Biomechanica (De Wulf) Flashcards
Voorwaarden normaal gangpatroon
- Stabiliteit in stand
- Vloetclearance in zwaaifase (triflexiepatroon nodig)
- Pre-positioning voor IC
- Adequate staplengte
- Energiezuinig patroon
Dal verticale GRF
knieflexie, pronatie voet, interne rotatie onderbeen
Definities gangpatroon
1e: zo weinig mogelijk energieverbruik
2e: ALZP liefst volgens sinusidale curve
3e: verticale GRF kent patroon 2 pieken en dal
Fases gangcyclus
Initial contact Loading response Midstance fase Terminal stance Preswing Initial swing Midswing Terminal swing
Wat gebeurt er tijdens loading response fase?
schockbreking: voetpronatie, knieflexie, interne rotatie, plantairflexie enkel
Triflexiepatroon
flexie heup, knie en dorsiflexie enkel
4 functies gewrichten tijdens gaan en lopen
- aanpassen aan ondergrond
- schokken absorberen (knieflexie, interne rotatie ol, pronatie voet)
- afstoten
- voortbewegen
- > Stabiel en mobiel
Kenmerken looppatroon
2 pieken, minder symmetrisch. Klein dalletje. 2-3x lichaamsgewicht.
Gestoorde voetfunctie hyperpronatie
Geen rigide hefboom
Instabiliteit
Gestoorde voetfunctie (hyper)supinatie
Gebrek schokbreking, geen adaptatie aan ondergrond
Koppeling van beweging
pronatie>IR tibia (lig deltoïdeum, ATiFL)
Supinatie > ER ribia
Counterrotation
supinatie achtervoet > pronatie voorvoet en omgekeerd
Van mobiel naar stabiel
tib posterior+peroneus longus+windlass
draaipunten gesloten keten
heelrocker > ankle rocker (mobiel) > forefoot rocker
Voetbogen worden in stand gehouden door:
a) voetskelet
b) lig. plantare longum
c) m. quadratus plantae
d) m. tibialis posterior
e) m. peroneus longus (afvlakking MT1)