Farmacotherapie; Stabiele angina pectoris Flashcards
Onderscheid bij SAP wordt gemaakt in: (3)
atypische en typische AP
aspecifieke thoracale klachten
De behandeling van patiënten met SAP in de eerste lijn bestaat uit …
aanvalsbehandeling
onderhoudsbehandeling ter vermindering van klachten
behandeling ter cardiovasculaire preventie
Wat zijn aspecifieke thoracale klachten?
pijn op de borst
Hoe gebruikt de huisarts vooral de term angina pectoris?
Als ‘syndroomdiagnose’
Hoe gebruikt de cardioloog vooral de term angina pectoris?
Als ‘ziektediagnose’
Wat bedoelt de cardioloog met name met de term angina pectoris? (als ziektediagnose)
pijn op de borst tgv ischemie door klinisch relevant coronairlijden, tgv obstructie van epicardiale coronairarteriën, microvasculair coronairlijden of spasme van de coronairarteriën.
Wanneer gaat het over SAP?
Als het klachtenpatroon (de pijn op de borst), bij herhaling optreedt. Bij ongeveer dezelfde mate van inspanning of dezelfde uitlokkende factor. Er is geen of geringe neiging tot progressie van de klachten.
Wanneer is er sprake van typische AP?
Indien alle volgende drie kenmerken aanwezig zijn:
1) retrosternale klachten (beklemmend, drukkend, snoerend gevoel op de borst)
2) provocatie van klachten door inspanning, emoties, kou, warmte of zware maaltijd
3) verdwijnen van klachten in rust en/of door sublinguale nitraten binnen 2-15 minuten
Wanneer is er sprake van atypische AP?
Als 2 van de 3 kenmerken van typische AP aanwezig zijn.
Wanneer is er sprake van aspecifieke thoracale klachten?
In alle overige gevallen (dus 1 of geen kenmerken zijn aanwezig)
Wat zijn retrosternale klachten?
Beklemmend, drukkend, snoerend gevoel op de borst
Wanneer kan er spraken zijn van ACS?
Als de patiënt retrosternale klachten heeft die in rust optreden, of de klachten langer dan 15 minuten aanhouden en niet verdwijnen in rust.
Welke aandoeningen vallen onder ACS?
Acuut myocardinfarct
Instabiele AP met klachten in rust (IAP)
Hoe ontstaan AP klachten?
Door voorbijgaande ischemie van het myocard, meestal veroorzaakt door obstructief epicardiaal coronairlijden (vernauwing in kransader bovenop het hart)
Wat zijn cardiovasculaire risicofactoren?
Hoge leeftijd (mee)roken hypercholesterolemie hypertensie weinig lichaamsbeweging diabetes mellitus obesitas hart- en vaatziekten in de voorgeschiedenis belaste familieanamnese