College 6 psychofarmacologie Flashcards
Prevalentie depressie hoger bij …
vrouwen. Marokkanen, turken, surinaamse
dood na zelfdoding komt vaker voor bij..
mannen
antidepressiva: NSRI
non-selective monoamine reuptake inhibitors
antidepressiva: SSRI
serotonin selective reuptake inhibitors
antidepressiva: MAOI
monoamine oxidase inhibitors
Drug
A. Iets dat vaak illegaal wordt gebruikt dat iets verandert in het bewustzijn en leidt tot verslavingen habituatie.
B. Een substantie dat wordt gebruikt als medicatie of in de creatie van medicatie
Farmacologische drug / medicatie / medicijn
een substantie die wordt gebruikt om te behandelen, genezen, voorkomen of om een ziekte te diagnosticeren of het welzijn te stimuleren.
Psychofarmaca / psychoactieve drug / psychotrope
een chemische substantie die de bloed-brein barrière passeert en handelt via de CNS, waar het de functie van het brein beïnvloedt wat resulteert in veranderingen in perceptie, stemming, bewustzijn, cognitie en gedrag
Psychofarmacologie
de wetenschappelijke studie naar de handelingen van drugs en de invloeden
op stemming, sensatie, cognitie en gedrag.
Farmacokinetiek (ADME)
wat doet het lichaam met de binnenkomende drug? Samenvattend ADME
o Absorptie / administratie
o Distributie
o Metabolisme
o Eliminatie / excretie
Administratie van drugs (routes)
enteraal –> via het maag-darm kanaal
parenteraal –> via de bloedbaan
route –> transdermaal
Via de huid
Route –> inhalatie
via de longen
Route –> transmucosaal
via e slijmvliezen (tong)
Route –> rectaal
via de anus
DDD
Defined daily dose
Distributie van drugs
een gedeelte van de stoffen die je oraal inneemt wordt geneutraliseerd (afgebroken door de lever), deze halen dus nooit de bloedbaan. Een kleinere hoeveelheid dan van wat je inneemt is dus te meten in je bloed. Het bloed transporteert de drug naar
het bestemde orgaan. Er is dus actieve transport van bloed nodig
bloed-brein barrière:
nog minder van de stoffen komen hier
doorheen. Dit is een fijn vertakt netwerk met daarom heen gliacellen, deze gliacellen kunnen de vaten vernauwen waardoor er minder langs de bloed-brein barrière kan komen. Alcohol en cafeïne zijn goed om door deze barrière te komen
Farmacodynamiek, wat kunnen ze doen
wat doet de drug met je lichaam? Drugs kunnen iets doen met de werking van
enzymen (blokkeren), met membraan receptoren, met transporteurs en met ion kanalen.
o Het voorkomen van de aanmaak van een stofje
o Het voorkomen van de opslag van een stofje
o Het stimuleren van de afgifte van een neurotransmitter
o Het stimuleren van een post-synaptische receptor
o Het inhiberen van receptoren
Downregulation
minder receptoren komen op de cel waardoor de cel minder gevoelig wordt.
Upregulation
meer receptoren komen op de cel waardoor de cel meer gevoelig wordt
Ligand
een molecuul of een ion dat een binding kan vormen met een ander molecuul. Meestal een eiwit.
Affiniteit
Hoe graag iets bindt aan elkaar. Denk aan lading en vorm