Capita selecta binnen maxillofaciale chirurgie Flashcards

1
Q

Hoe wordt de intracapsulaire ruimte van het temporomandibulaire gewricht verdeeld?

A

Door de discus articularis:

1) onderste compartiment = kaakkop vs discus articularis => rotatie
2) bovenste compartiment = discus articularis vs tuberculum articulare => translatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke zenuw is betrokken bij artralgie van het temporomandibulair gewricht?

A

N. auriculotemporalis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke soort discusluxaties van het temporomandibulair gewricht bestaan er?

A

1) Reducerende discusluxatie = pijnloos of pijnlijk knappend gewricht.
2) Semi-permanente discusluxatie = knappen en slotverschijnselen, gereduceerd door automanipulatie, doffe en zeurende pijn met scherpe episoden tijdens overbelasting en locking.
3) Permanente discusluxatie = bewegingsbeperking en pijn, deviatie naar aangedane zijde, onvermogen om kaak naar contralateraal te bewegen, met progressieve degeneratieve veranderingen op lange termijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Geef de indeling van occlusie volgens de 3 klassen.

A

1) Ideale gebitssituatie, neutro-occlusie met normale voor-achterwaartse verhoudingen
2) Tanden onderkaak staan dorsaal tov tanden bovenkaak.
3) Mesio-occlusie en mesio-rotatie, frontale omgekeerde overbeet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke orthognatische operatietechnieken bestaan er?

A

1) BSSO: bilaterale sagittale splijtingsosteotomie = verplaatsing mandibula
2) Le Fort I osteotomie = verplaatsing maxilla
3) Bimaxillaire osteotomie = BSSO + Le Fort I
4) Kinosteotomie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke zenuwen kunnen mogelijks beschadigd worden bij een BSSO?

A

N. alveolaris inferior

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke zenuwen kunnen mogelijks beschadigd worden bij een Le Fort I osteotomie?

A

N. infraorbitalis en n. palatinus major

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is OSAS?

A

Obstructief SlaapApneu Syndroom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn typische indicaties voor botox?

A

1) Voorhoofdrimpels
2) Kraaienpootjes naast ogen
3) Glabelle rimpels (frons)
4) Masseterhypertrofie
5) Gummy smile

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn contra-indicaties voor botox?

A

1) Myasthenia gravis
2) Lambert-Eaton syndroom
3) ALS
4) Aminoglycoside gebruik
5) Neurodegeneratieve aandoeningen
6) Rondom mond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly