G. Antibiotica Flashcards
Overzichtsafbeelding van de werkingsmechanismen van de grootste groepen AB
Zie afb.
Verschil in opbouw G+ en G- bacteriën
G+ hebben een dikke celwand (peptidoglycanen)
G- hebben een veel dunnere celwand met hieromheen een extra buitenmembraan (LPS - lipopolysacchariden)
De belangrijkste bacteriële pathogenen zijn:
G+ Coccen
⇥ Staphylococcus
⇥ Streptococcus
G+ Staven
⇥ Corynebacterium
⇥ Clostridium
G- Coccen
⇥ Neisseria
⇥ Moraxella
G- Staven
⇥ Escherichia
⇥ Proteus
⇥ Pseudomonas
⇥ Haemophilus
Enkele algemene vuistregels omtrent het gebruik van AB zijn:
- Alle AB geven GI-bijwerkingen: m.n. buikpijn en diarree door verstoring van de darmflora door niet geresorbeerde AB;
- De meeste AB worden renaal geklaard waardoor de dosis moet worden aangepast aan een verminderde NF;
- Alle AB hebben een klinisch relevante interactie met coumarines: het effect daarvan wordt versterkt. Dus: bij start deze combi moet de trombosedienst ingelicht worden.
Eigenschappen β-lactam AB
Bactericide werking door verstoring synthese celwand: essentieel hiervoor is de β-lactam ring.
Bacteriostatische antimicrobiële middelen kunnen effect βL-AB teniet doen.
Welke subgroepen zijn er bij de β-lactam AB?
-
Penicillinen
- Benzylpenicilline, amoxicilline, augmentin
-
Cefalosporinen
- Ceftriaxon
-
Carbapenems
- Meropenem
Indicaties penicillines - benzylpenicilline, amoxicilline, augmentin
Penicillines werken met name tegen G+ bacteriën.
80-90% van de S. Aureus stammen zijn inmiddels resistent tegen benzylpenicilline & amoxicilline.
Behandeling voor MRSA = vancomycine of teicoplanine.
Zijn de volgende penicillines smal- of breedspectrum?
Benzylpenicilline, flucloxacilline, amoxicilline.
Smalspectrum - benzyl & fluclox
Breedspectrum - amoxi
Bijwerkingen penicillines
- Diarree
- Overgevoeligheidsreacties, waarvan huidreacties het meest frequent voorkomen
- Anafylactische shock
In ~ 5% van de gevallen is er sprake van kruisovergevoeligheid met cefalosporinen.
Bij mononucleosis infectiosa en lymfatische leukemie ontwikkelt 90% van de pt een huideruptie (niet-allergisch)
Wat is het voordeel van augmentin en piptazo?
Amoxicilline + clavulaanzuur = augmentin
Piperacilline + tazobactam = piptazo
Hierbij wordt een penicilline gecombineerd met een β-lactamaseremmer, zodat ook infecties met door β-lactamase vormende bacteriën weer behandeld kunnen worden.
Eigenschappen verschillende generaties cefalosporinen
1e generatie - smal spectrum
⇥ G+ bacteriën zonder β-lactamase
⇥ e.g. cefazoline
2e generatie
⇥ Effectief tegen β-lactamase + bacteriën en heeft meer effect op G- bacteriën
⇥ e.g. cefuroxim
3e generatie - breed spectrum
⇥ Vooral effectief tegen G- bacteriën
⇥ Moet vaak i.v.
⇥ e.g. ceftazidim, ceftriaxon
Werkingsmechansime carbapenems - imipenem en meropenem
Bactericide werking door verstoring synthese celwand: essentieel hiervoor is de β-lactam ring.
Breedspectrum AB, actief tegen bij alle soorten G+, G- en anaerobe bacteriën.
Betreft ‘reserve’ AB, zoals ESBL (extended spectrum β-lactamase producerende bacteriën).
Werkingsmechanisme tetracyclinen - doxycycline en tetracycline
Bacteriostatische werking door remming eiwitsynthese.
Deze AB kunnen bactericide werking van penicillines en cefalosporinen belemmeren.
Mogen niet gebruikt worden in de zwangerschap en niet bij kinderen < 8 jaar, bij wie het gebit nog niet volledig is ontwikkeld.
