Alani et al Flashcards

1
Q

Wat is de functie van implantaten?

A

De rehabilitatie van edentate (zonder eigen tanden) en gedeeltelijk dentate (mei eigen tanden) patienten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wanneer en door wie werden implantaten ontwikkeld?

A

Implantaten werden door Branemark ontwikkeld. Branemark publiceerde in 1982 zijn langetermijnresultaten, waarna implantaten steeds meer werden toegepast.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het gevolg van de groeiende vraag naar implantaten?

A

De behoefte aan onderhoud neemt toe.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn enkele problemen mbt implantaten in het publiek?

A
  • patienten zijn niet voldoende geinformeerd over de lange termijn kosten
  • patienten hebben de indruk dat implantaten een langere levensduur hebben dan natuurlijk weefsel.
  • patienten die een implantaat nodig hebben, zijn meest waarschijnlijk een tand verloren door tandplaque gerelateerde ziektes zoals parodontitis.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Geef de definitie van peri-implantaire mucositis.

A

Peri-implantaire mucositis is een reversible ontstekingslaesie die op zacht weefsel in het gebied direct rond implantaten beinvloedt, maar het beinvloedt niet het bot.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Geef de definitie van peri-implantitis.

A

Peri-implantitis is een inflammatoire laesie die tot crestaal botverlies en onsteking van zwakke delen leidt gepaard met bloedingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de definitie van apicale/ retrograde peri-implantitis.

A

Dit is peri-implantitis die op de apex van wortel gevormde endostale implantaten ontstaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Benoem uiterlijk kenmerken van peri-impantitis.

A

asymptomatisch in de vroege stadium, onstekeing van de gingiva, gingivavergroting in gebieden met niet-gekeratiniseerde mucosa of bij uitneembare restauraties, recessie en blootliggende implantaatdraden, blauwe tint door doorschijning van de implantaat bij dunne gingiva.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de betekenis van sonderen?

A

Het meten van de ruimte tussen tandvlees en tand met een pocketsonde ten opzichte van een vast orientatiepunt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de aanbevolen sondeerkracht?

A

0,25 Ncm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat gebeurt er als je een gezonde mucositis sondeert?

A

De pocketsonde raakt de alveolaire crest (bot) niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat gebeurt er als je een patient met peri-implantitis sondeert?

A

De pocketsonde raakt de alveolaire crest (bot) wel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wanneer kunnen plastic sondes gebruikt worden?

A

Plastic sondes kunnen bij het sonderen van implantaten gebruikt worden vanwege de flexibiliteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe kun je een nauwkeurige sondeerdiepte realiseren?

A

Door verschillende metingen te nemen en te vergelijken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat duidt het bloeden tijdens het sonderen aan?

A

Bloeden bij sonderen duidt op de aanwezigheid van een ontsteking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat duidt de aanwezigheid van pus tijdens het sonderen aan?

A

Pus duidt op een actieve ontsteking en meestal ook botverlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat duidt pijn bij percussie (het aantikken van een tand) aan?

A

Als percussie pijn veroorzaakt dan duidt op ontsteking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat duidt een hoge percussietoon aan?

A

Een gezonde implantaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat duidt een dove percussietoon aan?

A

Botverlies

20
Q

Wat duidt mobilitiet van een tand(vlees) aan?

A

Mobiliteit is een slechte indicator voor ontsteking =, het treedt vaak op bij vergevorderde peri-implantitis.

21
Q

Wat is resonantie-frequentie analyse?

A

Resonantie-frequentie analyse is een methode om microbewegingen van een implantaat te registreren door middel van implantaatstabiliteitsquotient.

22
Q

Wat is de implantaatstabiliteitsquotient van een stabiel implantaat?

A

ongeveer 70,32

23
Q

Wordt resonantie-frequentie anlayse in de praktijk gebruikt?

A

Nee.

24
Q

Geef de definitie van retrograde peri-implantitis.

A

Dit is een aandoening waarbij de gingivarand ziektevrij lijkt, maar er wel zwelling is bij de implantaatpunt of een sinuskanaal

25
Q

Hoe belangrijk zijn kwalitatieve rontgenfoto’s?

A

kwalitatieve rontgenfoto’s zijn essentieel voor een goede diagnostiek. !!! Rontgenfoto’s horen niet regelmatig genomen te worden !!!

26
Q

Wat duidt een verandering van de botrand tijdens het eerste jaar van het implantaat?

A

Dit kan te maken hebben met remodellering van het bot (dus duidt niet meteen op peri-implantitis).

27
Q

Hoe betrouwbaar is de aanwezigheid van ontstekingen op rontgenfoto’s?

A

Ontstekingen kunnen verschillende vormen aannemen op een rontgenfoto en zijn niet altijd een goede weergave van de werkelijkheid.

