Afwijkingen van het viscerocranium

Question 1

Wat is een torus palatinus?

Answer 1

Beenharde, soms gelobde afwijking in mediaanlijn op palatum durum, vnl. na puberteit.

Question 2

Wat is een torus mandibularis?

Answer 2

Symmetrisch voorkomende, beenharde zwelling thv linguale zijde onderkaak in premolaar gebied, enkel- of meervoudig.

Question 3

Wat is de typische kliniek van osteogenesis imperfecta?

Answer 3

Blauw aspect sclerae, doofheid, gebitsafwijkingen.

Question 4

Wat is de ziekte van Albers-Schönberg?

Answer 4

Osteopetrose

Question 5

Wat is de ziekte van Paget?

Answer 5

Osteitis deformans

Question 6

Wat is pathognomonisch voor de ziekte van Paget (osteitis deformans)?

Answer 6

1) Toegenomen osteoclasten- en osteoblastenactiviteit
2) Toegenomen vascularisatie
3) Mozaïekpatroon van lamellair bot

Question 7

Wat is mono-ostotische fibreuze dysplasie?

Answer 7

Pijnloze zwelling, bovenkaak > onderkaak, vnl buccaal (asymmetrie gezicht).
Migratie gebitselementen en resorptie radices.
Vnl kinderen en jonge volwassenen.
Histologie: Chinese letterteken aspect van beenbalkjes.

Question 8

Bij welke ziekte zien we een Chinese letterteken aspect van beenbalkjes op histologie?

Answer 8

Mono-osthotische fibreuze dysplasie

Question 9

Wat is de typische kliniek van McCune Albright syndroom?

Answer 9

1) Poly-ostotische fibreuze dysplasie
2) Café au lait vlekken
3) Endocriene afwijkingen

Question 10

Wat is cherubisme?

Answer 10

Langzaam progressieve zwelling van kaken < kiemen 3e molaren.
Vnl bij kinderen van 3-4j, zelflimiterend rond puberteit.

Question 11

Patiënt met pijnlijke, lege alveole post-extractie, bedekt met putride, grijs beslag.
Wat is je diagnose?

Answer 11

Alveolitis

Question 12

Wat is de osteomyelitis van Garré?

Answer 12

Osteomyelitis met prolifererende periostitis.
Periostale beenaanmaak (uienschildefect), vage kliniek met pijn en ongemakkelijkheid.

Question 13

Wat is het verschil tussen focale en diffuse chronische scleroserende osteomyelitis?

Answer 13

Focaal = circumscripte radio-opaciteit rond apex gebitselement, contour radix duidelijk zichtbaar.
Diffuus = niet-circumscripte radio-opaciteit met afgenomen bottekening.

Question 14

Wat is typisch voor een radiculaire cyste?

Answer 14

Ping Pong bal effect: door de dunne laag bot rond cyste veert de zwelling het bot in en uit.

Question 15

Wat is de typische locatie van een paradentale cyste?

Answer 15

Thv gedeeltelijk doorgekomen verstandskies in onderkaak.

Question 16

Wat is de typische kliniek van een eruptie cyste?

Answer 16

Blauw doorschemerende zwelling op kaakwal, rond kroon van een rupturerend gebitselement.

Question 17

Wat is de typische kliniek van een folliculaire cyste?

Answer 17

Rond kroon van geretineerd of geïmpacteerd gebitselement, vnl thv verstandskies onderaan of cuspidaat bovenaan.

Question 18

Wat is de behandeling van een folliculaire cyste?

Answer 18

Enucleatie met verwijdering gebitselement.

Question 19

Wat is de behandeling van een laterale periodontale cyste?

Answer 19

Enucleatie of excochleatie met behoud gebitselement

Question 20

Waarom is er een grote kans op een recidief van een keratocyste na verwijdering?

Answer 20

1) Dunne bekleding

2) Satelliet laesies in wand

Question 21

Wat is de typische kliniek van een nasopalatinale cyste?

Answer 21

Submucosale zwelling op palatum thv papilla incisiva.

Histologie: meerlagig plaveiselepitheel, respiratoir trilhaarepitheel, kubisch epitheel of combinatie van bovenstaande.

Question 22

Wat is het syndroom van Gorlin-Goltz?

Answer 22

Basaal-cel naevus syndroom met multipele, recidiverende keratocysten van de kaak.

Question 23

Patiënt met sterk prominerend voorhoofd (frontal bossing), hypertelorisme, progenie van kaken, arakeratose van handpalmen en voetzolen, multipele basaalcelcarcinomen van huid, wervelanomalieën, gespleten ribben, overbrugging van sella turcica en verkalkte falx cerebri.
Wat is je diagnose?

Answer 23

Basaal-cel naevus syndroom = syndroom van Gorlin-Goltz.

Question 24

Bij welke aandoeningen zien we meerkernige reuscellen op histologie?

Answer 24

1) Centraal reuscelgranuloom
2) Hyperparathyroidie
3) Cherubisme

Question 25

Wat is de klinische presentatie van Langerhans’ cel histiocytose?

Answer 25

1) Ziekte van Letterer-Siwe = acuut, lethaal, destructie kaakbot.
2) Ziekte van Hand-Schüller-Christian = chronisch gedissemineerd, kinderen, botlaesies, diabetes insipidus, dwerggroei, …
3) Eosinofiel granuloom = chronisch gelimiteerd, oudere kinderen, jongvolwassenen.