Geschillen in de Vennootschap Flashcards
50.
De stagiaire kan het verloop van een enquêteprocedure en de mogelijke rechterlijke beschikkingen uitleggen.
Enquêteprocedure
- Art. 2:344 BW ev.
- Strekking = Onderzoek naar beleid en gang van zaken rechtspersoon
o De rechtspersoon staat centraal
o Ondernemingskamer is exclusief bevoegd - Beschikkingen (Ogem NJ 1990/466)
o
Sanering en herstel van gezonde verhoudingen
o
Opening van zaken
o
Vaststelling van verantwoordelijkheid (ook: preventieve werking)
o
Geen geschillen van vermogensrechtelijke aard (Unilever, NJ 2006/173)
Fases:
- Eerste fase is verzoek tot onderzoek
- tweede fase, na onderzoek, treffen van onmiddellijke voorzieningen
51.
De stagiaire kan in een concrete zaak adviseren of er aanleiding is tot het instellen van een enquêteverzoek en het gebruik van het enquêterecht, met inachtneming van de door de OK te treffen (onmiddellijke) voorzieningen en mogelijke andere beschikkingen.
OPEN
- voorvraag: is sprake van een enquêtegerechtigde partij en is het juiste
object (art. 2:344 BW)?
2. zijn de bezwaren kenbaar gemaakt? o 2:349 lid 1 BW o 2:349 lid 2 BW: vakbonden en OR gevoelens o (Zeer) niet-formalistische uitleg
- Gegronde redenen twijfel juist beleid of juiste gang van zaken?
o
Art. 2:350 lid 1 BW: een open norm
o
Discretionaire bevoegdheid (belangenafweging)
o
Insolventie is geen barrière voor een onderzoek (KPNQWest, NJ 2011/210)
o
Verzoek dat word toegewezen => veroordeling vd onderzoekskosten vns / bestuur
indien afgewezen = veroordeling van de schade door verzoeker (2:350 lid 2 BW)
bv
52.
De stagiaire kan in een concrete zaak adviseren over het instellen van een kort geding of het doen van een enquêteverzoek, met inachtneming van de verschillen en de onderlinge verhouding tussen de onmiddellijke voorziening in het enquêterecht en de voorziening in kort geding.
OPEN
53.
De stagiaire kan de geschillenregeling terzake de uitstoting inclusief de vordering tot overneming, uitleggen.
Art. 2:335 e.v.
• de geschillenregeling is enkel van toepassing op BV (lid 1) en besloten NV (lid 2)
Art 2:336 – uitstoting
• Door aandeelhouder(s) met ten minste 1/3 geplaatst kapitaal
• Vordering tot overdracht aandelen (of overgang stemrecht
van pandhouder of vruchtgebruiker (art. 2:342))
• Belang van de vennootschap geschaad, zodat voortduren
aandeelhouderschap in redelijkheid niet kan worden geduld
• Veroordeling van eiser zelf tot aankoop van die aandelen (art. 2:341)
53.
De stagiaire kan de geschillenregeling terzake van de uittreding uitleggen.
Art. 2:335 e.v.
• de geschillenregeling is enkel van toepassing op BV (lid 1) en besloten NV (lid 2)
Art. 2:343 - uittreding
• Door iedere aandeelhouder
• Vordering tot uittreding
• Rechten of belangen van aandeelhouder geschaad, zodat
voortduren aandeelhouderschap in redelijkheid niet kan
worden gevergd
• Vordering jegens andere aandeelhouders of vennootschap
(tenzij verkrijging door vennootschap niet toegestaan (art.
2:98 of 2:207))
• Veroordeling van eiser zelf tot verkoop en levering (art. 2:343a)
53.
De stagiaire kan de verschillende uitkoopprocedures uitleggen.
OPEN
Art. 2:92a (NV) en 201a (BV)
• Aandeelhouder met ten minste 95% kapitaal
• Voor BV geldt: en 95% stemrechten
• Vordering tot overdracht tegen andere aandeelhouders
• Ondernemingskamer bevoegd in eerste aanleg
• Ambtshalve onderzoek
• Afwijzing bij ernstige stoffelijke schade en bijzondere
aandeelhoudersrechten gedaagde(n)
• Deskundigen berichten over waarde aandelen
• OK bepaalt de prijs per een zekere datum – veel discussie
• Gedwongen levering krachtens consignatie mogelijk
Art. 2:359c (beurs-NV, uitkoop na openbaar bod)
Wat zijn de nadelen van de geschillenregeling ?
nadelen van de geschillenregeling (2:335 ev)
- Duurt lang
- Hoge drempels voor toewijzing
- Veroordeling van jezelf
- Weinig ‘succesvolle’ jurisprudentie
- Enquêteprocedure of kort geding veel sneller