College 8 Farmacologie bij ouderen met dementie Flashcards
Dementie
Is een syndroom met cognitieve en neuropsychiatrische symptomen, zodanig dat ze interfereren met dagelijkse activiteiten en het oorspronkelijk functioneren beperken.
! Verwar niet met delier (toestand van geestelijke verwardheid)
Mild Cognitive Impairment
Beperkt iemand nog niet in het dagelijks functioneren.
Risicofactoren dementie
Hebben vooral te maken met leefstijl:
- Lage mentale activiteit
- Roken
- Weinig beweging
- Depressie
- Hoge bloeddruk
- Diabetes
- Sterk overgewicht
Symptomen dementie
Vergeetachtig, oriëntatie, apraxie (moeite met complexe handelingen), taal en communicatie vaardigheid etc.
Diagnostiek van dementie
Is lastig en nooit 100% zeker. Belangrijkste stap is de (hetero)anamnese.
Verder kijk je naar medicatie, lichamelijk onderzoek, soms NPO (jonge mensen), laboratoriumonderzoek (uitsluiten andere ziekten), beeldvorming en soms LP voor stapeling van eiwitten.
Beeldvorming
Doe je vooral om andere pathologie uit te sluiten (zoals hersentumor).
CT-scan
Op hoge leeftijd.
MRI
<80 jaar
FDG-PET
Is opkomend.
Radioactief en ook voor jongere patiënten.
Degeneratieve dementie
Schade brein
Non-degeneratieve dementie
Bijv. vasculaire schade, infectie, vergiftiging, etc.
NINCDS-ADRA criteria
Worden gebruikt om kans op dementiën op te delen in: definite, probable, possible, unlikely.
Alzheimer dementie
Geleidelijk verloop & vergeetachtigheid
Vasculaire dementie
Plotse veranderingen & traagheid, minder flexibel
Lewy bode dementie
Wisselend beloop & hallucinaties, wanen, minder concentratie en aandacht (ook REM slaapstoornissen)