen, angst, stress, neurogenese, neurotoxiciteit, misselijkheid en overgeven. Ook is het betrokken bij het transport van pijnprikkels van de perifere zenuwen naar het centraal zenuwstelsel.

92
Q

Theofylline

A

A1 antagonist (competitief adenosine ) - COPD en Astma (niet eerste lijn)

93
Q

Tramadol

A

Inhibitie 5HT + NA heropname

Tramadol behoort tot de synthetische opioïden en is een zwakke agonist voor alle opioïdreceptoren met een voorkeur voor μ-receptoren. Daarnaast remt tramadol de heropname van noradrenaline en serotonine, hetgeen dit middel bijzonder geschikt maakt voor de behandeling van neuropathische pijn,

94
Q

Valproaat

A

Breedspectrum anti epileptica - Na kanaal inhibitie

95
Q

Vasopressine

A

aka anti diuretisch hormoon -

96
Q

Verapamil

A
L-Ca kanaal inhibitie (cardioselectief) - Ritmestoornissen
Angina pectoris (sclerose en spasmen), hypertensie
97
Q

Zafirlukast

A

Competitieve antagonist CysLT1 (D4 en E4) receptoren