Basics 1 Flashcards
I drink
Ik drink
He drinks
Hij drinkt
The man
De man
I drink and he eats
Ik drink en hij eet
An apple
Een appel
The bread
Het brood
The juice
Het sap
The water
Het water
The girl
Het meisje
You drink milk
Je drinkt melk
You are a boy
Je bent een jongen
I am a man
Ik ben een man
A woman and a man
Een vrouw en een man
I am a woman
Ik ben een vrouw
A man and a woman
Een man en een vrouw
He is a man
Hij is een man
A child or a man
Een kind of een man
She is a child
Zij is een kind
A man or a woman?
Een man of een vrouw?
She is a girl
Ze is een meisje
A boy and a girl
Een jongen en een meisje
He is a child
Hij is een kind
I eat
Ik eet
The boy drinks milk
De jongen drinkt melk
I drink milk
Ik drink melk
The boy eats an apple
De jongen eet een appel
The man drinks milk
De man drinkt melk
The apple
De appel
You are a child
Je bent een kind
You drink the juice
Je drinkt het sap
He drinks water
Hij drinkt water
The man eats bread
De man eet brood
I drink juice
Ik drink sap
You drink milk
Je drinkt melk
The girl drinks milk and I drink water
Het meisje drinkt melk en Ik drink water
I am a woman
Ik ben een vrouw
A woman
Een vrouw
A man and a boy
Een man en een jongen
A woman and a boy
Een vrouw en een jongen
A boy
Een jongen
A child or a man?
Een kind of een man?
I am a child
Ik ben een kind