Eva 12.05 hete 3 Flashcards
to arrange
schikken
you didn’t have to
dat had je niet hoeven doen
completion
afronding
the pleasure
het genot
occasion
gelegenheid
to polish / fényesít
poleren
pleasure
genoegen
dish / edény, tál
schaal
glorified / megdicsőült
verheerlijkt
to dizzy
duizelen
to imitate, to copy
namaken (2)
tens
tientallen
lover (2)
liefhebber, minnaar
indeed
inderdaad
admonishing / intő(n)
vermanend
nota bene / megjegyzendő
nota bene
mind blow / elképesztő
verbijsterend
publicity
openbaarheid
sure
geheid
to hold off / távol tartja magát
afhouden van
thinking wrinkle
denkrimpel
question mark
vraagteken
quasi surprised
quasiverbaasd
sidewalk, pavement, footway (3)
stoep, trottoir, voetpad (3)
pissed off
kwaad
guilty
schuldig
not true
nietwaar
the worried face
het bezorgde gelaat
face (2)
gezicht, gelaat
admittedly / kétségkívül
weliswaar
in writing
in geschrifte
a hefty punishment / súlyos büntetés
een fikse straf
denouement / kifejlet
ontknoping
ukaze
oekaze
tie
stropdas
mood, vote
stemming (2)