Beïnvloeden van de blaaslediging Flashcards
Parasympathicomimetica; AChM-receptor activatie
- Activatie van AChM-receptoren zorgt voor contractie van gladde spiercellen in de blaaswand en de ureters.
- Indicatiegebied: atonie van de urineblaas
Wat is bethanechol?
Directe parasympaticomimeticum (AChM-agonist) die toegepast wordt voor atonie van de urineblaas.
Wat is neostigmine?
AChE-remmer = indirecte parasympaticomimetica;
- remmen afbraak endogeen ACh waardoor meer AChM-receptoren geactiveerd zullen worden
- Nadeel: wijde verspreiding van receptoren –> bijwerkingen
Kenmerken neostigmine en bethanechol?
Beide quaternaire ammonium verbindinge; passeren BHB niet; slechte absorptie uit MDK;
Dus: parenterale toediening
Parasympaticolytica; AChM-receptor antagonisten
- blokkeren AChM-receptoren en remmen zo de endogene activatie door ACh; daardoor contractiliteit van de blaaswand (m. detrusor) en ureters geremd.
- Werken alleen perifeer, perifeer nevenwerkingen: tachycardie, verminderde motiliteit MDK.
Oxybutinine en propantheline kunnen beide oraal worden toegepast in monogastrische dieren
Voorbeelden parasympaticolytica
Oxybutynine, propantheline
Indicatiegebied parasympathicolytica
- Symptomatisch bij blaasontsteking, obstructies en ‘urge’-incontinentie
Sympaticomimetica; beta2-adrenoceptor agonisten
- Behandelen overmatige contractiliteit gladde spiercellen in de blaaswand kan behandeld worden door de beta-adrenoceptoren in de m. detrusor te activeren.
Wat doen beta2-adrenoceptor agonisten?
Relaxatie van gladde spiercellen in o.a. blaaswand, uterus, perifere bloedvaten, bronchiën.
Sympaticomimetica; alfa1-adrenoceptor agonisten
Laten de interne sfinctertonus toenemen
Indicatiegebied alfa1-adrenoceptor agonisten
incontinentie (urethra-hyporeactiviteit)
Wat is efedrine?
Afla1-adrenoceptor agonist: direct efect op adrenoceptorl agonist voor m.n. alfa1-, beta-adrenoceptoren
Wat is fenylpropanolamine?
Afla1-adrenoceptor agonist: direct efect op adrenoceptor; meer selectievere alfa1-adrenoceptor agonist.
Fenylpropanolamine en efedrine
Werken allebei ook indirect sympaticomimetisch door NA afgifte te verhogen. Beide kunnen oraal worden toegepast in mongastrische dieren; nevenwerkingen: hypertensie, hartritmestoornissen, tachycardie, evt. centrale excitatie
Sympaticolytica; alfa1-adrenoceptor antagonisten
Verlagen interne sfinctertonus