3k engels eigenschappen en gewoontes Flashcards
1
Q
flexibel
A
adaptable
2
Q
agresief
A
aggressive
3
Q
streverig
A
ambitious
4
Q
bazig
A
bossy
5
Q
dapper
A
brave
6
Q
voorzichtig
A
cautious
7
Q
kinderlijk
A
childlike
8
Q
slim
A
clever
9
Q
zelfverzekerd
A
confident
10
Q
nieuwsgierig
A
curious
11
Q
belang hechten aan je familie
A
detail-oriented
12
Q
vastberaden
A
determined
13
Q
meelevend
A
empathetic
14
Q
enthousiast
A
enthusiastic
15
Q
family-oriented
A
veel belang hecten aan je familie
16
Q
vrijgevig
A
generous
17
Q
slechtgezind
A
grumpy
18
Q
hardwerkend
A
hardworking
19
Q
eerlijk
A
honest
20
Q
vriendelijk
A
kind
21
Q
lui
A
lazy
22
Q
logisch
A
logical
23
Q
precies
A
meticulous
24
Q
nieuwsgierig
A
nossy
25
georganiseert
orgenized
26
sociaal
outgoing
27
mensgericht
people-oriented
28
praktisch
practical
29
betrouwbaar
reliable
30
zwijgzaam, spraakzaam
reserved
31
gevoelig
sensitive
32
verlegen
shy
33
sociaal
sociable
34
koppig
stubborn
35
spraakzaam
talkative
36
ijdel
vain
37
een grote mond
a big mouth
38
een bezige bij
a busy beaver
38
een luierik
a couch potato
39
een hard van goud
a heart of gold
40
een bemoeial
a noisy parker
41
een betweter
a smart alec
42
een muurbloempje( verlegen)
a wallflower
43
iemand die eerlijk is
the salt of the earth
44
zo stil als een muis zijn
to be as quiet as a mouse
45
koppig
to be pig-headed
45
een kort lontje hebben
to have a short fuse
46
wees niet bang
don't be a chicken
47
ambitieuze plannen hebben
to reach for the moon
48
de broek dragen
to wear the trousers
49
het hart op de tong hebben(emoties tonen)
to wear your heart on your sleeve
50
onschuldig persoon
to be wet behind the ears
51
altijd te laat komen
always being late
52
verslaafd zijn aan gsm
being addicted to gsm
53
op je nagels bijten
biting your nails
54
te veel junkfood eten/vreten
eating to much junk food/ binging
55
vloeken in het verkeer
cursing, getting angry in traffic
56
je knokkels kraken
cracking knuckles
57
roddelen
gossiping
58
neuspeuteren
picking your nose
59
je handen niet wassen
not washing your hands
60
te veel uitstellen
procrastinating
61
hangen
slouching
62
slurpen
slurping or gobbling your food/ bolting down
63
met je mond vol praten
talking with your mounth full
64
spuwen in het openbaar
spitting in public
65
roken
smoking
66
een beatyblog schrijven
beauty blogging
67
(vidio)chatten/surfen op het internet
(video)chatting/ surfing online
68
koken
cooking
69
knutselen/plakboeken maken
doing arts and crafts/scrapbooking
70
fietsen
cycling
71
verkleden
cosplaying
72
videospelletjes spelen
gaming/playing videogames
73
rond hangen met vrienden
hanging out with friends
74
muziek luisteren
listening to music
75
schilderen
painting
76
een instrument bespelen
playing a instrument
77
een sport beoefen
playing sports
78
zwemmen
swimming
79
winkelen
shopping
80
lezen
reading
81
foto's nemen
taking pictures
82
reizen
travelling
83
tv kijken/ bingewatchen
watching tv/ bingewatching
84
sporten
working out/ exercising
85
schrijven/ handletteren
writing/ hand lettering
86
