College 6: Complex gedrag Flashcards

1
Q

Complex gedrag

A

is gedrag dat iemand niet zomaar uit zichzelf laat zien. Dit gedrag kan dan ook niet aan- of afgeleerd worden door straf en belonen, omdat het kind het niet uit zichzelf laat zien. Daar is meer voor nodig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Fading

A

ga je direct het doelgedrag uitvoeren, waarbij gebruik gemaakt wordt van hulpmiddelen die geleidelijk afnemen tijdens het uitvoeren van het doelgedrag; de stimuli waaronder het gedrag plaatsvindt wordt geleidelijk wegegenomen, maar het doelgedrag blijft hetzelfde.
Hulpmiddelen worden prompts genoemd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Gradual transfer of stimulus control

A

er is sprake van geleidelijke verandering van stimulus controle

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Prompts van fading

A
  • physical guidance
    = fysiek voordoen of ondersteunen bij de handeling
  • gestural prompts
    = aanwijzen of de goede richting insturen
  • modelling prompts
    = voordoen of voorbeelden geven
  • verbal prompts
    = verbaal aangeven wat iemand moet doen

vb.
leren fietsen - gebruik van zijwieltjes
leren zwemmen - zwembandjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

errorless discrimination training

A

bij fading is het beter als er minder of geen fouten gemaakt worden.
Dit zorgt voor meer plezier in het leren en minder frustratie bij het leerproces.

Zonder fading is er meestal sprake van extinctie in een leerproces omdat het bv. te lastig is.

nadeel hiervan is minder flexibiliteit omdat de persoon gewend is dat het goed gaat en hierdoor niet leert om na te denken over mogelijke oplossingen als het wel misgaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

shaping

A

bij fading blijft het gedrag hetzelfde maar verandert de stimulus, terwijl bij shaping juist het gedrag veranderd.

Hierbij wordt er niet meteen begonnen met het doelgedrag maar wordt dit opgebouwd door middel van kleinere tussenstappen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

method of succesive approximations

A

de kleine tussenstappen bij shaping worden bekrachtigd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Topografie (1e dimensie shaping)

A

vorm van gedrag, zoals de bewging van ruw naar precies, of van brabbelen naar spraak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

frequentie (2e dimensie shaping)

A

hoe vaak wil je dat iets voorkomt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

duur (3e dimensie shaping)

A

hoe lang wil je dat iemand iets gaat doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

latentie (4e dimensie)

A

reactietijd, dus hoe snel kan iemand iets?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

intensiteit (force, 5e dimensie)

A

invloed op de omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

chaining

A

is een taak die uit kleinere stappen of deeltaken bestaat. Deze stappen kunnen NIET los van elkaar uitgevoerd worden, want de ene stap legt de basis voor de andere stap.

vb. wassen van handen, eerst handen natmaken, dan zeep etc. etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

backward chaining

A

beginnen bij de laatste stap en na elke stap volgt een reinforcer. Na stap 1 voeg je de volgende stap weer door etc.etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

forward chaining

A

beginnen bij de eerste stap en na elke stap volgt een reinforcer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

total task presentation

A

in een keer alle stappen voordoen, waardoor de persoon in een keer alle stappen van de taak moet doen of doorlopen. Deze persoon krijgt pas een aanmoediging of beloning als de hele chain van taken is uitgevoerd

17
Q

wat zijn de valkuilen van shaping

A

unaware-missapplication
= degene die zich niet bewust zijn van shaping kunnen het onbewust toepassen om ongewenst gedrag van vrienden, kennissen, familieleden en anderen te ontwikkelen.

failure-to-apply
= het niet toepassen van shaping om het gewenst gedrag te ontwikkelen

inaccurate-explanation-of-behaviour
= veel variabelen die kunnen voorkomenn dat een lichamelijk normaal kind de vormgeving krijgt die nodig is om normaal gedrag te ontwikkelen

18
Q

Welke voordelen heeft fading tov trial and error

A
  1. fouten maken kosten kostbare tijd
  2. als een fout 1 x optreedt, zal deze meestal vele keren optreden, ook al wordt de fout gedoofd
  3. de afwezigheid van versterking die optreedt wanneer fouten worden gedoofd, veroorzaakt vaak emotionele neveneffecten zoals driftbuien, agressief gedrag en pogingen uit de situatie te ontsnappen
19
Q

wat is de valkuil van fading?

A

unaware misapplication
= het onbewust toepassen door mensen die er niet bekend mee zijn, wat kan leiden tot verkeerd gebruik

20
Q

taakanalyse

A

het proces van het opsplitsen van een taak in kleinere stappen of responscomponenten om de training te vergemakkelijken

21
Q

valkuilen van chaining

A

unaware misapplication
= ketens met 1 of meer ongewenste componenten kunnen zich ontwikkelen zonder dat iemand zich er bewust van is of merkt dat het gebeurt.
(stopwoordjes aanlerenbv.)

partial knowledge misapplication
= sommigen ogenschijnlijk goede gedragsmodificatieprocedures kunnen ongewenste kettingvorming bevorderen als de gedragsmodificator niet voorzichtig is