Bijwerkingen tetracyclines - doxycycline en tetracycline
- Verkleuring en -hypoplasie van gebit & groei-interferentie botten
- Gebruik daarom gedurende de gehele zwangerschap en bij kids < 8 jaar CI
- Fotosensibilisatie
- Blootstelling aan zonlicht afraden tijdens kuur
Belangrijke interacties bij het gebruik van tetracyclines - doxycycline en tetracycline
Combi met aluminium, calcium, ijzer, magnesium en zink bevattende preparaten (e.g. antacida en melk) vermindert de absorptie door vorming van onoplosbare complexen.
Indien combinatie van de twee onvermijdelijk is: neem tetracycline 3 uur vóór of 2 uur ná het preparaat.
M.u.z. doxycycline met ferrofumoraat: één van beide middelen moet worden vervangen door een alternatief of ferro TNO stop.
Eigenschappen aminoglycosiden - gentamicine, tobramycine
Vooral effectief tegen G- bacteriën (staven).
Aminoglycosiden worden niet in de darmen opgenomen en kunnen daarom alleen parenteraal worden toegediend.
Bevatten belangrijke en zeer ernstige bijwerkingen bij een smalle therapeutische breedte: irreversibele doofheid en nierfunctiestoornis (vaak reversibel) en moeten daarom zo kort mogelijk worden toegediend.
Werkingsmechanisme aminoglycosiden - gentamicine, tobramycine
Aminoglycosiden hebben een bactericide werking door te interfereren met de eiwitsynthese: ze blokkeren de interactie tussen mRNA en ribosomen.
Belangrijkste bijwerkingen bij aminoglycosiden - gentamicine, tobramycine
- Irreversibele ototoxiciteit
- Soms reversibele nefrotoxiciteit
Aminoglycosiden hebben een smalle therapeutische breedte, dus spiegelbepaling in serum wordt aangeraden.
Er kan een vicieuze cirkel ontstaan: door nefrotoxiciteit vermindert de NF, waardoor accumulatie optreedt etc.
Eigenschappen macroliden - azitromycine, claritromycine, erytromycine
Vooral effectief tegen intracellulair voorkomende bacteriën (Legionella, Chlamydia, Mycobacteria) en G+ bacteriën.
Erytromycine en claritromycine zijn CYP3A4 inhibitoren en zijn zelf substraat van CYP3A4. Cave: interactie met statines ⇥ verhoogd risico statine toxiciteit (rhabdomyolyse).
Werkingsmechanisme macroliden - azitromycine, claritromycine, erytromycine
Bacteriostatische werking door remming eiwitsynthese.
Belangrijkste interacties bij gebruik macroliden - azitromycine, claritromycine, erytromycine
Erytromycine en claritromycine zijn CYP3A4 inhibitoren en zijn zelf substraat hiervoor, hierdoor bestaat er een interactie met statines (simvastatin & atorvastatine) (substraat) ⇥ verhoogd risico statine toxiciteit (rhabdomyolyse).
Simultaan gebruik van QTc verlengers verhoogt het risico op torsades des pointes ritmestoornis.
Werkingsmechanisme sulfonamiden/ trimethoprim
De bacteriostatische werking van sulfonamiden en trimethoprim berust op interactie met de DNA-synthese: resp. geen vorming dihydro- en tetrahydrofoliumzuur.
Het hierbij betrokken enzym dihydrofoliumzuurreductase is bij bacteriën veel gevoeliger voor trimethoprim dan die van de mens.
Wat is cotrimoxazol?
Combinatie van trimethoprim + sulfonamide.
Deze combinatie biedt het voordeel van synergisme, waarbij de werkzaamheid 5-10x groter is dan die van trimethoprim.
Deze combinatie is bactericide (i.t.t. de individuele componenten)
Belangrijkste interacties bij trimethoprim/ co-trimoxazol
De werking van MTX (methotrexaat) kan worden versterkt bij simultaan gebruik, omdat allen de activiteit van dihydrofolaatreductase onderdrukken, waardoor een potentieel levensbedreigende beenmergsuppressie kan volgen.
Co-trim kan de afbraak van VKA’s remmen, wat leidt tot een stijging van de INR (cave: bloedingen). Deze combi is daarom gecontra-indiceerd.