College 1 Evolutie En Genen Flashcards
Kwalitatieve eigenschap vs kwantitatieve eigenschap
kwalitatief: je hebt het of je hebt het niet, bijv ziekte van Huntington
Kwantitatief: dimensionaal, bijv intelligentie
Karyotype
afbeelding van de chromosomen.
de mens heeft 46 chromosomen: 22 identieke paren van moeder en vader (autosomen) en 1 set van het gender chromosoom
Genoom
Alle genetische info van een organisme bij elkaar
Chromosoom
lang keten van DNA
Telomeren
Regio aan het einde van het chromosoom. Beschermt de DNA tijdens celdeling. Deze worden korter naarmate je ouder wordt.
Gen
Een stukje DNA wat codeert voor de aanmaak van een eiwit
Allel
a of A. blauwe ogen, groene ogen: de twee alternatieve vormen van een gen gevonden bij dezelfde plaats op een chromosoom. Beide allelen controleren dezelfde eigenschap. Ze zijn recessief of dominant
X-linked recessieve erfelijkheid
de eigenschap zit alleen op één van de x-chromosomen van de moeder. Het is een recessieve eigenschap waardoor alleen de zoon de ziekte kan hebben (wanneer de zoon de recessieve x-chromosoom van zijn moeder overerft en de y-chromosoom van de vader)
terwijl de moeder slechts drager is van de ziekte. Een meisje zal de ziekte niet overerven omdat het meisje twee x-chromsomen heeft: niet alleen de x-chromosoom van haarmoeder maar ook van haar vader, die geen drager is.
Kaal worden bij mannen is een voorbeeld van zo’n X-linked recessieve erfelijkheid
Autosomale dominante eigenschap
je hebt maar één variant nodig van de ziekte omdat het allel dominant is. Hierdoor zal de ziekte in 50% van de gevallen worden overgeërfd: de vader geeft namelijk in 50% van de gevallen zijn dominante zieke allel door. Dit is zo bij de ziekte Huntington. Dit volgt de principes van de Mendeliaanse overerving.
Genotype vs. fenotype
Genotype (DNA) hoeft niet altijd
te leiden tot fenotype (wat tot uiting komt)
DNA
receptenboek voor het maken van eiwitten. Bestaat uit een keten van nucleotiden, deze hebben letters.
de baseparen
A en T
C en G
eiwitsynthese
- tanscriptie
- translatie
transcriptie
van ATGA
naar TACT
naar AUGA
dus van dna naar rna
translatie
van AUGA
naar Met-Ile-Ser
dus van RNA naar polypeptiden