functieleer aandacht begrippen

Question 1

serieel verwerken

Answer 1

info wordt 1 voor 1 op volgorde verwerkt

Question 2

pigeon holing (Broadbent)

Answer 2

informatie wordt snel in semantische categorieen verdeeld om zo snel te kunnen verwerken

Question 3

troxler fading

Answer 3

het verdwijnen van details id achtergrond en het invullen vh zelfde homogeen veld bij fixatie

Question 4

guided search

Answer 4

wolfe
je maakt een map met daarin de meeste opvallende eigenschappen. Vervolgens ga je in deze gebieden zoeken

Question 5

oculomotore capture

Answer 5

fenomeen waarbij je oog automatisch wordt aangetrokken door een opvallende stimulus

Question 6

free floating features

Answer 6

de features zijn gecodeerd, maar nog niet juist gecombineerd

Question 7

stimulus driven

Answer 7

de aandacht wordt exogeen getrokken

Question 8

singleton

Answer 8

een conditie die verschild van de andere

Question 9

spotlight of attention

Answer 9

treisman
alle locaties van de master map worden afgezocht

Question 10

overte aandachtsverschuiving

Answer 10

met oogbeweging

Question 11

disengagement

Answer 11

het losmaken van de exogeen getrokken aandacht en overgaan op endogene aandacht

Question 12

feature maps

Answer 12

Treisman
bepaalde mentale representaties die visuele kenmerken van een object kunnen coderen, zoals kleur vorm etc

Question 13

goal driven

Answer 13

de proefpersoon verplaats de aandacht met het doel sneller te zijn

Question 14

attentieve fase

Answer 14

Neisser
Aandacht komt ertussen voor controlerende tragere seriele verwerking

Question 15

spatiale aandacht

Answer 15

het richten van de aandacht naar bepaalde stimuli ih visueel veld

Question 16

pop-out

Answer 16

treisman
iets was verschilt op een basiskenmerk van een feature map

Question 17

binding problem

Answer 17

treisman
het combineren van feature maps om een object te distantieren

Question 18

parallel verwerken

Answer 18

verschillende info wordt tegelijk verwerkt

Question 19

disjunctie

Answer 19

het verschillen van distractoren op 1 kenmerk ( bijv een o tussen allemaal x’en)

Question 20

exogene aandachtsverschuiving

Answer 20

aangetrokken door stimulus

Question 21

zoomlens

Answer 21

laberge
kunnen de breedte van aandachtsfunctie aanpassen

Question 22

scrutiny

Answer 22

het serieel zoeken van een moeilijke doelstimulus

Question 23

dichotisch luisteren

Answer 23

per oor een ander auditief signaal tegelijk

Question 24

focal attention

Answer 24

je aandacht ergens op richten waardoor de rest naar de achtergrond verdwijnt

Question 25

preattentieve fase

Answer 25

Neisser Fase waarin stimuli onbewust snel en parallel wordt ingedeeld en globale detectie plaatsvind

Question 26

endogene aandachtsverschuiving

Answer 26

vrijwillig gestuurd vanuit de persoon zelf

Question 27

shadowing

Answer 27

het gelijk nazeggen van de boodschap van een oor

Question 28

conjunctie

Answer 28

het combineren van meerdere eigenschappen, (bij een rode O tussen groene O's en rode X'en)

Question 29

transient

Answer 29

tussenbeeld bij twee inputsbeelden

Question 30

zoek assymetrien

Answer 30

het omdraaien van distractor en target is soms makkelijker of moeilijker, zo is het detecteren van aanwezigheid van een feature makkelijker dan afwezigheid detecteren

Question 31

Master map of locations

Answer 31

treisman overal waar distractoren en targets zijn worden in het visueel veel in kaart gebracht

Question 32

dichotomie

Answer 32

tegengesteld proces

Question 33

coverte aandachtsverschuiving

Answer 33

zonder oogbeweging

Question 34

FIT

Answer 34

basiskenmerken worden preattentief gecodeerd obv feature maps. Waarbij de basislementen worden gecodeerd obv bepaalde parameterwaarden. Targets die verschillen van distractoren obv dit springen er meteen uit. Indien het een combinatie van eigenschappen is moet focal attention werken als bindmiddel om zo verschillende feature maps te verbinden. Het gaat zoeken in de master map of locations en komt zo tot een bevinding. Een zoekproces is dus serieel

Question 35

illusoire conjuncties

Answer 35

Als men gekleurde letters aangeboden kregen konden ze wel de letters en kleuren benoemen, niet de juiste combi's

Question 36

disjunctief

Answer 36

parallel zoeken

Question 37

conjunctief

Answer 37

parallel zoeken

Question 38

hoge rt bij zoektaak

Answer 38

target distractor lijkt op elkaar distractoren onderling verschillen veel van elkaar

Question 39

cueing paradigma

Answer 39

indien er een cue wordt aangeboden die consistent is met waar de stimulus gaat komen is de rt lager, en vice versa. Je moet dus je exogene aandacht loskoppelen en je endogene aandacht richten op waar de stimulus daadwerkelijk is.

Question 40

Mib

Answer 40

motion induced blindness,

Question 41

blindheid voor veranderingen

Answer 41

ontstaat wanneer er iets van een mask tussen twee beelden zit.

Question 42

attenuation model

Answer 42

voorgesteld door treismann, beweerde dat aandacht een soort filter was die sommige dingen verzwakt en andere versterkt