frans 1 4k Flashcards
1
Q
de aanwezigheid
A
la présence
2
Q
het middelpunt van de belangstelling
A
le centre d’attention
3
Q
de humor
A
l’humour
4
Q
(on)beleefd
A
(im)poli
5
Q
actief
A
actif
6
Q
agressief
A
agressif
7
Q
onsympatiek
A
antipathique
8
Q
arrogant
A
arrogant
9
Q
asociaal
A
asocial
10
Q
avontuurlijk
A
aventureux
11
Q
leergierig
A
avide d’apprendre
12
Q
een babbelaar
A
bavard
13
Q
heel vriendelijk, hartelijk
A
chaleureux
14
Q
zelfzeker
A
confiant
15
Q
chaotisch
A
chaotique
16
Q
moedig
A
courageux
17
Q
creatief
A
créatif
18
Q
kritisch
A
critique
19
Q
afstandelijk
A
distant
20
Q
grappig
A
drôle
21
Q
enthousiast
A
enthousiaste
22
Q
betrouwbaar
A
fiable
23
Q
flexibel
A
flexible
24
Q
eerlijk
A
honnête
25
idialistisch
idéaliste
26
ongeduldig
impatient
27
onvoorzichtig
imprudent
28
onzeker
incertain
28
onafhankelijk
indépendant
29
jaloers
jaloux
29
onverschillig
indifférent
29
vrolijk ,gelukkig
joyeux
30
onmisbaar
indispensable
30
intelligent
intelligent
31
een liefde
un amour
32
de aantrekkingskracht
l'attirance
33
een schoonvader
un beau-père
34
een schoon-broer
un beau-frère
35
een schoonmoeder
une belle-mère
36
een schoonzus
une belle soeur
37
een nood
un besoin
38
een schoondochter (2)
une belle-fille / une bru
39
een vrijgezel
un(e) célibataire
40
de verandering
le changement
41
de woede
la colère
42
het vertrouwen
la confiance
43
een kennis
une connaissance
44
liefde op het eerst gezicht
un coup de foudre
45
een onevenwicht
un débalancement
46
een uitdaging
un défi
47
de afkeer
le dégoût
48
de toewijding
le dévouement
49
een mislukkeling
un échec
50
een gevoel
une émotion
51
de opgewondenheid
l'excitation
52
de kern
l'essentiel
53
een aanvulling
une excitation
54
een element
un facteur
55
de trouwheid
la fidélité
56
een schoonzoon
un gendre
57
een waarde
une importance
58
een onbekende
un(e) inconnu(e)
59
een belang
un intérêt
60
de vreugde
la joie
61
een band
un lien
62
een nicht
une nièce
63
een neef
un neveu
64
de verdeling
le partage
65
partner
un partenaire
66
de angst
la peur
67
een openingszin
une phrase d'accroche
68
de bescherming
la protection
69
een reden
une raison
70
troost
un réconfort
71
een relatie
une relation
72
respect
le respect
73
een opoffering
un sacrifice
74
de bron
une soucre
75
verbazing
la suprise
76
droefheid
la tristesse
77
geen enkele
aucun(e)
78
een waarde
une valeur
79
angstig
anxieux
80
geladen
chargé
81
innemend, charmant
charmant
82
verontwaardigd
dégoûté
83
doorslaggevend
déterminant
84
duurzaam
durable
85
misselijk
écoeuré
86
bang
effrayé
87
verbaasd
étonné
88
uitgeput
épuisé
89
kwaad
fâché
90
moe
fatigué
91
onzichtbaar
invisible
92
gezond
sain
93
temmen
apprivoiser
94
beschouwen
considérer
95
flirten
draguer
96
omhelzen
embrasser
97
verrijken
enrichir
98