Aansprakelijkheid Flashcards
34.
De stagiaire kan de wettelijke grondslagen voor civielrechtelijke aansprakelijkheid van bestuurders uitleggen.
Bestuurdersaanprakelijkheid kan ontstaan op grond van
1) Interne bestuurdersaansprakelijkheid (art. 2:9 BW) - tegenover de rechtspersoon / de vennootschap bij een onbehoorlijke vervulling van zijn taak. Iedere bestuurder is collectief hoofdelijk aansprakelijk voor onbehoorlijk bestuur, tenzij.. (persoonlijke disculpatie / decharge / vrijwaring / verjaring).
2) Bestuurdersaansprakelijkheid in faillissement (art. 2:138/248 BW)
3) Externe bestuurdersaansprakelijkheid
- onrechtmatige daad (art. 6:162 BW)
- tegenover crediteuren
- tegenover aandeelhouder
- vanwege een vermogensuitkering (2:2216 lid 3)
- vanwege een misleidende jaarrekening
- in concernverband: doorbraak ex 2:11 BW / zorgplicht / misbruik vereenzelviging
4) ‘Andere vormen’ van bestuurdersaansprakelijkheid:
- via 2:11 doorbraak
- schending zorgplicht
- misbruik vereenzelviging cocerns
- artikel 36 IW
35.
De stagiaire kan in een concrete zaak beargumenteren of een bestuurder persoonlijk civielrechtelijk door de vennootschap aansprakelijk kan worden gesteld.
Interne bestuurdersaansprakelijkheid (art. 2:9 BW) - tegenover de rechtspersoon / de vennootschap bij een onbehoorlijke vervulling van zijn taak.
Iedere bestuurder is collectief hoofdelijk aansprakelijk voor onbehoorlijk bestuur, tenzij..
- persoonlijke disculpatie 2:9 lid 2 BW
- decharge 2:210 lid 3 en 5 BW of bij besluit indien NV 2:102 lid 3, tenzij ernstig verwijtbaar is gehandeld.
- verjaring 3:320 en 3:21 (vervaltermijn is voor bestuurders verlengt, kan dus niet worden gestuit).
36.
De stagiaire kan in een concrete zaak beargumenteren of een aansprakelijk gestelde bestuurder een beroep kan doen op een disculpatiegrond.
In geval van interne aansprakelijkheid
Tav interne aansprakelijkheid van het bestuur geldt collectieve aansprakelijkheid
Om aansprakelijkheid te vestigen is nodig: onbehoorlijke taak vervulling van een van de bestuurders + Ernstig verwijt + Omstandigheden van het geval
Bestuurders kunnen zich
persoonlijk disculperen ogv 2:9 lid 2 BW:
- geen ernstig verwijt;
- niet nalatig in treffen van maatregelen.
Overige disculpatiegronden:
- Décharge van gevoerde bestuur en beleid.
- verlenging van verjaring zodat oude bestuurder kan worden aangesproken
- disculpatiie balansaansprakelijkheid 2:139
37.
De stagiaire kan in een concrete zaak beargumenteren of een commissaris persoonlijk civielrechtelijk door de vennootschap aansprakelijk kan worden gesteld.
OPEN
Interne aansprakelijkheid van de RvC (leden) is gelijk aan die van het bestuur dmv de schakelbepalingen in 2:149 / 259 jo art. 2:9 BW
38.
De stagiaire kan in een concrete zaak beargumenteren of een aansprakelijk gestelde commissaris een beroep kan doen op een disculpatiegrond.
OPEN
persoonlijke disculpatie van een bestuurder kan ogv 2:9 lid 2 BW
disculpatiie balansaansprakelijkheid 2:150 / 2:260 BW
39.
De stagiaire kan in een concrete zaak beargumenteren of een bestuurder persoonlijk civielrechtelijk door een aandeelhouder aansprakelijk kan worden gesteld (betreft onrechtmatige daad en leerstuk afgeleide schade).
Bestuurder is intern ex art 2:9 in beginsel alleen tegenover de vennootschap aansprakelijk.
Om aansprakelijkheid te vestigen is nodig: onbehoorlijke taak vervulling + Ernstig verwijt + Omstandigheden van het geval
Wanneer een aandeelhouder een beroep doet op schade die zij heeft geleden doordat de vennootschap schade heeft geleden, dan hebben we het over afgeleide schade.
•Uitleg afgeleide schade
NV’s en BV’s zijn rechtspersonen die zelfstandig, als dragers van eigen rechten en
verplichten, aan het rechtsverkeer deelnemen. Het vermogen van een vennootschap
is afgescheiden van dat van zijn aandeelhouders. Indien aan een vennootschap door
een derde vermogensschade wordt toegebracht door het niet behoorlijk nakomen
van contractuele verplichtingen jegens de vennootschap of door gedragingen die
tegenover de vennootschap onrechtmatig zijn, heeft alleen de vennootschap het
recht uit dien hoofde van de derde vergoeding van deze aan haar toegebrachte
schade te vorderen.
voor het vergoeden van afgeleiden schade dient een
aandeelhouder(-directeur ) / eisende partij diende te stellen welke specifieke zorgvuldigheidsnorm jegens hem in
privé in acht had moeten worden genomen, en kan niet volstaan met het stellen van wanprestatie of
onzorgvuldig handelen jegens het concern.
