College 4: Aversieve stimuli Flashcards
Straf
is onderdeel van operante conditionering. Het is een directe consequentie op vertoond gedrag, met als doel het gedrag te verminderen.
straf volgt direct op het gedrag
het is geen vorm van morele sanctie, wraak of vergelding
Positieve bestraffing
het toevoegen van iets dat het kind niet wil, waardoor hij zich bang voelt
Negatieve bestraffing
het wegnemen van iets dat het kind wel wil, waardoor hij zich gefrustreerd voelt
positieve bekrachtiging
het toevoegen van iets dat het kind wil, waardoor hij zich blij voelt
negatieve bekrachtiging
het wegnemen van iets dat de hond niet wil, waardoor hij zich opgelucht voelt (escape + avoidance)
extinctie
het gedrag heeft geen gekoppelde consequentie en verdwijnt daardoor
unconditioned punishers
straffen zonder het voorgaand leereffect. (bv. jezelf verbranden aan een hete pan, een tik krijgen als je iets afpakt of een corrigerende tik)
reprimande
verbale vormen van straf, zoals een ouder die zegt ‘stoppen nu’. Vorm is vaak geconditioneerd, omdat deze vaak samengaat met andere vormen van straf. Als het kind dus niet stopt, volgt er een heftigere opvolging (leereffect).
time-out
een periode na het ongewenste gedrag waardoor de persoon bepaalde bekrachtigers mist. Hierbij wordt de persoon uit de situatie gehaald of er wordt voor gezorgd dat de persoon in de situatie geen bekrachtigers meer kan ontvangen.
Goed kijken naar of de time-out plek wel geschikt is en niet toch een bekrachtiger.
exclusionary = uitsluitend, waarbij het kind uit de situatie wordt gehaald
non-exclusionary = niet-uitsluitend, waarbij het kind na het ongewenste gedrag geen recht meer heeft op de beloning die het eigenlijk zou krijgen.
fysieke straf
zoals een pijnprikkel, een gevoel van walging, schrik of een vieze geur. Dus een lichamelijke aversieve prikkel. Veel vormen van fysieke bestraffing houden mensen uit gevaar of in veiligheid, zoals bij het aanraken van een hete pan.
response cost
boete, dus het inleveren van bv. geld, tokens of speeltijd
Parent Management Training Oregon (PMTO)
is een oudercursus die ontwikkeld is door Patterson en is gebaseerd op het Social Interactional Learning Model. –> deze gaat er vanuit dat het verhelpen van gedragsproblemen bij kinderen vooral zit in het aanpassen van de sociale omgeving.
In de praktijk ziet dat er als volgt uit:
- gedragsproblemen verminderen door ouders effectieve opvoedingsstrategieen aan te leren; effectief grenzen stellen en zicht en toezicht houden op wat het kind doet.
er wordt gewerkt vanuit het systeem, omdat het gedrag en functioneren van een kind beinvloed wordt door de omgeving, namelijk de opvoedvaardigheden van de ouders.
5:1 regel
de ouder moet 5 positieve dingen zeggen tegenover 1 negatief ding
escape conditioning
wordt een aversieve stimulus weggehaald, waardoor het gewenste gedrag toeneemt. VB:
Baby huilt –> ouders wiegen –> baby stopt met huilen
overvraagd worden op school –> thuiszitten –> niet meer overvraagd worden
kind gilt in de winkel om snoep –> ouder koopt snoep –> kind gilt niet meer
is niet altijd wenselijk op de lange termijn, want vermijdingsgedrag speelt het in de hand bv.
Avoidance conditioning
Sprake wanneer iemand bepaald gewenst gedrag laat zien om te voorkomen dat een aversieve stimulus opkomt. Dit zorgt ervoor dat de negatieve stimulus er niet zal zijn.
In avoidance conditioning is de warning stimulus een geconditioneerde aversieve stimulus, omdat de persoon weet wat hij moet voorkomen want hij heeft het al een keer meegemaakt.
VB.
Kind scheldt –> ouder dreigt met straf (warning stimulus) –> kind stopt met schelden
(dreigen is een reprimande want leereffect. Kind weet wat er gebeurd als het doorgaat)
kind ziet hond –> kind voelt angst naar aanleiding van bijtervaring (warning stimulus) –> kind loopt weg voor voorkomen gebeten te worden
kind ziet dat ouder chagrijnig is (warning stimulus) –> vermijdt ouder want voorkomt afreageren
undiscriminated avoidance conditioning
avoidance conditioning zonder warning stimulus.
voorbeeld is dat iemand de hele tijd een document opslaat voor het geval er iets mee gebeurd
unaware misapplication of punishment
Niet doorhebben dat je straft (en daardoor vaak goed gedrag onbedoeld afstraffen).
bv. ‘goed gedaan, maar de volgende keer moet het wel wat sneller’ - bedoeld als compliment, maar per ongeluk wordt er een straf van gemaakt
partial knowledge misapplication of punishment
de beoogde straf is eigenlijk een bekrachtiger van ongewenst gedrag.
Bv. als kinderen veel negatieve aandacht vragen, zodat ze maar iets van aandacht kunnen krijgen. Vaak is te zien dat ouders dan boos worden, wat ze als straf bedoelen, maar voor het kind is het eigenlijk een beloning omdat die dan juist aandacht krijgt.