Afwijkingen van de speekselklieren Flashcards

1
Q

Wat is de ductus van Stenon?

A

Ductus parotideus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de ductus van Wharton?

A

Ductus submandibularis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de ducti Rivini?

A

Ducti sublinguale

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de ductus Bartholini?

A

Ductus sublinguale die samenkomt met ductus submandibulare

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe verloopt de innervatie van de speekselklieren?

A

PS: cholinerg = volumineus speeksel, laag eiwitgehalte.
OS: adrenerg = gering volume, hoog eiwitgehalte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Patiënt met kortdurende, spontaan verdwijnende, relatief frequent recidiverende, enkelzijdige en niet pijnlijke zwelling van gl. parotidea.
Wat is je differentieel diagnose?

A

Vaataandoening of hypertensie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Patiënt met een dubbelzijdige zwelling van gl submandibulares.
Wat is je differentieel diagnose?

A

Schildklieraandoening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Patiënt met maaltijdgerelateerde zwelling van gl submandibularis.
Wat is je diagnose?

A

Obstructie afvoergang door speekselsteen of slijmprop.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Patiënt met functieverlies van alle gl salivae majores reagerend op gustatoire stimulatie. Wat is je diagnose?

A

Hyposialie tgv medicatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

De eerste portie parotisspeeksel van een patiënt is troebel.

Waarop wijst dit?

A

Chronisch recividerende obstructieve parotitis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

De eerste portie parotisspeeksel van een patiënt is melkachtig.
Waarop wijst dit?

A

Discontinue secretie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe bereken je de speekselamylase fractie in het serum?

A

Totaal amylase - pancreasamylase fractie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe is de speekselscintigrafie bij Sjögren syndroom?

A

Verlaagde opname en uitscheiding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe is de speekselscintigrafie bij sialose?

A

Verhoogde uitscheiding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe is de speekselscintigrafie bij een acute ontsteking van de speekselklier?

A

Verhoogde opname

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe is de speekselscintigrafie bij een chronische ontsteking van de speekselklier?

A

Verlaagde opname

17
Q

Kan je een biopsie of punctie doen van de gl submandibulare?

A

Neen, deze speekselklier is niet toegankelijk voor een incisie biopsie.

18
Q

Man van 50j komt met aanvallen van pijn en zwelling thv speekselklier. Deze aanvallen komen typisch op bij de maaltijd en verdwijnen binnen 2u.
Wat is je diagnose?

A

Sialolithiasis (speekselsteen)

19
Q

Welke zenuw kan beschadigd geraken bij de intra-orale behandeling van sialolithiase?

A

N. lingualis

20
Q

Patiënt met blauw doorschemerende dunwandige vochtblaas thv binnenzijde onderlip. Deze vochtblaas ledigt zich spontaan met een dikke, visceuze vloeistof en komt regelmatig terug.
Wat is je diagnose?

A

Mucocoele (retentie vs extravasatie)

21
Q

Wat is een mucocoele?

A

Slijmcyste < kleine speekselkliertjes

22
Q

Wat is een ranula?

A

Slijmcyste < gl sublingualis

23
Q

Wat is een plunging ranula?

A

Ranula onder de m. mylohyoideus

24
Q

Patiënt met blauw doorschemerende dunwandige vochtblaas paramediaan op mondbodem, met zeer visceus, geelachtig speeksel.
Wat is je diagnose?

A

Ranula

25
Q

Wat is het syndroom van Sjögren?

A

Auto-immuunziekte thv exocriene klieren (traan- en speekselklier).
Klinisch: toenemende klachten van droge mond en ogen tgv progressief verlies van actief secretoir weefsel.

26
Q

Hoe stel je de diagnose van het syndroom van Sjögren?

A

1) Biopsie lip: lymfocytaire foci (> 1 focus / 4mm3)

2) Biopsie parotis: myo-epitheliale eilandjes en grote hoeveelheden IgG, IgA en IgM

27
Q

Vanaf welke dosis bestraling is er irreversibele daling van de speekselsecretie?

A

> 30 Gy (cumulatieve dosis)

28
Q

Welke medicatie kan een hyposialie induceren?

A

1) Anticholinerge medicatie zoals atropine, tricyclische antidepressiva
2) Cytostatica

29
Q

Geef de behandeling van medicatie-gerelateerde hyposialie.

A

1) Medicatie aanpassen: dosisvermindering, aanpassing doseringsschema, vervanging GM
2) Symptomatisch: mechanische, gustatoire of farmacologische stimulatie van speekselklier

30
Q

Welke medicatie kan een hypersialie induceren?

A

1) PS-mimetica
2) β OS-mimetica
3) α OS-mimetica

31
Q

Wat is sialose?

A

Recidiverende, pijnloze zwelling van beide gl parotidea tgv vergroting parenchym door hypertrofie of hyperplasie van acinaire cellen.

32
Q

Wat zijn oorzaken van sialose?

A

1) Diabetes mellitus
2) Slechte voedingstoestand
3) Boulimia
4) Alcoholisme
5) Chronische leverziekten
6) Stoornissen in eiwitmetabolisme
7) Neurologische afwijkingen

33
Q

Patiënt met monddroogheid en incidentele, unilaterale, pijnloze zwelling van gl parotidea die enkele uren blijft bestaan. Verder heeft het speeksel een melkachtig aspect.
Wat is je diagnose?

A

Natrium-retentie syndroom

34
Q

Geef de behandeling van xerostomie.

A

1) Te stimuleren speekselafvloed?
Gustatoire of farmacologische stimuli (pilocarpine)
2) Niet te stimuleren speekselafvloed?
Mondspoeling met water, thee of zoutoplossingen, ev speekselsubstituten obv carboxymethylcellulose of mucinen

35
Q

Wat zijn de bijwerkingen van pilocarpine?

A

1) Excessief zweten
2) Zich onwel voelen
3) Vol gevoel in de urineblaas en mictiestoornissen

36
Q

Wat zijn de contra-indicaties voor pilocarpine?

A

1) Braken
2) Bradycardie
3) Buikkrampen en diarree

37
Q

Welke zenuw kan beschadigd geraken bij de verwijdering van een mucocoele?

A

N. mentalis

38
Q

Welke zenuw kan beschadigd geraken bij extirpatie van de gl parotidea?

A

N. facialis

39
Q

Welke afwijking is niet typisch bilateraal?

A

Natriumretentie syndroom en/of pleiomorf adenoom. (?)