Geschiedenis van de Psychologie (H1) Flashcards
De verre voorgeschiedenis van Psychologie
–opkomst filosofie (Socrates, Aristoteles, Plato)
– Expliciete manier van denken
– Systematiek in hun inzichten
De meer directe voorgeschiedenis
– 16e eeuw
– Boekdrukkunst (Kennis was toegankelijker)
– Vragen bij de traditionele opvattingen en meer belang voor eigen waarnemingen en denkvermogen
– Descartes (1596–1650)Rationalisme: “Ik denk dus ik ben”
Belang van het logisch denken
Ontstaan van het dualisme (de geest en de materie, ziel en lichaam)
– John Locke (1932–1704): Empirisme
Tabula Rasa (Het idee dat mensen worden geboren als ongeschreven blad en volledig afhankelijk zijn van hun waarneming en ervaringen)
Belang van de zintuiglijke waarneming
– Ontstaan Psychofysica
Ernest Weber: minimumintensiteit nodig voor waarneming.
De psychologie als wetenschap van bewustzijn
– 19e eeuw
Wilhelm Wundt (Vader wetenschappelijke psychologie)
– Introductie Experimentele methode
– Edward Titchener en zijn Introspectie (Analyseren van de structuur van het bewustzijn)
– Ontstaan Functionalisme (De wijze waarop individuen te werk gaan om, gebruikmakend van hun bewustzijn, zich aan te passen aan nieuwe situaties)
Meer gericht op functie van het bewustzijn i.p.v. structuur.
Introductie externe observaties en dierproeven
– Pavlov en zijn klassieke conditionering
– John Broadus Watson (Stichter behaviorisme) stelde dat niet–waarneembare mentale activiteiten afgewezen moesten worden. Enkel het uitwendig waarneembare gedrag bestuderen.
Stimuli–Respons–verbindingen
Nieuwe klemtonen in Europa
– 20e eeuw
Gestalt verwijst naar een geheel met eigen kenmerken, die alleen terug te vinden is in het geheel. We zien meteen het gestalt/geheel en niet de individuele onderdelen.
Köhler: aha–beleving ––> het ineens opvatten van een oplossing
Lewin paste gestalt toe op sociale psychologie door middel van groepsdynamica. Ook een groep bestaat uit onderdelen die invloed hebben op het geheel/gestalt.
Psychoanalyse van Sigmund Freud (1856–1939). Belang van het onbewuste kwam hier naarboven. Onderdeel van dieptepsychologie.
Amerika en de herontdekking van het innerlijke
– Onstaan neobehaviorisme (Behaviorisme met noodgedwongen wijzigingen in de concrete uitwerking ervan). Gedrag volledig willen verklaren vanuit externe prikkels was te simpel. Dit leidde tot de S–Organisme–R–opvatting. Impact van het organisme en zijn innerlijk op het gedrag.
Er werd meer aandacht besteed aan innerlijke factoren (O–factoren) zoals aandacht, geheugen, denken, behoeften, verlangens en emoties.
Maslow en Rogers creëren psychologie van de 3e weg, de humanistische psychologie. Focus op ontbrekende thema’s als creativiteit, vriendschap en streven naar geluk. Deze stroming was maar tijdelijk.
Hedendaagse stromingen in de psychologie
- Cognitieve psychologie
Gedrag is niet te herleiden tot een simpele reactie op binnenkomende prikkels. Mensen zijn actieve informatiebewerkers, die zelf vorm en inhoud geven aan de prikkels. Focus op hoe een betekenisloze prikkel vorm krijgt tot een overzichtelijk beeld binnen het individu. - Biologische psychologie
Voorloper hiervan is de ethologie. Dit is biologie die zich onderscheid door ook te focussen op gedragskenmerken van dieren. Aanzetters van ethologie waren Konrad Lorenz en Nikolaas Tinbergen.
Edward Wilson lanceerde hierna de sociobiologie. Hier probeerde hij parallellen te leggen tussen verschillende diersoorten.
Hieruit ontstond de evolutionaire psychologie. Die onderscheidde zich door ook de rol van opvoeding en cultuur te betrekken bij gedrag.
Fysiologische psychologie: Focus op hoe bepaalde hersenprocessen betrokken zijn bij gedragsactiviteiten. (ook wel neuropsychologie, hoewel deze meer gebruikt wordt voor hersenletselonderzoek)
Psychofysiologie: Focus op hoe psychische factoren het fysiologische kunnen beïnvloeden. (Denk aan stress die hoge bloeddruk veroorzaakt)
- Positieve Psychologie
Opgericht door Martin Seligman (en mihály Csíkszentmihályi)
Focus op positieve groeikrachten in de eenzijdige wereld van de psychologie. Daar lag te veel focus op wat er fout kan gaan.