Failure to Thrive Flashcards

1
Q

failure to thrive

A

= first WT faltering

  1. definitie
    - opvallend lager gewicht dan verwacht
    - en/of
    - minder gewicht toename dan verwacht
  2. diagnostische definitie
    - verandering gewicht/leeftijd >-1SD binnen 3 maanden bij kinderen < 1 jaar
    op de groeicurve
    ̶- verandering g/l >-1SD binnen 3 maanden bij kinderen ≥1 jaar
    ̶- afname in lengtegroei 0.5–1 SD/jaar bij leeftijd < 4 jaar en 0.25 SD/jaar bij leeftijd >4 jaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

kliniek van FTT

A
  1. algemeen
    - 1-5% van alle kinderen
    - alle orgaansystemen evalueren = heel breed
  2. anamnese
    - familiale anamnese = neonatale groei bij familieleden
    - voorgeschiedenis
    - zwangerschapsanamnese vb: infecties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

klinische tekenen FTT

A
  1. gedrag
    - irritabel & prikkelbaar
    - verminderde sociale respons & vertraagde neuromotore ontwikkeling
    - leer- & gedragsproblemen
  2. objectief
    - groeicurve!
    - zwak stemgeluid
    - veel slapen & vermoeid
    - moeilijk drinken = bij fles van 100ml al stoppen na 60-70ml
    - zweterig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

de groeicurve

A
  1. grafieken
    - leeftijd tov. hoofdomtrek, gewicht, lengte & BMI
    - lengte tov. gewicht
    - aparte curves voor jongens & meisjes
    - gemiddelde van ieder kind in België
  2. interpretatie
    - P50-lijn = gemiddelde
    - + & - 1,2 & 2,5 Z-score lijnen
  3. verloop van lijnen
    - leeftijd tov. hoofdomtrek, gewicht & lengte = exponentieel in begin & daarna afzwakken
    - lengte tov. gewicht = exponentieel
    - lengte tov. BMI = piek in eerste levensjaar & daarna afwakking
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

vitale parameters bij kinderen

A
  1. HF
    - trend = dalend bij ouder worden
    - 1j = 110-160
    - 12j = 60-100
  2. AF
    - trend = dalend bij ouder worden
    - 1j = 30-40
    - 12j = 15-20
  3. SBD
    - trend = stijgend bij ouder worden
    - 1j = 70-90
    - 12j = 100-120
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

oorzaken van FTT

A
  1. inadequate calorische inname
    - calorische deficit = problemen in zuigen/slikken of slechte voorbereiding van baby voeding
    - frequent overgeven
    - pyschosociale problemen = post-partum depressie, neglect, …
  2. inadequate nutritie opname
    - malabsorptie = coiliakie, GI-misvormingen, GOR gastro-oesofageale reflux …
    - cystische fibrose
    - pancreatische insuffiëntie
    - chronische cholestase = vertraagde lever functie
  3. verhoogd metabolisme
    - hartfalen
    - infactie
    - hyperthyreodie
    - inflammatoire aandoening
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

voedingsschema van neonataal kind

A
  1. pas geboorne
    - 700-1000ml melk
    - enkele oefenhapjes met fruit of groenten
  2. jonge zuigeling
    - 600-900ml melk
    - groenten en fruit papjes
  3. oudere zuigeling
    - 500-750ml melk
    - groenten en fruit papjes
  4. 8 maand
    - 500-750ml melk
    - start met brood
    –> behoud groenten & fruit papjes
  5. 12 maand
    - 700-1000ml melk
    start gezinsmaaltijden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

mucovisidose

A
  1. algemeen
    - autosomaal recessief
    - 1/25 drager -> 1/2500 prevalentie
    - chromosoom 7 = CFTR ontbrekend eiwit
  2. pathofysiologie
    - regulering van Cl- & Na+ transport verstoord
    - taai slijm in exocriene klieren
  3. diagnose
    - zweettest Cl- > 60mmol/l
    - neonatale screening sinds 2019
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

kliniek mucovisidose

A
  1. respiratoire effecten
    - LW infecties
    - longdestructie
    - chronisch longlijden
  2. andere effecten
    - vet malabsroptie
    - pancreasinsufficientie -> chronische diarree
    - diabetes
    - groei & gewicht achterstand
  3. therapie
    - multidisciplinaire centra
    - therapie van infectie
    - respiratoire kine
    - pancreasenzymes bij maaltijden toevoegen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