28
Q

Wat kun je met een digitale subtractieradiografie detecteren?

A

Veranderingen in botdichtheid in het gebied van implantaten

29
Q

Wat leidt functionele belasting tot ivm botdichtheid?

A

Functionele belasting leidt tot een toename van de dichtbotheid

30
Q

Wat leidt peri-implantitis tot ivm botdichtheid

A

Peri-implantitis leidt tot een afname van de botdichtheid

31
Q

Welk geavanceerde beeldvorming wordt nauwelijks gebruikt voor detectie van peri-implantitis?

A

cone beam computertomografie

32
Q

Wat is de etiologie (oorzaak) van peri-implantitis?

A

Er is veek onduidelijkheid over de etiologie en het is een overdreven vreemdlichaamreactie op het implantaat, waaronder corrosie van het implantaat.

33
Q

Wat is een secondaire etiologie van peri-implantitis?

A

Biofilm ontwikkeling

34
Q

Welk verandering in de vezels van Sharpey vindt er plaats bij de aanwezigheid van een implantaat?

A

In een gezonde toestand vormen de vezels van Sharpey een afdichting tegen bacterien. Bij een implantaat zijn deze vezels afwezig.

35
Q

Op welk plek van een implantaat kunnen bacterien makkelijk hechten?

A

Bacterien kunnen makkelijk op het ruwe oppervlak van een implantaat hechten.

36
Q

Welke implantaten lijken sneller volgroeide biofilms te ontwikkelen?

A

Zandgestraalde en zuurgeetste implantaten lijken sneller volgroeide biofilms te ontwikkelen dan machinaal bewerkte en gemodififeerde zuur geetste implantaten

37
Q

Beschrijf het proces van peri-implantitis.

A

Biofilm nesteld, ontsteking van omringende zacht weefsel (mucositis), microbiele kolonisatie houdt aan, ontstaan van ontstekingsinfiltraat, ontstaan peri-implantitis, botafrbraak

38
Q

Noem enkele mogelijkheden voor de etiologie van apicale of terograde peri-implantitis.

A

in het algemeen nog steeds duidelijk.
- Oververhitting van het bot apicaal (bij de punt) tijdens het plaatsen van het implantaat
- veontreiniging van het implantaatoppervlak tijdens instrumentatie
- Een reeds bestaande ziekte op of dicht bij de implantatielocatie

39
Q

Wat zijn andere mogelijke diagnoses van botafbraak bij een implantaat?

A

Bot modelleert zich, implantaten zijn te dicht bij elkaar geplaatst, dun gingivaal biotype

40
Q

Wat was de prevalentie van peri-implantatis bij het onderzoek van Fransson et al. Benoem daarnaast ook het aantal deelnemers.

A

Deze studie onderzocht 662 patienten met implantaten die tussen 5-23 jaar waren geplaatst. Van de 1070 deelnemers vertoonde 40% peri-implantitis.

41
Q

Wat waren de resultaten van de meta-analyse?

A

19% van de patienten en 10% van de implantaten werd gediagnosticeerd met peri-implantitis.

42
Q

Wat waren de resultaten van de stystemische review van 9 studies?

A

6.283 implantaten bij 1497 deelnemers werden onderzocht. 63,4% had peri-implantaire mucositis en 19% had peri-implantitis.

43
Q

Wat werd er bij het onderzoek van Renvert et al onderzocht?

A

De studie onderzocht de incidentie van peri-implantitis over een periode van 13 jaar.

44
Q

Wat waren de resultaten van het onderzoek van Renvert et al?

A

De incidentie van peri-implantitis varieerde tussen 26,2% en 30,4% gedurende jaar 1 en 7. Dit daalde tussen 7,1% en 11,5% gedurendde jaar 7 en 13. Beide resultaten zijn afhankelijk van het implantaatsysteem.

45
Q

Wat onderzocht het onderzoek van Charalampakis et al?

A

Deze retrospectieve studie onderzocht patienten met peri-implantitis.

46
Q

Wat waren de resultaten van het onderzoek van Charalampakis et al?

A

91% van deelnemers hadden pus, bloedingen, botverlies van meer 1/3 van het implantaat of sondediepte van 7mm of meer. 43% van deelnemers ontwikkelde vroeg peri-implantitis van implantaten die minder dan 4 jaar gebruikt werden.

47
Q

Wat kun je beter doen wanneer peri-implantitis voortschrijd en wat is een gevolg hiervan?

A

Als peri-implantitis voortschrijdt, kan de vwerwijdering van de implantaat (explantatie) nodig zijn. Aangezien dit een groot defect achterlaat, is het belangrijk om peri-implantitis te voorkomen.