FTC IV: Pijn Flashcards
Guus Ter Wijl is 15 jaar en heeft ernstige brandwonden opgelopen bij het instorten van een Paasvuur in zijn dorp. Op de spoedeisende hulp wordt bij lichamelijk onderzoek gevonden dat hij over zijn hele lichaam 1st en 2de graad brandwonden heeft opgelopen en ook nog op zijn rechteronderarm een lokaal ernstige verbranding heeft. Guus geeft aan dat hij ernstige pijn heeft, en krijgt daarvoor een oplopende dosis morfine intraveneus toegediend totdat hij zelf aangeeft dat de pijn vermindert (4 mg/24 uur). Deze dosis aan morfine wordt aangehouden gedurende de nacht. De volgende dag krijgt hij een huidtransplantatie die de ernstige verbranding op zijn onderarm bestrijkt. Gedurende de operatie geeft de anesthesioloog hem een intraveneuze behandeling met remifentanil (1 microg/kg/min) en een bolusinjectie van morfine (10mg) 15 minuten voor het einde van de operatie. Na het einde van de operatie en de 4 dagen erna krijgt Guus intraveneus morfine toegediend (4 mg/24 uur). Gedurende het genezingsproces wordt de morfine dosis afgebouwd en vervangen door orale toediening van paracetamol/codeïne combinatie (3x 1000 mg/24 uur).
Vraag 1
De pijn ervaring is het resultaat van neuronale verwerking en transmissie van door schade geïnduceerde sensorische stimulatie, die plaatsvindt in de periferie maar wordt waargenomen in het centrale zenuwstelsel. Welke route(s) zijn/waren er verantwoordelijk voor de ervaring van pijn toen Guus zich verbrandde?
- Stimulatie thermosensibele TRPV receptoren
- Stimulatie van de productie van chemo activatoren: protonen en kinines
- Spanningsafhankelijke calcium kanalen in Aδ en C vezels worden geactiveerd - signalen gaan naar de dorsale hoorn en het ruggenmerg - N-type spanningsafhankelijke kanalen gecontroleerde afgifte van neurotransmitters aan de seconundair projecterende neuronen