BPD

A

= bronchopulmonaire dysplasie

  1. algemeen
    - premature baby
    - chronisch longlijden van pasgeboorne 0-2j
    - atelectases & emfyseem
    - O2 nood
  2. risicofactoren
    - prematuur = duur zwangerschap & geboortegewicht
    - ontsteking & infectie
    - O2 beademing = duur
    - voeding
  3. complicaties
    - blijvende longproblemen
    - asthma
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

therapie BPD

A
  1. therapie vroeger
    - agressieve O2 therapie
    - langdurig, hoge drukken & hoge O2-concentraties
    - schade aanlongen
  2. therapie nu
    - premature longmaturatie = corticoïden
    - toendienen van surfacant
    - hoge calorien voeding
    - diuretica
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

bronchiolitis

A
  1. algemeen
    - lagere LW-infectie = kleine luchtwegen
    - inflammatie & mucus
    - onder 2j
  2. virale agentia
    - meestal RSV respiratois syncytieel virus
    - rhino
    - metapneumo
    - parainfluenza
  3. risicofactoren
    - prematuriteit & laag geboortegewicht
    - anatomische afwijken = CLD & CHD congenitale long & hart defect
    - immuundeficienties
    - neurologische aandoeningen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

kliniek bronchiolitis

A
  1. symptomen = door airtrapping
    - hoesten
    - wheezing & ronchi
    - blijvende dyspnoe & ziekte is mogelijk = alamrsignaal
  2. therapie
    - minimal touch = rust geven
    - O2-therapie
    - infuus voeding
    - astma-like therapie = anti-inflammatoir effect
    - immunisatie voor risicokinderen = vanaf april nieuw vaccin dat maar 1 inenting nodig heeft
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

astma

A
  1. aandoening
    - chronische niet infectieuze inflammatie
    - LW obstructie = contracties, zwelling & slijm
  2. oorzaken
    - allergie
    - infecties
    - fysieke factoren vb: stress
  3. diagnose
    - anamnese & klinisch onderzoek
    - huidtesten
    - longfunctie onderzoek & reactie op proefbehandeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

gradatie van astma

A
  1. gradatie
    - mild intermittent = korte episoden van piepende ademhaling max 2x per week
    - mild aanhoudende intermittend = meer dan 2x per week & minder dan dagelijks
    - matig persisterend = dagelijks & dagelijkse medicatie vereisd
    - ernstig persisterend = continu
  2. therapie
    - bronchodilatoren
    - anti-inflammatoire medicatie
    - vermijden van prikkels
    - vaak verbetering bij sport
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

pneumonie

A
  1. aandoening
    - inflammatoir
    - bacterieel of viraal
  2. virale agentia
    - onder 5j = pneumococcen & H. influenza
    - boven 5j = pneumococcen & mycoplasma
  3. symptomen
    - respiratoire symptomen
    - aantasting longweefsel
    - koorts
17
Q

pneumonie risico & preventie

A
  1. risicogroepen
    - CHD & BPD
    - muco & astma
    - neurlogische aandoeningen
    - PID primaire imuundeficiënties
  2. preventie
    - vaccin = pneumococcen & griep
    - rookvrije omgeving
18
Q

soorten vaccinaties

A
  1. actieve
    - eigen immuunsysteem bouwt immuniteit op
    - levend maar verzwakt virus, dood virus of virus partikels
    - verzwakt = mazelen, bof & rubella
    - dood/partikels = tetanus, diphterie & pertussis
  2. passief
    - toediening van antistoffen
    - RSV
19
Q

algemeen cardiaal

A
  1. algemeen
    - 0,8% heeft aangeboren hartafwijking
    - 60% ingreep
    - meestal structuurafwijking ≠ genetisch
    - bij iedereen inspanningsvermogen significant gedaald
  2. frequenter = syndroom
    - down = AVSD atrioventriculair septum defect
    - tetralogie van fallot = microdeletie 22Q1.1
    - Noonan-syndroom = supravalvulaire pulmonaalstenose
  3. oorzaken
    - genetisch = cardiomyooathie & ritmestoornissen
    - exogeen = foetaal alcohol syndroom, infecties, peripartale asphyxie
    - combinatie
20
Q

niveau’s van cardiale pathologie

A

= alle niveau’s mogelijk
1. kleppen
- vernauwing
- lek
2. abnormale openingen = shunts
- VSD ventriculair septum defect
- ASD atriaal septum defect
- persisterende ductus arteriosus = groeit na geboorte toe
3. hartfunctie
- systole = contractie
- diastole = relaxatie
4. electrische geleiding
5. transpositie = omwisseling van grote vaten