Maar let op uitzonderingen.
- HR 12 oktober 2018, X c.s./Gemeente Gilze en Rijen
- Wel afgeleide schade maar jegens wie er onrechtmatig is gehandeld?
- HR Willemsen/NOM, JOR 2008/260
inz. Specifiek onzorgvuldig handelen tegenover aandeelhouder (geen afgeleide schade)
40.
De stagiaire kan in een concrete zaak beargumenteren of een bestuurder OF commissaris persoonlijk civielrechtelijk door een derde aansprakelijk kan worden gesteld.
externe aansprakelijkheid
Tav externe aansprakelijkheid van het bestuur of commissarissen ogv 6:162 BW geldt alleen de individuele aansprakelijkheid (niet collectief).
Om aansprakelijkheid te vestigen is nodig: onrechtmatig handelen + Ernstig verwijt + Omstandigheden van het geval
Zie ook norm van:
-Beklamel-situatie: wanneer de bestuurder bij het namens de vennootschap aangaan van die verbintenis weet of redelijkerwijs behoort te begrijpen dat de vennootschap niet haar betalingsverplichting zal kunnen nakomen en haar crediteur geen verhaal zal bieden.
-New Holland-situatie:
indien hem ernstig verwijt valt te maken voor het ontstaan van de schade jegens de wederpartij van de vennootschap en deze schade voor de bestuurder redelijkerwijs voorzienbaar is geweest.
-NOM/Willemsen-situatie: de ziet hoge ernstig verwijtmaatstaf. Namelijk doordat de in 2:8 lid 1 BW bedoelde maatstaven van redelijkheid en billijkheid meebrengt dat de hoge drempel van art. 2:9 BW
overeenkomstig van toepassing is bij een door een individuele aandeelhouder tegen een bestuurder aanhangig
gemaakte aansprakelijkheidsprocedure.
41.
De stagiaire kan uitleggen wat een 403-verklaring is en waartoe deze dient.
noem voorbeeld
p. 12 literatuur
Om vrijgesteld te worden van de inrichtingsvoorschriften van het opstellen van de jaarrekening te voldoen (door consolidatie) moet je voldoen aan de in artikel 2:403 opgenomen voorwaarden. Waaronder het afgeven van een aansprakelijkheidsverklaring door de moeder.
De moeder stelt zich dan aansprakelijk voor de uit de rechtshandelingen van de vennootschap voortvloeiende schulden.
LET OP: schulden uit de wet of uit een andere oorzaak, vallen buiten deze aansprakelijkheid.
Kortom, een schadevergoeding na ontbinding van een overeenkomst volgt uit de overeenkomst (is rechtshandeling).
en schadevergoeding ogv een onrechtm. daad is geen rechtshandeling en valt niet onder 403.
42.
De stagiaire kan in een concrete zaak ten aanzien van een door een vennootschap verrichte rechtshandeling beoordelen of een groepsmaatschappij van de desbetreffende vennootschap mede aansprakelijk is op basis van een afgegeven 403-verklaring.
CHECK GEVOLGEN ANDERE WERKMAATSCHAPPIJEN VAN GROEP
De moeder stelt zich in beginsel alleen aansprakelijk voor de uit de rechtshandelingen van de vennootschap voortvloeiende schulden. Ook voor schulden die al bestonden op het moment dat de verklaring wordt gedeponeerd.
schulden uit de wet of uit een andere oorzaak, vallen buiten deze aansprakelijkheid.
Kortom, een schadevergoeding na ontbinding van een overeenkomst volgt uit de overeenkomst (is rechtshandeling).
en schadevergoeding ogv een onrechtm. daad is geen rechtshandeling en valt niet onder 403.
Een bevoorrechte / achtergestelde vordering op een groespvennootschap is NIET ook bevoorrecht tov de moeder (Econcern) of achtergesteld tov de moeder.
43.
De stagiaire kan aan de hand van voorbeelden illustreren wanneer sprake kan zijn van aansprakelijkheid in concernverhoudingen.
OPEN
Grondslagen voor aansprakelijkheid in concernverhoudingen
o De “doorbraak” via art. 2:11 BW:
Denk aan Le Roux Fruit Exporters: Art. 2:11 BW is van toepassing in alle gevallen waarin een rechtspersoon in zijn hoedanigheid van bestuurder aansprakelijk is op grond van de wet. Daaronder valt ook de aansprakelijkheid van een rechtspersoon‐bestuurder die is gebaseerd op art. 6:162 BW. Deze aansprakelijkheid rust dan tevens hoofdelijk op ieder die ten tijde van het ontstaan van de aansprakelijkheid van een rechtspersoon‐bestuurder daarvan bestuurder is.
