College 12 Placebo & nocebo Flashcards

1
Q

Placebo effect

A

Een gestimuleerde of medisch ineffectieve behandeling met de intentie een patiënt te misleiden. Soms ervaart een patiënt echte of waargenomen verbeteringen in een medische conditie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Nocebo effect

A

Betreft verslechteringen of bijwerkingen door de verwachtingen hiervan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Single-blind

A

Alleen de patiënt weet niet at hij krijgt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Double-blind

A

Zowel de patiënt als wetenschapper weet het niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Triple-blind

A

Degene die de data analyseert weet het ook niet.
Let op: ethisch gezien moet er wel iemand zijn die het weet, zodat die kan ingrijpen bij bv ernstige bijwerkingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Unblinding

A

Later wordt bekend gemaakt in welke groep het medicijn werd gegeven en in welke groep de placebo.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

In de VERTOS studies 1 t/m 4

A

Werd gekeken naar een ‘placebo-operatie’ voor osteoporotische vertebrale compressiefracturen (OVCFs). Een sham operatie bleek even effectief als een echte percutane vertebroplasty operatie. Beide zijn beter dan de conventionele behandeling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe werkt een placebo / nocebo?

A

A. Middels pijn modulatie (op meerdere niveaus van het ruggenmerg. Er zijn verschillende stoffen die eraan bijdragen of een pijnsignaal wel/niet wordt doorgegeven naar het brein.)
- Opioide afgifte van inhibitoire neuronen (de mu opioide antagonist naloxone kan de placeborespons namelijk reversibel maken)
- Dopamine afgifte bij anticipatie op een belonend effect van een placebo

B. Angst regulatie door de amygdala, ACC en OFC.
Gevoelens van angst kunnen de pijnsensatie vergroten (nocebo)

C. Hippocampus
Herinneringen van eerdere ervaringen en herbeleving spelen ook een rol. De amygdala en hippocampus stimuleren elkaar. Angst en pijn kunnen ook geconditioneerd worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hyperalgesie

A

Verhoogde gevoeligheid voor pijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Analgesie

A

Verminderde gevoeligheid voor pijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

NA en 5HT en pijn

A

Noradrenaline en serotonine geven altijd een remming van pijn, waardoor normale lichaamsbewegingen niet als pijnlijk worden ervaren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Benedetti onderzocht

A

De neurobiologische basis van placebo en nocebo.

  • De placeborespons is breedt en wordt beïnvloedt door o.a. regressie naar het gemiddelde, spontane remissie, bias, error en andere interventies.
  • Het placebo effect gaat over verwachting, leereffecten en een stukje genetica. Vooral verwachting is belangrijk!
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Verwachting

A

Bereidt het lijf voor op anticipatie op een gebeurtenis om hier goed mee om te gaan. Het effect van verwachtingen wordt gemoduleerd door:
A. Geheugen, motivatie, self-defeating gedachten. ‘De vorige keer ging het goed, dus verwacht ik dat het deze keer ook goed zal zijn’.
B. Hoop; het verlangen en de verwachting dat de toekomst beter zal zijn dan het heden ‘Ik verwacht dat ik in de toekomst beter ga worden’.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hawthorne effect

A

Klinische verbetering in een groep patiënten simpelweg doordat ze mee doen in een klinische trial en dus “behandeld” worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Nocebo hyperalgesie

A

Anxiety geïnduceerde hyperalgesie.
Als je verwacht dat een behandeling pijnlijk gaat zijn, heb je meer pijn. Dit wordt dus gestuurd door angst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Placebo analgesie

A

Beloning geïnduceerde analgesie.
Als je een beloning krijgt bij of na een behandeling ervaar je minder pijn. Afleiding werkt ook goed.

17
Q

5 mechanismen onderliggend aan nocebo hyperalgesie en placebo analgesie

A
  1. Opioiden
  2. Prostaglandines
  3. Cholecystokinine (CCK)
  4. Beloning/dopamine
  5. Prefrontale controle
18
Q

Opioiden

A

Er kan natuurlijke descending inhibition plaatsvinden door endogene opioïden zoals endorfines, enkefalines en dynorfines.

19
Q

Prostaglandines

A

Zorgen voor pijn. Het enzym COX maakt prostaglandines aan.

Anandamide is een lichaamseigen cannabinoid die de prostaglandine synthese inhibeert.

Placebo’s activeren de CB1 cannabinoïde receptor en inhiberen de prostaglandinesynthese. Nocebo’s verhogen de prostaglandinesynthese.

(Anandamide is hoog bij placebo’s (minder pijn). Prostaglandines zijn hoog bij nocebo’s (meer pijn).)

20
Q

Cholecystokinine (CCK)

A

Zorgt voor angst.
Proglumide blokkeert CCK, dit zorgt voor minder angst en dus ook een vermindering van het nocebo hyperalgesie.

21
Q

Beloning/dopamine - Parkinson

A

Bij verwachting van beloning wordt dopamine aangemaakt in het mesolimbisch systeem. Een placebo kan dus zorgen voor meer dopamine en daarmee ver vermindering van Parkinsonklachten bij Parkinson patiënten.

22
Q

Prefrontale controle

A

Minder prefrontale controle = minder placebo reactie. Mensen met Alzheimer hebben minder baat bij placebo, pijnstilling en analgesie.

23
Q

Antidepressiva

A

is vooral nodig voor een ernstige depressie. Een milde depressie gaat namelijk ook beter met een placebo. 25% van antidepressiva is het werkelijke effect. 50% is placebo.

24
Q

Klassieke conditionering

A

Kan zorgen voor geconditioneerde immunosuppressie. Denk aan het smaakaversie experiment van Ader waarbij muizen doodgingen door een watertje met smaakje.

De verwachting dat een medicijn gaat helpen geeft al verlichting. Het zien van een dokter die het inspuit versterkt dit effect.

25
Q

Sociaal leren

A

Kan ook zorgen voor een verwachting en daarmee een placebo of nocebo effect door bijvoorbeeld aanmaak van prostaglandines.