College 1 Flashcards

1
Q

Communicatie

A

‘’Communicatie is een sociaal proces waarin individuen symbolen gebruiken om betekenis in hun omgeving vast te stellen en te interpreteren.’’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

allocutie

A
  • controle over informatie = centraal
  • controle over tijd/plaats = centraal

Bijvoorbeeld vroeger toen je weinig controle had over wat je op TV kijkt door weinig kanalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

consultantie

A
  • controle over informatie = centraal
  • controle over tijd/plaats = individueel

Bijvoorbeeld een krant waarbij je zelf de controle hebt wat je tot je neemt maar niet tot de informatie die erin staat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

registratie

A
  • controle over informatie = individueel
  • controle over tijd/plaats = centraal

Je hebt zelf controle over de informatie die je tot je neemt, maar niet over de plaats zoals bijvoorbeeld de bieb

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

conversatie

A
  • controle over informatie = individueel
  • controle over tijd/plaats = individueel

Je hebt zelf controle wat en wanneer je consumeert, bijvoorbeeld 1-op-1 gesprek. Ook netflix valt hieronder.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

sociaal

A

communicatie heeft te maken met interacties tussen mensen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

proces

A

communicatie is een proces dat nooit stopt. Het is dynamisch, complex en veranderlijk; cumaulatief, context- en ervaringsafhankelijk.

Communicatie is veranderlijk:
De manier waarop we communiceren en de betekenis van onze boodschappen kunnen veranderen over tijd. Dit kan komen door veranderingen in onze relaties, technologische vooruitgang, of verschuivingen in culturele normen en waarden.

Communicatie is cumulatief:
Onze eerdere ervaringen en interacties beïnvloeden hoe we huidige en toekomstige communicatie interpreteren en vormgeven. Elke communicatie-ervaring draagt bij aan onze algemene kennis en vaardigheid in communicatie.

Communicatie is context- en ervaringsafhankelijk:
De betekenis van een boodschap hangt af van de context waarin deze wordt gecommuniceerd en de eerdere ervaringen van de betrokken personen. Wat in de ene situatie logisch is of werkt, kan in een andere situatie totaal anders zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

symbolen

A

Een arbitrair (willekeurig) label gegeven aan een fenomeen.

Bijvoorbeeld: bepaalde klanken samengevoegd betekent een woord of dat a en à verschillend worden uitgesproken. Dat wij een A als een A schrijven is gewoon zo ontstaan. Er is niets inherents aan die lijntjes die een A een A maken. Ook letters zijn dus arbitraire symbolen.

Symbolen hebben betekenis en zijn afhankelijk van de omgeving. De interpretatie is van verschillende dingen afhankelijk.

arbitrair, abstract of concreet, kunnen via alle kanalen verzonden worden: verbaal, non-verbaal (woorden, glimlach, frons), visueel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

betekenis (semiotiek)

A

wat mensen uit een boodschap halen

wat een communicatieboodschap voor iemand betekent (er kan meer dan 1 betekenis zijn); persoons-, context-, plaats-, ervaringsafhankelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

omgeving

A

situatie of context waarin communicatie plaatsvindt. Beïnvloedt alle andere factoren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

beïnvloeding

A

communicatie heeft meestal een doel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly