exprimer le temps Flashcards
op 1 mei
le premier mai
op 16 september
le 16 septembre
op dinsdag 23 juli
le mardi 23 juillet
in de jaren 1990
dans les années 1990
vandaag
aujourd’hui
gisteren
hier
eergisteren
avanthier
morgen
demain
overmorgen
aprèsdemain
nu
maintenant
op dit moment
en ce moment
volgende zaterdag
samedi prochain
de dag voordien
la veille
de dag nadien
le lendemain
enkele dagen gelden
il y a quelques jours
op dat moment
à ce moment-là
s’morgens
le matin
s’namiddags
l’après-midi
vanmiddag
deze middag
cet après-midi
cette après-midi
s’avonds
le soir
nachts
la nuit
overdag
pendant la journée
om 15.45u
à 15h 45
voor die middag
avent midi
rond de middag
vers midi
om 12u s’middags
à midi
om middernacht
à minuit
deze week
cette semaine
vorige week (2)
la semaine passée
la semaine dernière
volgende week maanag
lundi prochain
het weekend daarop
le week-end suivant
in januari
en janvier
in de maand juni
au mois de juin
in de zomer
en été
in de herfst
en automne
in de winter
en hiver
in de lente
au printemps
in 2025
en 2025
in de 21e eeuw
au 21e siècle
elke dag
chaque jour
elke week (2)
chaque semaine
toutes les semaines
elke maand
chaque mois
elk jaar
chaque année
elke donderdag (3)
chaque jeudi
tous les jeudis
le jeudi
om de 15 dagen
tous les 15 jours
drie uur per dag
trois heures par jour
één keer per week
une fois par semaine
meerdere keren per jaar
plusieurs fois par an
één maandag op twee
un lundi sur deux
zelden
rarement
vaak/ dikwijls
souvent
regelmatig
régulièrement
af en toe
de temps en temps
altijd
toujours
nooit
jamais
