Eva 02.06 hete 7 Flashcards
trouser suit / nadrágkosztüm
broekpak
if I may ask
als ik vragen mag
teapot
theepot
cup
beker
mug
mok
pushy
opdringerig
curse
verwensing
instead of
in plaats van
just
net
it does not matter
het maakt niet uit
everywhere
overal
something like that
zoiets
resolutely / határozottan
resoluut
worrisome / aggasztó
zorgelijk
to perform (3)
optreden, uitvoeren, verrichten
door (2)
portier, deur
excited / izgatott
opgewonden
tally / rováspálca
kerfstok
I lost him
ik was hem kwijt
superstitious
bijgelovig
the remains / a maradványok
het stoffelijk overschot
boast / dicsekvés
grootspraak
very strong
ijzersterk
hassle / szóváltás
gedoe
absent / hiányzó
afwezig
incidentally / mellékesen
trouwens
sunset sky / naplemente égbolt
avondrood
visible
zichtbaar
confession
bekentenis
in danger
in gevaar
to take over
overnemen
properly, duly / megfelelően
terdege (2)
to continue, to go on, to carry on (2)
vortzetten, voortgaan (3)
to hurry (2)
haasten, voortmaken
shelter / menedék
onderdak
responsible, liable (2)
verantwoordelijk, aansprakelijk (2)
responsibility, liability (2)
verantwoordelijkheid, aansprakelijkheid (2)
to suggest (2)
voorstellen, suggereren
in fact
in feite
for a bit
seven
nowadays
tegenwoordig
at the same time (3)
tegelijkertijd, tegelijk, tevens
susceptible / fogékony
vatbaar
tangible / kézzelfogható
tastbaar
wink
knipoog