17. Ademhalingstelsel Flashcards
1
Q
Hoe wordt astma gedefinieerd
A
Als een terugkerende reversibele luchtwegobstructie
2
Q
Astma bestaat uit 2 fasen. wat zijn de twee fasen en waardoor worden ze gekenmerkt
A
De vroege en late fase
Vroeg: Bronchospasme
Laat: Inflammatoir
3
Q
Welke GM zijn er voor bronchiaal astma: bronchodilatoren
A
- B2-agonisten [Salbutamol] 1e lijns
- Xantineverbinding [Theofyline] 2e lijns
- Muscarine receptorantagonisten [Ipratropiumbromide] 2e lijns
- Cysteineleukotrieen (CysLT)-receptorantagonist [Zafirlukast]
4
Q
Wat is de schijnbare werkingsmechanisme van Theofyline
A
inhibitie van cGMP of cAMP fosfodiesterase. Ook competitief antagonisme van adenosine receptoren thv adenosinereceptoren
5
Q
Welke GM zijn er voor bronchiaal astma: Anti-inflammatoire farmaca
A
- Glucocorticoiden [Prednisolon-oraal] of [Hydrocortison i.v.]
- Natirumcromoglycaat (mestcel stabilisator)