Casus 1 Neurologie bovenste extremiteiten: inspectie, tonus, kracht Flashcards

1
Q

Ontkledingsinstructie

A

U mag uw broek weer aandoen, maar tshirt uithouden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Inspectie

A

Omvang van de spieren:

  • atrofie
  • symmetrie
  • Luchtfiguren

Onwilleukerige bewegingen:

  • fascultaties
  • tremoren
  • onwillekeurige bewegingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Motoriek tonus

A

Maak een passieve beweging in de gewrichten met snellere bewegingen en soms zijwaards.

Elleboog:
breng afwisselend in flexie en extensie
houd vinger op bicepspees

Pols
Breng afwisselen in flexie extensie, pro en supnatie

Beoordeel:

  • symmetrie
  • normotonie
  • rigiditeit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Motoriek spierkracht

A

Beoordeel met MRC

Proef met uitgestrekte armen
Laat de patient armen uitstrekken met handpalmen naar boven en leg uit dat de patient armen omhoog moet houden.
laat de patient de ogen sluiten en observeer “1 minuut”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Motoriek spierkracht schouder

A

Abductoren: laat de patient de armen opzij houden en probeer deze naar beneden te drukken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Motoriek spierkracht elleboog

A

Flexoren:
Laat de patient de arm gebogen houden. Onderarm in supnatie. Probeer de arm te strekken.

Extensoren:
Laat de patient de arm strekken en probeer de arm te buigen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Motoriek spierkracht pols

A

Extensoren
Duw tegen de bovenkant van de hand als de hand in pronatie is en de patient de hand in extensie heeft

Flexoren
Laat de patient de hand in supinatie houden en een vuist maken. Druk op de handpalm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Vingers

A

Extensoren
Laat de pt de vingers strekken en spreiden. Probeer deze te buigen

Flexoren
Laat de patient zo hard mogelijk in uw vingers knijpen

Opponeren:
pink en duimtop op elkaar drukken. onderzoeker probeert dit te doorbreken.

Sluiters:
vingers strekken en spreiden. Voeg je handen hierin en laat patient drukken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly