College 4 Hepatitis C: een behandelbare ziekte? Flashcards

1
Q

Welke hepatitis virussen zijn het meest belangrijk?

A

B en C

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bij wat voor mensen komt hepatitis het meest voor?

A

Mensen met weinig geld en lage sociaal economische status

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat voor virus is HCV?

A

Klein RNA virus
ontdekt in 1989

er zijn 6 genotypes
In NL vooral 1 en 3
–> niet meer van belang omdat het geen verschil maakt in de behandeling

type 1: rond WO1 –> eerste bloedtransfusies
type 3: gecontamineerde naalden uit India door toeristen uit Europa die daar naalden gebruiken voor drugs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoeveel mensen genezen uit zichzelf van hepC?

A

15% –> rest raakt het niet meer kwijt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het lastige aan het HCV?

A
  • tijdens de replicatie maakt het veel fouten
  • evolutionair voordeel voor het virus doordat het lichaam niet effectieve Ab kan vormen

–> En ook hele snelle replicatie (10^12) vooral in hepatocyten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar komt HepC veel voor?

A
  • Brazilie
  • Japan en China
  • midden/noorden van Afrika
    –> vooral te maken met de kwaliteit van de gezondheidszorg vanwege sterilisatie van maatregelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe vaak komt HepC voor in NL? En Europa?

A
  • NL laagste incidentie van Europa –> geen geld voor en testen bij bloeddonaties + uitdelen schone naalden onder drugs verslaafden

NL: 0,2% heeft HepC of heeft het gehad = ong 40 000 mensen

Europa:
- spanje
- Italie: sicilie en Napels
- Polen
- Roemenie
- Bulgarije
–> vooral ivm bloedtransfusies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe wordt HCV overgedragen?

A
  • IV drugs met vieze naalden
  • bloedtransfusies VOOR 1992
  • prik accidenten
  • tattoos en piercings
  • verticale transmissie: ong 4%
  • seksuele transmissie < 1% (bij SOA’s waardoor wondjes en zo overdragen,, meer bij MSM)
  • Bloed-bloed contact –> chirurgen bij bloederige operaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn symptomen van een HCV-infectie?

A
  1. acute infectie
    - vaak asymptomatisch
    - icterus
    - grieperig
    - malaise
    - soms vage buikpijn
    (soms wel stijging ALAT)
  2. Chronische infectie: vooral niet specifieke extra-hepatische symptomen
    - vermoeidheid
    - spierpijn
    - vage buikpijn
    - artritis
    - Nieren: immuuncomplexen slaan neer waardoor insufficiëntie
    - cryoglobulinemie (neus en acra)
    - porferie verergeren
    LET OP: 30% heeft een persisterend normale ALAT!!
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoeveel mensen genezen spontaan en hoeveel gaan over in een chronische infectie? Bij hoeveel levert dit nog meer problemen op?

A

15-20% spontane genezing

80-85% chronische infectie na 6 mnd

Bij 80% hiervan blijft de hepatitis stabiel
Bij 20% gaat het over in cirrose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn klinische kenmerken van levercirrose?

A
  1. spider naevi: uitgezette Bv op de thorax (voor en achter) –> verdwijnen wel na transplantatie
  2. Gynaecomastie (pijnlijk)
  3. Erythema palmare: rode handpalmen
  4. Caput Medusae: vaatkluwen rond de navel
    –> V. umbilicalis is niet bij iedereen gesloten –> als portale hypertensie wordt dit opengerukt –> vaatjes zien in buikwand
  5. Gingivale bloedingen en slechtt gebit (slechter IS)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de diagnostiek van HepC en hoe wordt het vaak ontdekt?

A

Vaak ontdekt per toeval bij routine onderzoek ivm vage klachten of andere klachten

  • Lab:
  • Verhoging van ALAT en ASAT –> indicatie voor een hepatitis (NIET specifiek)
  • Anti-HCV IgG: na ong 8 wk is dit + (voor de rest van leven)
  • HCV RNA –> actieve infectie
  • HCV-genotype: niet per se nodig voor BH

LET OP: 7-10 dg wachten met bepalen van RNA, anders is de test fout-negatief

  • lever biopt: veel complicaties zoals bloedingen dus doen we niet zo vaak meer –> voor fibrose/cirrose aantonen
  • Fibroscan = transiente elastografie
    –> Tikje tegen de huid –> trilling door lever –> snelheid waarmee door de lever gaat is een maat voor de verlittekening (getal krijgen)
  • 3,2 normaal
  • 8,5 matige verlittekening
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is het beloop van HepC?

A

Heel traag
- Acute infectie: 15-20% spontane genezing
- 80% chronische infectie
- daarvan 80% stabiele chronische hepatitis
- 20% cirrose
Daarvan weer:
- 20% gedecomponseerde cirrose
- HCC: 3-5%
- overlijden

Voordat cirrose duurt het vaak 30-40 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn risicofactoren voor een sneller beloop? Wat is een sneller beloop?

A

sneller: 15-20 jr
- mannen: ongezonder
- alcohol
- HCV-genotype 3
- steatose
- obesitas, DM
- oudere leeftijd bij infectie
- Co-infectie met HBV of HIV

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn twee factoren die voorspellen dat patienten het beter doen?

A
  1. normale leverwaardes
  2. normaal koffiegebruik van 4-6 kopjes per dag (gunstige effecten want: anti-fibrotisch, minder galstenen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke stadia van fibrose zijn er en waarmee bepalen we die stadia?

A

Metavir score

F1 = portale fibrose

F2 = portale fibrose met paar septa

F3 = septale fibrose

F4 = cirrose (spinnenweb) –> verlies van hepatocyten en achteruitgang functie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Hoe verlopen de bloedwaardes gedurende de infectie?

A
  • Acute infectie: na 7-10 dg stijging van HCV-RNA met evt symptomen
  • RNA en ALAT: gaan een beetje heen en weer gedurende de tijd
  • Va 3 mnd gaan de Ab echt goed toenemen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

wat is kenmerkend aan de Ab tegen HCV?

A

Zijn niet beschermend !!!!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat zijn complicaties van HCV?

A

Vooral als eenmaal cirrose nodig
- decompensatie
- HCC
–> Beide transplantatie nodig (wel steeds minder door HCV)
- overlijden

Leverfalen en HCC:
- icterus
- ascites
- oesophagus varices met bloedingen en mogelijk overlijden
- HCC: merken bij 8-10 cm groot

Extra-hepatitsche manifestaties: tot 74%
–> negatieve impact op QoL
- depressie
- vasculitis
- renale insufficientie
- DM
- CV-events
- maligne lymfoom die erg lastig te BH is

20
Q

wat is de prognose?

A

wereldwijd: 400 000 sterfgevallen per jaar (ondanks dat er adequate BH is –> niet voor iedereen beschikbaar)

Extra-hepatische sterfte: verbetering door BH

*Weinig heftige afwijkingen: levensverwachting gaat terug naar richting normaal
- Wel SVR: 10jrO 91% (normale levensverwachting)
- Geen SVR: 10jrO is 74%

Door behandeling afname van veel complicaties

21
Q

Wat kan het effect van winst teniet doen?

A

Alcohol gebruik

22
Q

Hoe werkt de BH van HCV?

A

Antivirale therapie: kan leiden tot substained virological respons = virale eradicatie = genezing

SVR als:
HCV-RNA is negatief in de circulatie voor 12-24 wk na de bh

23
Q

wat gebruiken we als marker voor de BH?

A

SVR is de marker voor een succesvolle behandeling

24
Q

Welke middelen werden in eerste instantie gegeven bij HCV? Waarom worden die nu niet meer gebruikt?

A
  • Peginterferon: injectie
  • Ribavirine: tabletten

Heel veel bijwerkingen met veel depressiviteit

25
Q

Welke middelen worden nu gebruikt voor de behandeling van HCV?

A

DAA’s = direct acting antivirals

  1. NS3-A4 protease inhibotors -previr
    - telaprevir
    - bocceprevir
  2. NS5A-inhibitors -asvir
    - daclatasvir
    - ledipasvir
  3. NS5B-polymerase inhibitors -buvir
    - sofosbuvir
    - dasabuvir

Werken op: enzymen van het virus

Hebben GEEN bijwerkingen!!!!

26
Q

Wat is het principe van de BH?

A

Geven van minimaal twee verschillende middelen (combinatie maken) –> vrijwel 100% genezen

27
Q

Wat is nadelig aan de huidige behandeling van HCV?

A

is heel erg duur: 26 000 euro per behandeling

In sommige landen wel goedkoper op de markt maar door slechte infrastructuur toch niet goed bij de mensen (India, tropen, inuit (noord-canada)

28
Q

Welke middelen zijn in NL beschikbaar?

A

Alle middelen zijn beschikbaar voor alle patienten

29
Q

hoe lang moet men behandeld worden bij HCV?

A

Gemiddeld 8-12 wk

30
Q

Wat is het doel van de bh van HCV?

A
  • verbetering levensverwachting
  • verminderen lever gerelateerde morbiditeit (HCC)
  • verhogen van health related QoL

LET OP:
De SVR is NIET het doel!!!!!!!

31
Q

Hoe behandelen we HCV op dit moment?

