Frank et al Flashcards

1
Q

Wat zijn enkele risicofactoren voor peri-implantitis?

A

Parodontitis, diabetes mellitus, genetische factoren, roken, slechte mondhygiene, alcoholgebruik, aanwezigheid van gekeratiniseerde gingiva en oppervlakte ruwheid vsn het implantaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het doel van het onderzoek van Frank et al?

A

het identificeren en analyseren van factoren die de kans op het verkrijgen van peri-implantitis bij patienten in een algemene kaakchirurgische praktijk beinvloeden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de karakteristieken van de deelnemers?

A

Alle deelnemers die op de afdeling mondziekten, kaak- en aangezsichtschirurgie tussen 1999 en 2007 waren behandeld van implantaten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wanneer is er sprake van diagnositiek peri-implantitis?

A

Bloeding bij sonderen met de aanwezigheid van een implantaatpocket van minimaal 6 mm of een verlies van botcontact van minimaal 2,5 mm.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat was een eis van de experimentele groep mbt peri-implantitis?

A

Degenen die in de periode peri-implantitis bij 1 of meerdere implantaten ontwikkelden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waaruit bestond de experimentele groep? Benoem het aantallen mannen, vrouwen en de gemiddelde leeftijd.

A

6 mannen (26%) en 17 vrouwen met een gemiddelde leeftijd van 57,7 jaar die in totaal 112 implantaten hadden gekregen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoeveel deelnemers waren edentaat en hoeveel implantaten waren er binnen de experimentele groep?

A

12 deelnemers waren edentaat en zij hadden in totaal 66 implantaten gekregen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoeveel rokers waren er binnen de experimentele groep?

A

4 rokers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat was de dentate status van de controle groep en hoeveel implantaten waren er binnen de controlegroep?

A

partieel dentate deelnemers en er waren 46 implantaten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waaruit bestond de controle groep? Benoem het aantallen mannen, vrouwen en de gemiddelde leeftijd.

A

4 mannen (21%) en 15 vrouwen met een gemiddelde leeftijd van 52,4 jaar die 1 of meer implantaten hadden gerkegen in het jaar 2007 zonder peri-implantitis te ontwikkelen gedurende de evaluatieperiode van 1 jaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoeveel rokers waren er binnen de cntrole groep?

A

2 rokers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat was de levensduur van beide onderzoeksgroepen gedurende het onderzoek?

A

De implantaten in beide onderzoeksgroepen waren minstens 2 jaar in situ (in de mond)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke metingen waren er dmv paronamische rontgenopnamen genomen?

A
  • De hoogte tussen de implantaatplatform en het marginale bot
  • De afstand tussen de horizontale lijn over de top van de processus alveolaris en het niveau van het botcontact van het implantaat
  • de verschillen tussen de meetresultaten en de aanwezigheid van angulaire botdefecten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke metingen werden er genomen bij partieel dentaten?

A

bloedingsindex
plaquescore
dutch periodontal screening index
De conditie van de mucosa rondom de implantaten werd beoordeeld op de aanwezigheid van gekeratiniseerde gingiva

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarom werden alle deelnemers onderzocht op een verhoogde HbA1c-waarde (geglycolyseerd hemoglobine een maat voor de hoeveelheid glucose in het bloed)?

A

Omdat er een associatie is tussen diabetes mellitus en het voorkomen van pei-implantitis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoeveel implantaten hadden verdiepte pockets bij de experimentele groep? En wat de diepte van de implantaatpockets?

A

47 implantaten hadden een verdiepte implantaatpocket van gemiddeld 6 mm.

17
Q

Wat was de radiologisch gemeten gemiddelde botverlies binnen de experimentele groep?

A

6,8 mm

18
Q

Bij hoeveel implantaten waren er angulaire botdefecten en hoe diep was dit binnen de experimentele groep?

A

Er was en angulaire botdefect bij 42 implantaten met ene gemidddelde diepte van 3,9 mm.

19
Q

Hoeveel implantaten hadden verdiepte pockets bij de controle groep? En wat de diepte van de implantaatpockets?

A

11 implantaten hadden een verdiepte implantaatpocket van gemiddeld 4,6 mm.

20
Q

Wat was de radiologisch gemeten gemiddelde botverlies binnen de controle groep?

A

2,8 mm

21
Q

Bij hoeveel implantaten waren er angulaire botdefecten en hoe diep was dit binnen de experimentele groep?

A

Er was en angulaire botdefect bij 11 implantaten met ene gemidddelde diepte van 1,8 mm.

22
Q

Was de positie van de implantaat in de kaak (incisief, cuspidaat, premolaar of molaar) gerelateerd aan het voorkomen van peri-implantitis.

A

Nee, de positie van de implantaat in de kaak is niet gerelateerd aan het voorkomen van peri-implantitis.

23
Q

Wat voor soort augmentatie (botopbouw) zorgde voor een grotere kans op het ontstaan van peri-implantitis?

A

Een augmentatie met autoloog (eigen) bot

24
Q

Wat is het effect van augmentatie dmv onlay en sinuselevatie op het onstaan van peri-implantitis?

A

De agmentatie door middel van een onlay veroorzaakt een grotere kans op het onstaat van peri-implantitis terwijl bij een sinuselevatie deze kans kleiner is.

25
Q

Wat gaf een hogere plaquescore aan mbt peri-implantitis?

A

Een hogere plaquescore gaf een verhoogde kans op peri-implantitis.

26
Q

Benoem welke tandheelkundige instrumenten minder kans gaven op peri-implantitis, kies uit: kronen, bruggen of overkappingsprothesen.

A

Solitaire kronen gaven minder kans op peri-implantitis dan bruggen of overkappingsprothesen met een drukknopmesostructuur

27
Q

Wat kun je met een lage DPSI-index associeren?

A

Een lange DPSI-index is geassocieerd met een kleine kans op peri-implantitis

28
Q

Was is gerelateerd aan de afwezigheid van gekeratiniseerde gingiva rondom het implantaat?

A

De afwezigheid van gekeratiniseerde gingiva rondom het implantaat is gerelateerd aan peri-implantitis.

29
Q

Wat is een effect van de toename aan implantaten?

A

De incidentie van complicaties, zoals peri-implantitis, zal toenemen. Waardoor hulpverleners meer tijd moeten spenderen aan de nazorg bij mensen met implantaten.

30
Q

Wat is de prevalentie van peri-implantaire mucositis?

A

Bij 80% van de deelnemers en ongeveer 50% van alle implantaten

31
Q

Wat is de prevalentie van peri-implantitis?

A

Bij 28-56% van de deelnemers en ongeveer 12-43% van alle implantaten.

32
Q

Welke verbanden heeft dit onderzoek duidelijk gemaakt?

A

Het voorkomen van peri-implantitis en een pre-implantaire botaugmentatie, bruggen en overkappinsprothesen met een drukknopmesostructuur in vergelijking met solitaire kronen, een slechte mondhygiene, een slechte parodontale conditie en het ontbreken van gekeratiniseerde gingiva/ mucosa rondom het implantaat.

33
Q

Wat voor soort beeld heedt dit onderzoek verkregen in de algemene kaakchirurgische praktijk?

A

De factoren die een rol spelen bij peri-implantitis in de algemene kaakchirurgische praktijk.