beroepspraktijk Flashcards

1
Q

Goeiedag, ik ben (naam).
Ik ben stagiaire aan Vives te Kortrijk.

A

Bonjour, je suis (nom).
Je suis stagiaire à la haute école Vives à Courtrai.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hallo, ik ben (naam).
Ik ben studente vroedvrouw, ik zit in mijn tweede jaar.

A

Bonjour, je suis (nom). Je suis stagiaire/étudiante sage-femme. C’est ma deuxième année.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Het is mijn eerste stage.

A

C’est mon premier stage.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe gaat het met u?

A

Comment allez-vous?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hebt u goed geslapen?

A

Vous avez bien dormi?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wanneer bent u bevallen?

A

Vous avez accouché quand?/
L’accouchement était quand?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Is de bevalling goed verlopen?

A

L’accouchement s’est bien passé?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hebt u al kinderen?

A

Vous avez déja des enfants?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hebt u iets nodig?

A

Vous avez besoin de quelque chose?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Kan ik u helpen?

A

Je peux vous aider?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Als er iets is, mag u steeds bellen.

A

Vous pouvez toujours sonner s’il y a quelque chose.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Ik weet het niet, ik zal het vragen aan de vroedvrouw.

A

Je ne sais pas, je vais le demander à la sage-femme.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hebt u nog vragen? Wil u nog iets vragen?

A

Vous avez encore des questions? Vous voulez encore demander quelque chose?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Tot later.

A

A plus tard.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Tot binnenkort.

A

A bientôt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Tot straks.

A

A tout à l’heure.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

vulvaspoeling

A

soin vulvaire

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Ik kom de vulvaspoeling doen.

A

Je viens faire le soin vulvaire.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Ik zal eerst de parameters nemen.

A

D’abord je vais prendre les paramètres.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Ik zal de bloeddruk/pols/temperatuur nemen.

A

Je vais prendre la tension/ le pouls/ la température.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Bent u al naar het toilet geweest?
Indien niet dan mag u nu gaan.

A

Vous avez déjà été aux toilettes? Si non vous pouvez y aller maintenant.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Ik ga de baarmoederinvolutie controleren.

A

Je vais controler l’involution utérine.

23
Q

Ik ga het bloedverlies controleren.

A

Je vais controler les pertes de sang.

24
Q

Verliest u nog veel bloed?

A

Vous perdez encore beaucoup de sang?

25
Q

Kunt u me uw bloedverlies beschrijven?

A

Vous pouvez me décrire votre perte de sang?

26
Q

Hebt u niet teveel pijn aan uw episiotomie/scheurtje/wonde?

A

Vous n’avez pas trop mal à votre épisiotomie/rupture/plaie?

27
Q

Kan u goed plassen?

A

Vous savez bien uriner?

28
Q

Hebt u al stoelgang kunnen maken?

A

Vous avez déjà été à selle?

29
Q

babybad

A

bain bébé

30
Q

Goeiemorgen, ik kom het babybadje geven/tonen.

A

Bonjour, je viens donner le bain bébé. Je viens vous montrer commet donner le bain bébé.

31
Q

Wil u het babybadje volgen?

A

Vous voulez regardez comment on donne le bain bébé?

32
Q

U mag plaatsnemen op de stoel.

A

Vous pouvez vous asseoir sur la chaise.

33
Q

Indien u dat wenst, kunnen we morgen het badje nog eens samen geven.

A

Si vous le souhaitez, demain nous pouvons redonner le bain bébé à deux.

34
Q

Het is belangrijk om alles goed voor te bereiden.
Dit betekent dat u zorgt dat alle materiaal aanwezig is, het voldoende warm is in de babybox, het badje gevuld wordt met water…

A

C’est important de tout préparer.
Vous préparez tout le matériel, il doit faire suffisamment chaud dans le babybox, vous remplissez le bain…

35
Q

Eerst nemen we de temperatuur van de baby.
De temperatuur dient tussen 36,5 en 37,5 °C te zijn.

A

D’abord, on va prendre la température du bébé. Une température normale est entre 36,5 et 37,5 degrés.

36
Q

We gaan de baby wegen/meten.

A

On va peser/mesurer le bébé.

37
Q

Het is normaal dat de baby de eerste dagen wat afvalt.

A

C’est normal que le bébé perdre un peu de poids les premiers jours.

38
Q

Het is belangrijk om goed af te drogen, zeker tussen de plooitjes.

A

C’est important de bien essuyer votre bébé, surtout dans les plis.

39
Q

We nemen een nieuwe luier.

A

On prend une nouvelle couche.

40
Q

We gaan de navelverzorging doen.

A

On va faire le soin ombilical/
le soin de cordon.

41
Q

voeding

A

alimentation

42
Q

borstvoeding

A

allaitement maternel

43
Q

Gaat het om de baby aan de borst te leggen?

A

Ca va pour mettre le bébé au sein?

44
Q

Ik zal u helpen om de baby aan de borst te leggen.

A

Je vais vous aider pour mettre le bébé au sein.

45
Q

Het is belangrijk dat de baby zowel tepel als tepelhof neemt. Indien niet zal u tepelkloofjes krijgen.

A

C’est important que le bébé prenne la mamelon (téton) et l’aréole pour boire. Si non vous allez avoir des crevasses.

46
Q

Als de baby niet goed aanligt, is het beter de baby onmiddellijk af te nemen en opnieuw aan te leggen.

A

Si le bébé n’est pas bien mis au sein c’est mieux de l’enlever et de le remettre à nouveau.

47
Q

U kan borstvoeding geven in verschillende houdingen.

A

Vous pouvez donner le sein dans différentes positions.

48
Q

Welke houding verkiest u?

A

Quelle position vous préférez?

49
Q

Het is belangrijk om zelf een comfortabele houding aan te nemen.

A

C’est important de prendre une position comfortable.

50
Q

Hebt u pijn aan de borst?

A

Vous avez mal au sein?

51
Q

U mag bellen voor het flesje.

A

Vous pouvez sonner pour le biberon.

52
Q

Het is goed om het speentje volledig te vullen met melk. Dit om krampjes te vermijden.

A

C’est bien de remplir la tétine completement avec du lait. Comme ça on évite les coliques.

53
Q

U kan even stoppen om de baby te laten opboeren.

A

Vous pouvez arrêter quelques minutes, ainsi votre bébé peut faire un renvoi/