A

1e keus:
- Glecaprevir en pribremasvir
- Sofosbuvir en velpatasvir

Triple: als bovenstaande niet werkt (vaak resistentie voor NS5A)
- sofosbuvir en valpatasvir en voxilaprevir

32
Q

Wat is het effect van de behandeling op de fibrose en cirrose?

A

Firbose: 5 jr na BH regressie van de fibrose

Cirrose: is reversibel en te genezen!!! –> duurt wl wat langer

kan van metafir stadium 4 naar stadium 3

INDIEN ER SPRAKE IS VAN SVR

33
Q

Wat is het risico als de cirrose niet helemaal verdwijnt?

A

Behouden van het risico op HCC –> wel vertraging van 10 jaar

34
Q

Wat zijn extra voordelen bij de behandeling van HCV?

A

Werkt ook op de andere complicaties zoals nierinsufficientie (vooral dit!!), hartinfarcten en CVA’s

–> Daling van de extra-hepatische mortaliteit

35
Q

Hoe lang is men nog besmettelijk bij Bh?

A

Besmettelijk zolang het virus circuleert

Na Tx ongeveer 1 wk na de behandeling is de besmettelijkheid weg

36
Q

Welke behandelingen zijn pangenotypisch?

  • Sofosbuvir
  • Ledispasvir/sofosbuvir
  • Grazoprevir/elbasvir
  • Velpatasvir/sofosbuvir
  • Voxilaprevir met velpatasvir ensofusbuvir.
  • Glevaprevir en pibrentasvir
A
  • Velpatasvir/sofosbuvir
  • Voxilaprevir met velpatasvir ensofusbuvir.
  • Glevaprevir en pibrentasvir
37
Q

Wat gebeurt er met het risico op HCC bij SVR?

A

Daalt

Bij fibrose is de kans < 2%

Maar bij cirrose: 8,5%

38
Q

Wat is de prognose bij goede BH?

A
  • overall mortaliteit bij cirrose
  • geen SVR 10jrM 26%
  • wel SVR 10jrM 8,9%
    –> Ook bij B/C-cirrose (ernstig) –> winst
  • minder heftige afwijkingen gaat de levensverwachting richting normaal
  • wel SVR: 10jrO 91%
  • geen SVR 10jrO 74%

Afname van heel veel complicaties

39
Q

waarmee worden artsen geholpen in de behandeling van HCV?

A
  • HCV-richtsnoer: richtlijnen
  • HCV-therapie selector: obv kenmerken patiënt  kiezen welke geneesmiddelen beste zijn
  • Liverpool HEP drug interacties
  • Fibroscan uitvoeren voor andere artsen
40
Q

wat is een lastig discussiepunt bij gedecompenseerde cirrose? Wat zijn voor- en nadelen? En hoe handelen we nu?

A

Bij behandeling of eerst transplantatie of niet

Voordelen:
- Verbetering biochemie
- Verminderde mortaliteit transplantatie wachtlijst
- Mogelijkheid van tegelijk HCC behandeling

Nadelen:
- Minder urgente plek op transplantatie wachtlijst omdat de MELD score omlaag gaat
- Lagere SVR in vergelijking met therapie na de transplantatie
- Meer bijwerkingen

NU:
als ernstige leverziekte (Child Pugh klasse B of C)–> eerst transplantatie en daarna behandelen –> omdat dit wel altijd lukt (andersom niet altijd)

Eerst behandeling:
- lagere MELD-score (< 17)
- lage transplantatie urgentie

Eerst transplantatie:
- hogere MELD-score (> 17)
- hoge transplantatie urgentie

MELD = model for end stage liver disease

41
Q

Waarmee is geprobeerd om zo veel mogelijk mensen met HCV op te sporen en te behandelen?

A

Nationaal hepatitis plan: CELINE
8% opgespoord en genezen
–> Was uiteindelijk toch te duur

42
Q

Waarom is de diagnose van HCV soms lastig?

A
  • ontbrekende symptomen
  • normale enzymen
43
Q

Hoeveel SVR wordt bereikt bij gecompenseerde levers en bij gedecompenseerde?

A

Gecompenseerd: bijna 100%

Gedecompenseerd: ong 80%

44
Q

waardoor hebben mensen met chronische HCV een verminderde levensverwachting?

A
  • lever gerelateerde
  • en lever ongerelateerde mortaliteit
    neemt toe
45
Q

Waar moet men rekening mee houden bij de behandeling?

A

De nierfunctie
Sofosbuvir niet geven als de klaring < 30 ml/min is

46
Q

Hoe evalueren we de behandeling?

A
  • HCV-RNA
  • fibroscan