College 5 - Literatuur Flashcards

1
Q

Angst wordt door 2 routes verwerkt

A
  • bewust = via cortex

- onbewust = via amygdala

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

kenmerken angststoornissen

A
  • Intense angst, buitenproportioneel voor de situatie
  • Langdurig aanwezig
  • Symptomen zijn onacceptabel en vreemd voor de persoon
  • Realiteitstoetsing blijft intact
  • Personen zijn ‘internalizers’ = zoeken veel bij zichzelf, “het zal wel aan mij liggen”
  • Personen gaat niet bewust tegen sociale normen in
  • Aanvang in basisschoolleeftijd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Comorbiditeit angststoornissen

A

hoge comorbiditeit met andere angststoornissen en affectieve stoornissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

paniekstoornis

A

regelmatige paniekaanvallen zonder duidelijk aanwijsbare oorzaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

agorafobie

A

specifieke angst voor drukke situaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

specifieke fobie

A

duidelijke en buitenproportionele angst voor specifieke object/situatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

sociale angststoornis

A

aanhoudende angst om tekort te schieten in sociale situaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

gegeneraliseerde angststoornis

A

overmatig piekeren over wat dan ook

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

separatie angststoornis

A

verlatingsangst, extreme angst wanneer zij niet bij hechtingsfiguren zijn over maken zich grote zorgen over veiligheid en gezondheid hechtingsfiguren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

selectief mutisme

A

kunnen spreken, maar doen het niet in bepaalde sociale situaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Risicofactoren angststoornis

A
  • organische context
  • intrapersoonlijke context
  • familiecontext
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

behandeling van angst

A
  • Psycho-educatie
  • CGT technieken
  • Medicatie (SSRI)
  • TripleP
  • Digitale interventie voor selectief mutisme
  • Cognitieve gedragstherapie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

obsessief - compulsieve stoornis (OCS)

A

sprake van obsessies en/of compulsies (dwanghandelingen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

ontwikkeling OCS

A

bij kinderen vooral bij jongens en comorbiditeit is hoger bij kinderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

etiologie OCS

A

sterke genetische component en omgevingsfactoren verhogen risico

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

behandeling OCS

A
  • medicatie

- cognitieve gedragstherapie