Farmacokinetiek Deel I Flashcards
Wat is farmacokinetiek?
(de studie naar) Wat het lichaam met het farmacon doet
Wat zijn de vier hoofdprocessen van farmacokintiek?
Absorptie, Distributie, Metabolisme en Excretie (ADME)
Als we spreken over absorptie, van welke route van administratie gaan we dan uit en waarom?
De orale route. Dit is omdat, bijvoorbeeld bij intraveneuze toediening, het farmacon zich al direct in het doeltreffende orgaan bevindt (namelijk de bloedcirculatie). Bij orale toediening moet dit via het maag-darm stelsel, en dit is het proces wat bedoeld wordt als we spreken over absorptie.
Wat zijn verscheidene factoren die van invloed zijn op de absorptie van een medicijn VOORDAT de daadwerkelijke transport/absorptie kan plaatsvinden?
- Formulering
- Stabiliteit voor zuur en enzymen
- Motoriek van de darmen
- Voedsel in de maag
- Mate van metabolisme in de eerste fase
- Oplosbaarheid van lipiden
(we zullen deze een voor een nalopen)
Wat wordt bedoeld met de ‘stabiliteit voor zuur en enzymen’ m.b.t. de absorptie van een farmacon?
Hoe vatbaar een bepaald farmacon is voor de extreme lage zuren van de maag, en de enzymen die in de maag zitten. Als een farmacon daar erg gevoelig voor is zal deze worden afgebroken, en kan dan niet worden opgenomen.
Wat wordt bedoeld met de ‘motoriek van de darmen’ m.b.t. de absorptie van een farmacon?
Als iemand diarree of ernstige obstipatie heeft, zal dit tot zekere mate van invloed zijn op de absorptie van het farmacon. In geval van diaree is de motoriek van de darmen toegenomen, in geval van obstipatie is dit afgenomen
Wordt de concentratie van een farmacon bij iemand met diarree verhoogd of verlaagd?
De concentratie wordt vergroot. Dit komt omdat de motoriek van de darmen versneld/versterkt is, waardoor er sneller transport is naar excretie. Omdat er minder tijd is om het farmacon op te nemen, is dus een hogere dosis van het farmacon nodig
Wat zijn de verschillende vormen van transport waardoor het farmacon door de maag-darm epitheel heen kan?
- Diffusie door lipide
- Diffusie door waterig kanaal
- Transporter
Wat is resorptie?
Synoniem voor absorptie!
Wordt een farmacon (voornamelijk) met water of met voedsel ingenomen?
Met water! Farmaca kunnen een reactie aangaan met de aminozuren (van het eten) dat eigenlijk niet de bedoeling is. Ook kan er een competitie plaatsvinden doordat een aminozuur aan dezelfde transporter/receptor bindt als het farmacon (negatief effect op absorptie).
Hebben voornamelijk hydrofiele of hydrofobe farmaca last van competitie met de transporter/receptor van het maag-darm epitheel (voor de absorptie)? Waarom?
Hydrofiele farmaca. Dit komt omdat zij zich niet door het hydrofobe membraan kunnen verplaatsen (stoot elkaar af) en hebben dus een transporter nodig (dus grotere kans op competitie)
Welke vorm van transport over het membraan is het meest voorkomend bij een farmacon?
Diffusie door de lipide-laag (passief)
Waar is de resporptie/absorptie van een farmaca afhankelijk van?
- De concentratiegradiënt van de ongeïoniseerde vorm over het membraan
- De vetoplosbaarheid van de ongeïoniseerde vorm
- Het beschikbare resorptie-oppervlak
(we gaan deze in groter detail bespreken in volgende kaartjes)
We bespraken net de 3 invloeden op absorptie (concentratiegradient van de ongeioniseerde vorm, vetoplosbaarheid van ongeioniseerde vorm, beschikbare resorptieoppervlak). Waar is de mate van ionisatie van een farmacon afhankelijk van?
- De omgevings pH (laag in maag, hoog in darmen)
- De sterkte van het zuur of base (pk-waarde)
Waar/onwaar: Op basis van de Pk waarde kan je afleiden of een stof een zuur/base is
Niet waar, enkel kan worden afgeleid of het een sterk/zwak zuur/base is.