College registratie en exposure Flashcards

1
Q

Wat is registratie?

A

Vastleggen van bepaald gedrag om te kijken wat er nou eigenlijk echt aan de hand is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarom registreren?

A
  • Inzicht krijgen in aard, omvang, frequentie en intensiteit
  • Beloop over tijd in kaart brengen (behandeleffect)
  • Bewustwording en inzicht creëren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke soorten registratie-opdrachten zijn er?

A
  • frequentie, tijdsduurmetingen (turven)
  • Dagboekformulier/toekennen cijfers (waarde toekenning)
  • gedachtenrapporten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is frequentie registreren?

A
  • Bepaal de frequentie (per uur, dagdeel, week) om te kijken hoe vaak iemand bepaald gedrag vertoont
  • Maak concreet welk gedrag (validiteit)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is tijdsduur registratie?

A
  • Welke tijdseenheid hanteer je?

- Welke frequentie van rapporteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het doel van dagboekregistratie?

A
  • Inzicht krijgen in hoe een dag van een patiënt eruit ziet. Belangrijk om een tijdseenheid te bepalen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is exposure?

A

Het herhaaldelijk blootstellen aan situaties die angst oproepen zonder dat de gevreesde gevolgen uitkomen (extinctie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het doel van exposure?

A

Een nieuwe leerervaring op te doen en die inhibitorische associatie zo sterk te makend at ze dominant worden over de angstopwekkende associatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe ziet het inhibitorisch leermodel eruit?

A

Je hebt een angstopwekkende situatie die bij gevreesde gevolgen leidt tot angst. Wat je met exposure wil bereiken is blootstelling waarbij de gevreesde gevolgen uitblijven en de angst dus ook uitblijft. Deze laatste associatie wil je sterker maken dan de oorspronkelijke associatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke soorten exposure zijn er?

A
  • Exposure in vivo
  • Exposure VR
  • Imaginaire exposure (in vivo)
  • Interoceptieve exposure
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is exposure in vivo?

A

blootstelling aan de daadwerkelijke situatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is exposure VR?

A

blootstelling door middel van virtual reality

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is imaginaire exposure (in vivo)?

A

Iemand zo gedetailleerd mogelijk laten vertellen over angstige situatie/trauma. Door steeds op nieuw naar te luisteren/vertellen neemt uiteindelijk de angst af

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is interoceptieve exposure?

A

Het oproepen van lichamelijke sensaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wanneer is exposure in vivo minder/niet geschikt

A

Soms niet praktisch of ethisch haalbaar zoals bij een dure medische procedure of traumatische eravring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe ziet de paniekcirkel eruit?

A

Iemand heeft een lichamelijke sensatie en krijgt hierdoor rampgedachten. Schiet in de stress en het gevoel van angst neemt toe. Veiligheidsgedrag om de angst af te laten nemen. Angst en uiteindelijk weer lichamelijke sensaties

17
Q

Waar in de cirkel kan je inspelen en met welke interventies?

A
  • rampgedachten –> cognitieve interventie waar je kijkt of cognities wel kloppen
  • exposure aan lichamelijke sensaties en rampgedachten en leren dat deze niet uitkomen of blootstellen aan enge situatie en ontdekken dat rampscenario niet uitkomt
    Psychoeducatie; Angst zakt altijd
18
Q

Wat zijn uitzonderingen voor exposure

A

fobie voor bloed, injecties en verwondingen, omdat door fysiologische processen de angst om flauw te vallen niet ongegrond is. Exposure bevestigd dan juist de vrees

19
Q

Wat is Applied tension training?

A

Doel: leren bloeddrukdaling te herkennen en op te vangen waardoor flauwvallen voorkomen kan worden. Door grote spiergroepen aan te spannen op het moment van angstige

20
Q

Hoe kan je gecontroleerd blootstellen?

A
  • foto’s
  • filmfragmenten
  • prikpen
  • bezoek aan prikpoli, bloedbank ect
21
Q

Wat zijn tips voor het optimaliseren van exposure effect?

A
  • Maak de angstige verwachting concreet
  • confronteer patiënt 1 voor 1 met situaties die angst oproepen en combineer deze later
  • Bouw veiligheidsgedrag af. Zorgt voor onwenselijke verklaringen voor het uitblijven van gevreesde gevolgen
  • Retrieval cues: geheugensteuntjes
  • Oefen in verschillende situaties, tijdstippen, dagen
  • Varieer in stimuli, duur en intensiteit
  • Affect labeling
22
Q

Wat is affect labeling?

A

Laat de patiënt emotionele reacties verwoorden, omdat activatie van talige hersengebieden inhibitorisch leren versterkt