College 1 CGT1 Flashcards

1
Q

wat zijn 2 Basiskenmerken van CGT

A
  • Het aangrijpingspunt is het gedrag. Waar je ook ingrijpt (gedrag, emotie of gedachten) altijd gevolgen voor de andere
  • Gedrag is aangeleerd –> we leren vanaf onze geboorte. CGT gaat ervan uit dat psychopathologie is aangeleerd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar bestaat het wetenschappelijke proces uit?

A
  • aanmelding (probleemstelling)
  • Informatieverzameling (observeren)
  • HT en FA (theorie)
  • Behandelplan (voorspelling)
  • Therapeutische methoden en technieken (toetsen)
  • evaluatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar bestaat de informatieverzameling uit?

A
  • (hetero)anamnese
  • observaties
  • vragenlijsten
  • registraties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is verklarende diagnostiek?

A

proberen te begrijpen waarom een patiënt, juist deze specifieke klachten heeft in een specifieke situatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is holistische theorie (HT)

A

Globaal te begrijpen hoe een patiënt van A naar C komt. Vanuit levenservaringen proberen te begrijpen hoe een patiënt is zoals hij is. Theorie gaat ervan uit dat problematisch gedrag ook zinvol gedrag kan zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is classificerende/beschrijvende diagnostiek?

A

Gebaseerd op DSM 5

  • classificatie is nodig voor zorgverzekeraars
  • protocollen: leidraad vanuit waar je kan handelen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de functie analyse (FA)

A

De functie van het geselecteerde probleemgedrag wordt grondig geanalyseerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het verschil tussen HT en FA?

A

Bij HT kijk je meer hoe een patiënt tot bepaald probleemgedrag gekomen is en bij FA focus je meer op het probleemgedrag zelf.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarom HT?

A
  • geeft een probleemanalyse op maat. Helpt het probleem te vinden wat het meest centraal staat/urgent is.
  • Vorm van psycho-educatie voor de patiënt –> helpend inzicht geven in eigen problematiek
  • Samenwerkingsrelatie met patiënt –> formuleer je samen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe ziet het 3 kolommen model eruit?

A

Kop: structurele kwetsbaarheid of historie
Midden: instrumentele kwetsbaarheid of persoonlijkheidskenmerken
Staart: klachten en problemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat valt er onder structurele kwetsbaarheid of historie?

A

Gegevenheden waar iemand mee moet leren leven

  • persoonsfactoren: genetische kwetsbaarheden waarmee iemand geboren is (IQ, temperament)
  • Omgevingsfactoren: context waarin iemand opgegroeid is (gezin van herkomst, opvoeding, culturele achtergrond, trauma)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat valt er onder instrumentele kwetsbaarheid of persoonlijkheidskenmerken?

A

Relatief vaststaande overtuigingen die iemand over zichzelf, de ander en de wereld heeft.

  • Kerncognities
  • coping strategieën
  • Zelfbeeld
  • Leefregels
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn kerncognities?

A

Basale assumpties van een persoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn coping strategieën?

A

Hoe iemand zijn problemen oplost

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn leefregels?

A

De regels die iemand zichzelf heeft opgelegd om te kunnen functioneren (als…dan)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat valt er onder klachten en problemen?

A

Clusteren van klachten; wat is de eerste klacht en wat houdt wat in stand?

  • Stressoren
  • beschermende factoren
  • gevolgen
17
Q

wat zijn stressoren?

A

Uitlokkende of in stand houdende factoren. Iets wat een negatieve invloed heeft op de klachten

18
Q

Wat is topografische analyse?

A

om gedrag te beschrijven in termen van de plaats en tijd waar het gedrag plaats vond.

19
Q

wat zijn valkuilen van de topografische analyse?

A
  • niet alle thema’s zijn even makkelijk te concretiseren
  • niet iedere patiënt is introspectief
  • het is een middel, geen doel opzich!