21
Q

symptomen van cardiale pathologie

A
  1. cyanose
    - door onvoldoende O2 opname in bloed
    - tetralogie van fallot
    - transpositie
    - pulmonaalatresie
  2. shunt = abnormale gaten
    - mix van O2 rijk & arm bloed
    - overbevloeiing van longen
    - snellere ademhaling = hoger metabolisme = trager groeien
  3. shock & decompensatie
    - linkerobstructie: aortastenose & coarctatio
    - ritmestoornissen & harspierafwijkingen
22
Q

therapie van cardiale aandoeningen

A
  1. medicamenteus
    - ritmestoornissen
    - hartfalen
  2. interventioneel = shunts
    - VSD
    - ASD
    - persisterende ductus
  3. chirurgisch
    - VSD
    - fallot
    - transpositie
  4. hybride = combinatie interventioneel & chirurgisch
23
Q

opvolging van cardiale afwijkingen

A
  1. proeven bij kindercardioloog
    - fietsproef met ECG & echo
    - echo
    - langdurige Holter = ritmestoornissen
  2. sport
    - weinig limieten worden opgelegd
    –> enkel bij hypertroof myocard
    - fysieke activiteit is belangerijk!
    - inclusie in sportclubs/schoolactiviteiten
24
Q

marfan-syndroom

A
  1. aandoening
    - autosomaal dominant
    - mutaties in FBN1-gen
  2. symptomen aan lichaam
    - skeletafwijkingen: armspan/lichaamslengte > 1,05
    - dunne ledematen & arachnodactylie = lange vingers
    - hyperflexibiliteit
    - scoliose & borstkasmisvormingen = pectus excavatum/carnicatum
    - lensluxatie
  3. symptomen aan hart
    - dilatatie van aorthawortel -> dissectie of ruptuur > 50mm
    –> therapie = beta-blokker & ACE
    - mitraalklepprolaps
    - LV-dysfunctie
25
Q

turner-syndroom

A
  1. aandoening
    - XO-chromosoom
    –> meisje = XX & jongen = XY
    - meisje van uiterlijk
  2. symptomen
    - laag ingeplante oren
    - webbed neck = nek
    - brede borstkast & schildvormige borstkast
    - klein gestalte
    - zwelling van handen & voeten
    - infertiliteit
26
Q

coeliakie

A
  1. algemeen
    - 0,5-2%
    - auto-immune aandoenign tegen gluten
    - beschadigen van slijmvlies = vlokken worden glad
    –> malabrosptie vb: vit. deficienties
  2. symptomen
    - diarree & winderigheid
    - gewichtsverlies & trage groei
    - krampen, buikpijn & opgezette buik
  3. diagnsoe
    - antigladiadine AL in bloed
    - biopsie
  4. therapie = glutenvrij dieet
27
Q

koemelk-eiwit allergie

A

= 2-3% van kinderen

  1. symptomen
    - diarre & constipatie
    - braken & voedingsweigering
    - jeuk, uitslag & eczeem
    - luchtweg problemen
    - groeivertraging
  2. diagnose
    - voedingsanamnese
    - eliminatiedieet
  3. therapie
    - koemelk uit dieet verwijderen
    - alternatieven
28
Q

andere GE oorzaken 1

A
  1. pyloorstenose
    - vernauwing van uitgang van maag = pyloorspier
    - explosief braken in eerste dagen/weken na geboorte
    - therapie = chirurgie
  2. malrotatie
    - verkeerste rotatie in darm
    - obstructie
    - afsnoeren & ischemie
    - therapie = chirurgie
29
Q

andere GE oorzaken 2

A
  1. volvulus
    - draaiing = risico op ischemie
    - hevige buikpijnaanvallen
    - braken
    - opgezette buik
    - therapie = chirurgie
  2. invaginatie
    - deel van darm schuift onder zichzelf
    - kan spontaan reduceren
    - risico ischemie = ernstig
    - reductie door onderzoek, soms chirurgie nodig
30
Q

algemeen meteabole aandoening

A
  1. oorzaak
    - verandering in 1 geen = meestal recessief
    - enzym niet of onvoldoende aanwezig
    - structuur of transport eiwit
    - zeer veel verschillende types
  2. gevolg
    - eindproduct wordt niet afgemaakt
    - afbraak van stoffen gebeurt niet
    - alternatieve route zorgt voor toxische metabolieten
  3. therapie
    - meestal progressief
    - vaak moeilijk = verschillende types
    - dieet of substitutie
    - vitamines & mineralen suppletie
31
Q

indeling van metabole aandoeningen

A
  1. indeling naar
    - celorganel of orgaan dat is aangetast
    - pathofysiologisch mechanisme
    - pathway
    - erfelijkheid
  2. voorbeelden
    - glycogeenstapelingziektes
    - fenylketonurie
    - tyrosinemie
    - mucopolysacharidosen
32
Q

diagnose van metabole aandoeningen

A

= metabool centrum

  1. neonataal
    - groeiachterstand & ontwikkelingsachterstand
    - hypotonie
    - hyperventilatie
    - icterus = geelzucht
    - epilepsie
  2. oudere
    - hypoglycemie
    - suf
    - lethargisch = slaapzucht
    - pyschiatrische problemen
  3. onderzoek
    - enzymdiagnostisek
    - DNA onderzoek
    - hielprik