Farmacotherapie; Beroerte Flashcards

1
Q

Wanneer is monotherapie met clopidogrel een gelijkwaardig alternatief voor acetylsalicylzuur in combinatie met dipyridamol?

A

Bij patiënten met een TIA of een herseninfarct zonder cardiale emboliebron.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat geven we na een TIA of herseninfarct als gevolg van atriumfibrilleren of een andere cardiale emboliebron?

A

Cumarinederivaten en DOAC’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarvoor is beroerte de overkoepelende term?

A

plotseling optredende focale uitvalsverschijnselen in de hersenen als gevolg van ischemie (TIA of herseninfarct) of spontane intracerebrale bloeding.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe wordt een beroerte ook wel genoemd?

A

CVA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een TIA?

A

Voorbijgaande episode met neurologische verschijnselen als gevolg van focale ischemie van de hersenen, het ruggenmerg of de retina.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een herseninfarct?

A

Plotseling optredend verschijnsel van focale uitval in de hersenen als gevolg van infarcering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een intracerebrale bloeding?

A

Plotseling optredend verschijnsel van focale uitval in de hersenen als gevolg van een spontane parenchymateuze bloeding.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe ontstaat de ischemie meestal?

A

Als gevolg van embolieën uit het hart of cerebrale arteriën of als gevolg van atherosclerose van de cerebrale vaten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de FAST-techniek?

A

Een manier om te checken of een patiënt een beroerte heeft gehad. Face, Arm, Speech, Time

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welk beleid wordt toegepast in de acute fase bij vermoeden van een TIA?

A

Start met acetylsalicylzuur 160mg 1 dd

Continueer TAR of OAC als patiënt deze reeds gebruikt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welk beleid wordt toegepast in de acute fase bij vermoeden van een herseninfarct of hersenbloeding?

A

Geef alleen TAR als bloeding uitgesloten is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welk beleid wordt toegepast na de acute fase als secundaire preventie?

A

Dit wordt pro-actief gedaan.

  1. Trombocytenaggregatieremmers
  2. Cholesterolverlagende medicatie
  3. Antihypertensiva
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welk beleid geldt voor het behandelen met TAR na de acute fase?

A

gelijkwaardige keuzes:

  1. Clopidogrel 75mg 1dd
  2. ASA 80mg 1dd én dipyridamol 200mg 2dd

Bijwerkingen van clopidogrel: vervang door 2.
Door insluipen dipyridamol wordt hoofdpijn vaak voorkomen.
Er is geen reden om combi om te zetten in clopidogrel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welk beleid geldt voor het behandelen met cholesterolverlagende medicatie na de acute fase?

A

Behandeling met een statine reduceert de kans op herseninfarct en andere cardiovasculaire gebeurtenissen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welk beleid geldt voor het behandelen met antihypertensiva na de acute fase?

A

Gebruik stappenplan uit NHG-standaard CVRM
Ook bij systolische bloeddruk kleiner of gelijk aan 140 mmHg is bloeddrukverlagende behandeling geïndiceerd, mits verdragen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welk beleid geldt voor het behandelen na een intracerebrale bloeding?

A
  • hypertensiva
  • ook bij <_ 140 mmHg, indien verdragen
  • geen indicatie voor behandeling met een statine