College 9 Slaap en wakker Flashcards
Orexine
Is belangrijkste neurotransmitter wat betreft waakzaamheid. Ook invloed op aandacht, voeden, motivatie en beloning.
Wordt gemaakt in laterale hypothalamus en stabiliseert de waakzaamheid door alle andere neurotransmitters aan te sturen.
(Orexine missen –> narcolepsie)
Neurotransmitters Orexine
Orexine 1
Orexine 2 (bij stimulatie wordt glutamaat receptor gestimuleerd)
Tonisch
Continue activatie van orexine zorgt ervoor dat je wakker blijft –> arousal.
Fasisch
Uitbarstingen orexine op basis van bepaalde stimuli –> draagt bij aan veel gedragingen en doelgericht gedrag.
(Bv. honger –> burst orexin –> eten zoeken).
Histamine
Histamine wordt geproduceerd in de tuberomammilary nucelus en wordt gemaakt uit het aminozuur histidine (uit voeding). Histamine is betrokken bij waakzaamheid.
Bedenk je namelijk maar eens hoe enorm slaperig je kunt worden van een antihistamine pilletje tegen hooikoorts!
Histamine 1 receptor
2nd messenger
Alertheid
Histamine 2 receptor
2nd messenger
Mogelijk betrokken bij alertheid.
Histamine 3 (auto)receptor
NIET betrokken bij alertheid.
Zorgen voor negatieve terugkoppeling bij het presynaptisch neuron ‘stop met histamine’.
Neurotransmitters slaapsysteem
Noradrenaline en Serotonine
–> worden aangemaakt in de laterale hypothalamus.
Er bestaat een negatieve feedbackloop met orexine: de opbouw van NE en 5HT (gedurende de dag) inhibeert orexine (–> slaperig).
Tegelijkertijd wordt GABA vrijgelaten door de opbouw van NE en 5HT door de dag heen.
VLPO (ventrolaterale preoptische nucleus)
Hier wordt GABA aangemaakt.
Aan het eind van de dag neemt GABA het over en worden andere neurotransmitters (die zorgen voor alertheid) onderdrukt.
SCN (suprachiasmatische nucleu)
Hier wordt melatonine vrijgelaten.
Is gevoelig voor licht
Toename GABA en melatonine
–> Slaperig
Ultradian cycle
● Fase 1 en 2: non-REM slaap
● Fase 3 (en 4): diepe (slow-wave) slaap
● REM slaap: oogbewegingen, sneller EEG, perifere spierontspanning, atonia (geen spiertonus), dromen. Acetylcholine zorgt voor perifere spierontspaninng. Die piekt tijdens REM slaap.
Slaapregulatie: two process model
- Slaapdruk
- Waakdruk
Slaapdruk
Neemt toe gedurende de dag. Je wordt moeier want je doet dingen. Als je slaapt, neemt de slaapdruk af.
Waakdruk
Eind van de dag gaat de waakdruk omlaag en tijdens slaap weer omhoog.
Adenosine (ATP metabolisme)
ATP zijn energiepakketjes van je lijf.
Energie verbruiken: ATP –> ADP –> AMP –> adenosine.
Adenosine neemt dus toe gedurende de dag omdat je energie verbruikt. Hierdoor neemt de slaapdruk toe.
Toename van adenosine –> disinhibitie van VLPO –> GABA afgifte –> inhibeert histamine –> slaperig
Adenosine antagonist
Cafeïne
Circadiaan proces (wakker)
Suprachiasmatische nucleu (SCN) speelt belangrijke rol. Is gevoelig voor licht.
- Licht –> orexine afgifte in laterale hypothalamus.
- Donker –> disinhibitie SCN –> stimulatie pijnappelklier –> melatonine.
Flip-flop switch
Wakker:
Licht -> SCN -> afgifte orexine -> waakzaamheid (inhibitie GABA)
Slapen:
Donker -> SCN niet geactiveerd en inhibitie melatonine opgeheven -> GABA vrijgelaten (door opbouw NE en 5HT door de dag heen)
Het is dus vooral een wederkerige relatie tussen inhibitie tussen GABA en activerende neurotransmitters.
Wederkerige inhibitie
Tussen GABA en activerende neurotransmitters.
Insomnie
Niet goed inslapen/niet goed doorslapen/te vroeg wakker worden.
–> vermindert cognitief functioneren, door m.n. verminderde hippocampus functie.
Kan te maken hebben met neurobiologische en -anatomische afwijkingen, afwijkingen in het AZS, genetische afwijkingen en systematische ontsteking.
Diagnose insomnie
- slaaplatentie >30 min
- wakefulness after sleep onset >30 min
- slaap efficiëntie <85%
- totale slaapduur <6.5 uur
Behandeling insomnie
- Stimuleren slaapdruk
- Verminderen arousal