College 5 Schizofrenie en antipsychotica Flashcards
Psychose
Een uit de hand gelopen menselijke eigenschap, net zoals depressie en angst.
● psychotische symptomen
○ delusies of hallucinaties
○ verlies van sense of self
○ intrusieve gedachten
● manie
● depressie
● cognitieve problemen
● motivatie problemen
Factoren/oorzaken/triggers psychotische episode
- Genetische kwetsbaarheid
- Postpartum
- Medicatie (bv. parkinson)
- Marihuana gebruik
- Gebrek aan slaap
- Slechte jeugd
- Sociale isolatie
- Dementie
- Trauma
Psychose (volgens Stahl)
Een set van symptomen waarbij mentale capaciteit, effectieve reactie en capaciteit om de werkelijkheid te herkennen, communiceren en te relateren aan anderen verslechterd zijn.
- positieve symptomen: delusies, hallucinaties
- negatieve symptomen: minder emotionele expressie en verminderde motivatie
Paranoide psychose
Paranoïde projectie: hostiele strijdlust; idee van grandioosheid.
Disorganized/excited psychose
Mensen zijn niet meer in staat om goed voor zichzelf te zorgen; conceptuele disorganisatie; disoriëntatie, opwinding.
Depressieve psychose
Psychomotore retardatie en apatie (traag en ongeïnteresseerd), angstig, zelf-straffend en vol schuldgevoelens. Vooral gecombineerd met perceptuele en/of motore verstoringen!
Perceptual distortion
Verstoring van de werkelijkheid.
Positieve symptomen
Delusies, hallucinaties.
- Parkinson, Alzheimer
Negatieve symptomen
Minder emotioneel expressie en verminderde motivatie.
- Cognitief disfunctioneren
- Affectieve symptomen
- Agressieve en vijandige symptomen
3 theorieën psychose
- Dopamine theory
- Glutamaat theory
- Serotonine theory
Dopamine theory
Hyperactieve dopamine bij de D2 receptoren in het mesolimbisch systeem.
–> Er is teveel dopamine aan de binnenkant van je brein (mesolimbisch). Dit zorgt voor positieve symptomen. En er is te weinig in de schors (buitenkant), dit zorgt voor negatieve symptomen.
Dopamine
Wordt gemaakt vanuit tyrosine (aminozuur).
Dopamine actie beëindigd
- Recycle via DAT
- Afbraak via MAO
- Afbraak via COMT
Let op: in de PFC is er minder DAT.
Postsynaptische dopamine receptoren
- D1-like: excitatoir –> activerend
- D2-like: inhibitoir –> remmend
Onthoud dat er subtypes zijn van dopaminerge receptoren en dat sommige activerend en sommige remmend zijn.
Presynaptische dopamine receptoren
-
D2/D3 autoreceptoren aan de axon kant
–> Dopamine remt zijn eigen afgifte door te binden aan de autoreceptor. Het is een lokaal regelmechanisme (soort negatieve feedback loop), de kans op een actiepotentiaal blijft echter hetzelfde. -
D2/D3 autoreceptoren in het somatodendritische gebied
–> Als dopamine hieraan bindt, wordt de kans op een actiepotentiaal kleiner en wordt er netto minder dopamine afgeschreven.