Biomechanica (De Geyter) Flashcards

1
Q

Zijn 2 biomechanische modellen tegengesteld?

A
  • Kinematisch: zelfde bevindingen bewegingsanalyse bekken, heup, wz
  • Kinetisch: andere visie spieractiviteit, GRF, FZ tov OL en WZ
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Basisprincipes Gracovetsky

A

1) Koppelbewegingen WZ, bekken, heup
2) Spinal engine counter rotation
3) Synergie anatomische spierkettingen
4) OL onmisbaar verlengstuk spine engine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Verklaringen spine engine counter rotation

A
  1. Behoud angulair moment (horizontaal, frontaal, sagitaal)

2. Krachtbron voor progressie in horizontaal vlak (veerprincipe)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke rol speelt de lumbale lordose?

A

45-65°

  • Positie zwaartepunt
  • Optimale staplengte en gangbasis
  • Wisselwerking grondreactiekracht
  • Optimale stap/loopsnelheid
  • Verzekering stabiliteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Kenmerken looppatroon Bolt

A
  • Rechte romp (meer spiergebruik)
  • Hogere knielift (minder voetcontact)
  • Meer lateroflexie (meer tegengesteld rotatie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Rol OL

A
  • Omzetting GRF > JRF
  • Meer bewegingSsnelheid en -kracht
  • Schokbreking
  • Ondersteuning lichaamsgewicht
  • Hefboom Osteoarticulaire ligamenten LWZ
  • Hefboom om moment te creeeren tov Grond
    Ezelsbrug: go go ss
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke podologische parameters bepalend om veilig van risicovol biomechanisch profiel te onderscheiden?

A
  • Root vs Tissue stressmodel

- Vorm vs functie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Stadia stress-strain curve

A

Toe region, linear region, proportional limit, elastic limit, yield point, ultimate stress, rupture point

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke zenuw soms aangedaan bij sinus tarsi syndroom?

A

n. Peroneus profundus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Kliniek sinus tarsi syndroom

A
  • instabiliteit calcaneum en talus (mediolaterale shifttest)
  • hyperesthesie lat tak n. peroneus profundus
  • anterieure positie talus
  • pijn max PF+inv
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Graad I syndesmoseletsel occultatum

A

overrekt/parieel geruptureerd ATiFL zonder instabiliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Graad II syndesmoseletsel occultatum

A

ruptuur ATiFL+overrekt/partieel geruptureerd IOL, enige instabiliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Graad III syndesmoseletsel occultatum

A

ruptuur ATiFL+IOL+PTiFL, instabiel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Oorzaak high ankle sprain

A
  • inversietrauma

- DF+pronatie+exorotatie (meestal)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Testen high ankle sprain

A
  • single hop test
  • cottontest
  • DF+ER stresstest
  • syndesmosis squeeze test
  • fibulaire translatietest
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Cottontest

A

laterale translatie, positief bij >5mm of bij klikken

17
Q

Functionele gevolgen high ankle sprain

A
  • instabiliteit en minder proprioceptief vermogen
  • veranderde interactie talus en fibula
  • ROM STG-TCG-Tibiofibulair gewricht gehypothyceerd
  • impact hoger op de ketting
18
Q

Risicofactoren sesamoïditis

A

plantairgereflecteerde 1e straal, steilstand MT1, pes equinus, hallux valgus

19
Q

Testen plantaire plaatletsel

A
  • observatie in frontaal vlak
  • plantaire flexie pijntest
  • Thomson and Hamilton (>2mm omhoog te duwen)
  • Plantaire plaat provocatie test (Sanhudo)
20
Q

Baxter’s nerve entrapment: wat?

A

1e tak n. plantaris lateralis (inf. calcaneale zenuw)

21
Q

Baxter’s nerve entrapment: waar?

A

tussen m. quadratus plantae en m. abductor hallucis

tussen FP en mediale calcaneale tuberculum

22
Q

KO tarsal tunnelsyndroom

A

test m. abductor hallucis en digiti minimi
Tinel sign
SLR met DF + eversie
Durkan’s compressietest 30s

23
Q

KO Baxter’s nerve entrapment

A

Test m. abductor minimi en flexor digitorum brevis
SLR+sensibiliserende toevoeging n. tibialis
Soft tissue test

24
Q

N. Suralis entrapment KO

A

Sensibiliteitsstoornis, Durkan’s compressietest 30s, SLR+sensibiliserende toevoeging DFL/INV

25
Q

Gevolgen functionele hallux rigidus

A
verkorte m. psoas
veranderde werking m. quadratus femoris
Pivotbeweging voorvoet
Grotere ganghoek
Afrol over laterale voet
26
Q

Type1 acc os naviculare

A

klein sesamoid botje tib post pees

27
Q

type 2 acc os naviculare

A

tot 1,2cm met synchondrosis tov os naviculare

28
Q

type 3 acc os naviculare

A

grote gefuseerde botkern (groot os naviculare)