Als een rechtspersoon‐bestuurder aansprakelijkheid wil moet hij stellen, en zo nodig te bewijzen, dat hem persoonlijk geen ernstig verwijt kan worden gemaakt van de gedragingen
Kortom, interessant, want geen ernstig verwijst nodig. Eerst is aansprakelijkheid al gevestigd en dat slaat door. Daarna pas disculperen.
o Schending bijzondere zorgplicht
o Vereenzelviging en misbruik van identiteitsverschil (NJ 2017/124)
Een vennootschap mag de belangen van een andere groepsvennootschap niet voor laten gaan ten koste van zijn eigen belangen.
34.
De stagiaire kan de wettelijke grondslagen voor civielrechtelijke aansprakelijkheid van commissarissen uitleggen.
Aansprakelijkheid van de RvC (leden) is gelijk aan die van het bestuur dmv de schakelbepalingen in 2:149 / 259
- Interne aansprakelijkheid: art. 2:9 BW via 2:149/259 BW
- Externe aansprakelijkheid: art. 2:138/248 ook via 2:149/259 BW
- Externe aansprakelijkheid: art. 2:150/360 BW (de misleidende jaarrekening
- onrechtmatige daad art. 6:162 BW
- De “one tier board”: een tussenpositie voor de niet-uitvoerende bestuurder?
Beschrijf de jurisprudentie igv
externe aansprakelijkheid EN tegen crediteuren
AANVULLEN
o
Ontvanger/Roelofsen (NJ 2006/659) - aansprakelijkheid van de bestuurder van de vennootschap kan worden
aangenomen wanneer deze bij het namens de vennootschap aangaan van verbintenissen
wist of redelijkerwijze behoorde te begrijpen dat de vennootschap niet aan haar verplichtingen
zou kunnen voldoen en geen verhaal zou bieden.
o Beklamel (handelen) (NJ 1990/286) norm: wanneer de bestuurder bij het namens de vennootschap aangaan van die verbintenis weet of redelijkerwijs behoort te begrijpen dat de vennootschap niet haar betalingsverplichting zal kunnen nakomen en haar crediteur geen verhaal zal bieden.
o New Holland (bewerkstelligen of toelaten) (JOR 2000/56)
norm: indien hem ernstig verwijt valt te maken voor het ontstaan van de schade jegens de wederpartij van de vennootschap en deze schade voor de bestuurder redelijkerwijs voorzienbaar is geweest.
Som kort op: de jurisprudentie igv
externe aansprakelijkheid EN tegenover aandeelhouders
o
HR Willemsen/NOM, JOR 2008/260
inz. Specifiek onzorgvuldig handelen tegenover aandeelhouder
o
Uitzondering: afgeleide schade (Poot/ABP, NJ 1995/288)
o
HR 12 oktober 2018, X c.s./Gemeente Gilze en Rijen
Leg uit
HR Willemsen/NOM, JOR 2008/260
HR Willemsen/NOM, JOR 2008/260
Inzake externe aansprakelijkheid tegenover aandeelhouders.
In deze zaak
stelt het middel de vraag aan de orde of de voormelde norm voor interne aansprakelijkheid overeenkomstig heeft te
gelden wanneer een individuele aandeelhouder een bestuurder aansprakelijk stelt voor de wijze waarop deze zijn
bestuurstaken heeft uitgeoefend. Deze vraag moet bevestigend worden beantwoord. Gezien de zelfgekozen
betrokkenheid van individuele aandeelhouders bij de gang van zaken binnen de vennootschap, brengen de in art.
2:8 lid 1 BW bedoelde maatstaven van redelijkheid en billijkheid mee dat de hoge drempel van art. 2:9 BW
overeenkomstig van toepassing is bij een door een individuele aandeelhouder tegen een bestuurder aanhangig
gemaakte aansprakelijkheidsprocedure. De omstandigheid dat is gehandeld in strijd met statutaire bepalingen die
een individuele aandeelhouder beogen te beschermen, brengt in beginsel aansprakelijkheid van de bestuurder
tegenover die individuele aandeelhouder mee.
Leg uit
Poot/ABP, NJ 1995/288
Inzake externe aansprakelijkheid tegenover aandeelhouders.
Indien aan een vennootschap door een derde vermogensschade wordt toegebracht door het niet behoorlijk nakomen
van contractuele verplichtingen jegens de vennootschap of door gedragingen die tegenover de vennootschap
onrechtmatig zijn, heeft alleen de vennootschap het recht uit dien hoofde van de derde vergoeding van deze aan
haar toegebrachte schade te vorderen. Die vermogensschade van de vennootschap zal, zolang zij niet is vergoed,
een vermindering van de waarde van de aandelen in de vennootschap meebrengen. In beginsel kunnen de
aandeelhouders echter op grond van dit (aanvankelijk) voor hen ontstane nadeel niet een eigen vordering tot
schadevergoeding tegen de bedoelde derde geldend maken.
voor het vergoeden van afgeleiden schade dient een
aandeelhouder(-directeur ) / eisende partij diende te stellen welke specifieke zorgvuldigheidsnorm jegens hem in
privé in acht had moeten worden genomen, en kan niet volstaan met het stellen van wanprestatie of
onzorgvuldig handelen jegens het concern.