Gerontologie Flashcards

1
Q

gerontologie

A
  1. begrippen
    - gerontologie = leer van het verouderen
    - geriatrie = geneeskunde bij ouderen met geriatirsche syndromen
    - geriatrische syndromen = verschillende oorzaken idpv. specifieke pathologie
  2. wat is oud = relatief begrip
    - niet absoluut = leeftijd
    - oud voelen vanaf functie verlies plaats vindt
    - is ook afhankelijk van persoon tot persoon
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

definitie veroudering

A
  1. begin veroudering
    - vanaf conceptie = niet klinisch
    - vanaf geboorte
    - vanaf maximale capaciteit van elk orgaan = meest gangbare
  2. maximale capaciteit
    - 25-30j
    - laatste maturatie van hersenen
  3. definitie
    - typisch patroon voor de soort
    - geheel van spontane, onvermijdelijke & onomkeerbare veranderingen
    - na ontwikkelingsfase
    - daling van functies
    - leidend tot falen van het organisme & overlijden
    –> ook zonder ziektebeelden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

onderzoek bij verouderen

A
  1. algemeen
    - jonge wetenschap = 30-40j geleden begonnen
    - heterogeniteit van verouderen
  2. cross-sectioneel
    - vergelijken met rest van populatie
    - factoren met omstandigheden negeren
  3. longitudinaal
    - zelfde tijdstip verschillende leeftijden volgen
    - hoger kost als onderzoek maar externe factoren meenemen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

heterogeniteit van verouderen

A
  1. types verouderen
    - succesvol verouderen
    - versneld verouderen
    - pathologisch verouderen
  2. exogene factoren
    - omgeving
    - levensstijl
  3. endogene mechanisme
    - genetisch
    - op orgaan/cel/moleculair niveau
  4. verouderingsziektes
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

genetische basis bij endogeen mechanisme

A
  1. verklaring
    - maximale levensduur eigen aan species = diersoort
    - verschil veroudering soort tot soort
    - constante verhouding ontwikkelingsduur-maximale levensduur tussen soorten
    - zeldzame aandoening met genetische afwijking
  2. mechanisme
    - moleculaire of biochemische theorie
    - cellulaire theorieën
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

genetische aandoening ivm. veroudering

A
  1. progeria
    - 12-14j levensverwachting
    - denovo mutatie in LMNA gen
    - 1/6milj
    - versnelde veroudering
  2. werner
    - 40-45j levensverwachting
    - congenitaal of recessief
    - cosanguiniteit
    - veroudering huid, cardiaal, cataract & osteoporose
  3. Down
    - 65j levensverwachting
    - trisomie 21
    - gelijkaardige veroudering tot 45j maar dan veel explosiever
    - ziekte van Alzheimer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

moleculair niveau

A
  1. extra cellulair niveau
    - collageen & elastine vezels vormen permanente cross-links
    - minder goede stretch
    - verstijving van organen
  2. cross-links
    - eiwitgroepen x suikers
    - bij veroudering vorming van permanente verbindingen
    - AGE’s advanced glycation end products
    - binden met aminogroepen
    - AGE’s komen sneller voor bij diabetes
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

cellulair niveau

A
  1. beschadiging van cellen & moleculen
    - hall marks of ageing
    - processen die veroudering versnellen
    - processen in cel & herstel van cel
  2. type hallmarks
    - primaire vb: genetisch
    - antagonistisch = afh van hoeveelheid voordeel of nadeel
    - interactieve vb: inflammatie
  3. gevolgen schade
    - drijvende kracht van veroudering
    - reparatie van cellen & moleculen
    - in evenwicht met herstel capaciteit
  4. levensspan
    - ten einde door cellulaire deficieten
    - probleem met meer beschadiging
    - probleem met herstel capaciteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

cellulaire senescence

A
  1. Hayflick experiment
    - fibroblasten laten delen
    - plots stoppen
  2. visuele tekenen van cel veroudering
    - verandering celmorfologie = grootte, vorm & kernen
    - verkorting van telomeren = groeistop
  3. tekenen door neerslag van eiwitten
    - verhoogde biogenese van lysosomen = senescent beta-galactosidase
    - accumulatie van lipofuscin = oxidized protein-lipid-aggregaten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

telomeren

A
  1. algemeen
    - uiteinde van chromosomen
    - bij elke celdeling deel verliezen
  2. duidelijke lengte verkorting
    - nier
    - huid
    - witte bloedcel
    - spier
  3. kritische lengte
    - stoppen van celdeling
    - carcinoom cellen niet = telomerase
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

oorzaken van cellulaire veroudering

A
  1. DNA leasies
    - 500 biljard
    - reparatie fenomenen hiervoor
    - of apoptose
  2. inductie van apoptose
    - exogene fenomenen = carcinogene, straling, …
    - endogene = ROS reactive oxygen species & alkylating agents
  3. stimulatie mitochondrionaal DNA
    - activatie P53 & P16 gen
    - meer van deze genen aanwezig = beter beschermd
    - langer lifespan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

p53

A
  1. gestimuleerd
    - DNA schade
    - hypoxie
    - oncogenen
  2. gevolgen
    - blokkale van celcyclus
    - stimuleren apoptose
    - frequent beschadigd in carcinoom cellen
  3. overexpressie p53
    - versneld verouderen
    - osteoporose
    - orgaan atrofie
    - lagere stress-tolerantie
    - verlaagde levensspan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

p16

A
  1. onstaan
    - productie door dysfunctionele cel
    - zet ketting reactie in gang
    - verwijderen van deze cellen = minder snel verouderen
  2. effecten
    - aanleiding tot dysfunctionele cellen
    - productie van SARS-factoren
  3. SARS senescence associated secretory phenotype
    - verouderende cel secreert inflammatoire factoren
    - chronische inflammatie
    - fibrose in weefsels
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

therapie ivm. SARS

A
  1. senotherapie
    - blokkeren accumulatie van verouderde cellen & zijn stoffen
    - minder SARS factoren productie
  2. senolyse
    - remmen van verouderende cellen
    - er zijn bepaalde stoffen die al werken bij muizen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

preventie van veroudering

A
  1. levenssfases
    - educatie als kind = remmen mentale veroudering
    - fysieke activiteit als volwassene = associatie met langte van telomeren
    - als oudere = goed sociaal netwerk & voldoende vrijetijd
  2. andere
    - rookstop
    - anti-oxidantia
    - voedingssuplementen
    - hormonale therapie = testosteron supplementatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

bescherming tegen ROS

A
  1. endogeen
    - glutation
    - superoxide dismutase
    - catalase
  2. exogeen
    - vit A, C & E
    - flavonoiden
  3. inname
    - weinig evidentie van supplementen
    - fruit & groenten met anti-oxidantia zijn wel bewezen
17
Q

vrouwelijke hormonen

A
  1. vrouwelijke hormonen
    - estrogeen
    - progesteron
  2. positieve effecten
    - vermindering menopauzale symptomen
    - minder vaginale atrofie
  3. negatieve effecten
    - toename coronaire events & borstkanker
    - CVA
    - DVT
    - onvoldoende evidentie voor toepassen
18
Q

andere hormonale therapie

A
  1. DHEA
    - geen effect spiermassa & kracht
    - geen effect well-being
    - geen effect cognitie
  2. groeihormoon
    - geen sign. verandering metabole effecten
    - groter risico overlijden van zwakke oudere
  3. testosteron