College .. Persoonlijkheid Flashcards
Persoonlijkheid
De combinatie van attitudes & emotionele en gedragsmatige patronen binnen een individu. Dit is het gene wat maakt dat een individu consistent door verschillende situaties heen reageert.
Type A persoonlijkheid:
betrokken bij de ontwikkeling van verschillende hart- en vaatziekten. Dit
persoonlijkheidstype is vijandig, sociaal dominant, competitief en zelfkritisch. Ze zijn extravert en ongeduldig: time urgent.
–> Dit type werd steeds minder gebruikt omdat er andere modellen werden ontwikkeld
De Big Five / Five Factor Model:
continue schalen waarbij iedereen een score heeft op elke eigenschap. Deze scores worden gemeten met een vragenlijst (NEO –> NEO-PI-R).
o Neuroticismeo
o Extraversie
o Conscientieusheid
o Agreeableness
o Openheid
Type D persoonlijkheid
enerzijds negatieve affectiviteit en anderzijds sociale inhibitie (–> het niet
delen/uiten van deze negatieve affectiviteit). Onthoud: binnenvetter. Het gaat hierbij om de combinatie.
Verschillende persoonlijkheidstypes (zowel A als D) zijn gerelateerd aan gezondheid. Type A?
Bij type A persoonlijkheid is vooral de vijandigheid gerelateerd aan gezondheid: atherosclerose (=aderverkalking), CHD en mortaliteit.
Big Five en gezondheid:
(hoog neuroticisme)
o Hoge neuroticisme –> hoger risico op overlijden.
o Hoge neuroticisme –> meer kans op cardiologische gebeurtenissen onder cardiologische patiënten.
o Hoge neuroticisme –> meer somatische symptomen
Optimisme
de neiging om optimistische verwachtingen te hebben voor de toekomst –> gerelateerd aan een betere gezondheid, minder complicaties en minder atherosclerose.
Prevalentie
hoe vaak komt het voor? Komt persoonlijkheid type A/D meer voor onder een groep met hart- en vaatziekten. Je vergelijkt deze groep met een controlegroep: case-control
study
Incidentie
hoe vaak zal het voorkomen in de toekomst? Een prospectieve cohort studie: je start met een groep zonder de aandoening. Deze groep houd je in de gaten en je onderzoekt dus de incidentie. Ontwikkelen de mensen met persoonlijkheid type A/D meer hart- en
vaatziekten dan anderen in de groep?
Prevalentie vijandigheid
patiënten met hart- en vaatziekten scoren hoger op vijandigheid dan
gezonde ouderen.
Incidentie vijandigheid:
participanten met een hoge vijandigheidsscore maken meer negatieve cardiovasculaire gebeurtenissen mee gedurende het onderzoek.
Type D wordt ook gerelateerd aan andere psychologische constructen:
een laag zelfvertrouwen, een
slechter zelfbeeld en een verminderd gevoel dat je als persoon iets kan bereiken.
Ook zien we dat mensen met een type D persoonlijkheid vaker een angstige hechtingsstijl laten zien,
en ze zijn minder geneigd om een zekere hechtingsstijl te ontwikkelen
Zijn de type D persoonlijkheid en depressie niet gewoon hetzelfde?
o Conceptueel verschil: type D persoonlijkheid is permanent van aard, terwijl depressie een stoornis is die niet wordt gezien als stabiel en meer als tijdelijk.
o Conceptueel verschil: bij depressie hoeft niet perse het sociale inhibitie component aanwezig te zijn.
Het metabool syndroom
een clustering van risicofactoren voor hart- en vaatziekten: overgewicht,
verhoogde bloeddruk, verhoogd cholesterol, een vorm van diabetes.
–> Ook voor een slechtere prognose voor als je al hart- een vaatziekte patiënt bent.
–> Mensen met type D persoonlijkheid hebben 2x zo vaak het metabool syndroom.
Studies: nog steeds wanneer je controleert op de traditionele risicofactoren voor hart- en vaatziekten
hebben mensen met type D persoonlijkheid alsnog meer kans op hart- en vaatziekten
Onderliggende mechanismen verklaren voor de relatie tussen type D persoonlijkheid en hart- en
vaatziekten:
Gedragsmatige mechanismen: mensen met type D doen minder aan beweging en hebben een ongezonder dieet. Ook gaan zij minder vaak naar een arts, zelfs wanneer zij ergere klachten (het
opzwellen van benen en voeten) hebben dan mensen zonder type D.
Het metabool syndroom kan dus een bemiddelende factor zijn tussen type D en hart- en vaatziekten
–> maar dit kan niet alle gevallen verklaren.
Andere mechanismen: pathofysiologische factoren = biologische psychologie
Biologische mechanismen: verstoorde HPA-axis functioneren (stressroute), immuun activatie, verstoring in het norepinephrine systeem, toename in oxidatieve stress en een snellere cel
veroudering.