Antistolling Flashcards

1
Q

Fysiologie bloedstolling

A

Primaire hemostase (=vormen bloedprop)
- Vasoconstrictie
- Adhesie (vWF zorgt voor interactie thrombo’s en collageen in vaatwand)
- activatie thrombocyten: thromboxaan A2, ADP, serotonine
- Glycoproteïne 2b en 3a receptoren komen aan oppervlakte: aggregatie met andere thrombocyten

Secundaire hemostase (=vormen fibrine netwerk)
- Tissue factor komt in aanraking met bloed
- binding en activatie stollingsfactoren (fibrinogeen naar fibrine)

Fibrinolyse (= afbraak fibrine netwerk)
- Activatie plasminogeen tot plasmine (t-PA, urokinase, streptokinase)T

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Trias van Virchow

A
  • Verhoogde stolbaarheid van bloed (hypercoagubiliteit)
  • Vertraagde bloedstroom (stase)
  • Beschadiging vaatwand
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Er zijn twee typen trombosen, die o.b.v. hun samenstelling een andere therapie behoeven, te weten:

A
  1. Arteriële trombose (e.g. MI, CVA), geeft witte trombi bestaande uit hoofdzakelijk trombo’s ⇥ Tx = TAR’s
  2. Veneuze trombose (e.g. DVT, LE), geeft rode trombi bestaande uit hoofdzakelijk ery’s + fibrine ⇥ VKA’s, Heparines, DOAC’s
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Dosering Ascal

A

1 dd 80 mg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Dosering Clopidogrel (plavix)

A

1 dd 75 mg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Dosering ticagleror

A

2 dd 90 mg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Dosering dipyridiamol

A

2 dd 200 mg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Eigenschappen Ascal

A
  • Remming door irreversibele binding aan COX in thrombocyt waardoor minder thromboxaan A2 vorming
  • Werkingsduur: 7-10 dagen (levensduur thrombocyt)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Indicatie Ascal

A

Primaire en secundaire preventie bij arterieel vaatlijden
- Secundaire preventie myocardinfarct
- Acuut coronair syndroom
- Angina pectoris
- Post CABG
- TIA of CVA (2e keus) (icm met dipyridamol)
- PAV (2e keus)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Eigenschappen clopidogrel

A
  • Irreversibele specifieke blokkade van ADP receptor waardoor activering van GP2b en 3a complex irreversibel wordt geremd
  • Werkingsduur 7-10 dagen (levensduur thrombocyt)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Indicatie clopidogrel

A
  • Na stentplaatsing (icm met ascal)
  • Acuut coronair syndroom
  • PAV
  • Na TIA of CVA
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Eigenschappen ticagleror

A
  • Reversibel en selectief blokkade van P2Y12 recceptor waarmee ADP gefaciliteerde blokkade wordt voorkomen
  • T1/2 7 uur en korte werkingsduur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Indicatie ticagleror

A

Acuut coronair syndroom (icm met Ascal) (duur 12 maanden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Eigenschappen dipyridamol

A
  • reversibele remming op thrombocyten aggregatie
  • T1/2 = 12 uur, werkingsduur is kort
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Indicatie dipyridamol

A
  • Secundaire preventie na TIA of niet invalidrend herseninfarct icm met ascal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Interactie van thrombocyten aggregatie remmers

A
  • Corticosteroïden
  • NSAID’s
  • SSRI’s
17
Q

Bijwerkingen thrombocyten aggregatieremmers

A

Bloeding:
- Electieve operaties: continueren wanneer verwachte bloedverlies klein en eventuele bloeding goed bereikbaar

  • Anders: 5 dagen voor ingrep staken (ascal en clopidogrel), of dipyridamol 1 dag) -> neurochirurgie, KNO gebied, lever en nier biopten
  • Acute situaties: desmopressine (adhesie thrombocyten) + thrombocyten transufusie (>40 min na ascal en >12 uur na clopidogrel)
18
Q

Werkingsmechanisme vitamine K antagonisten

A
  • Vitamine K afhankelijke stollingsfactoren: 2, 7, 9 en 10 (proteïne C en S)
  • Effect op synthese van nieuwe stollingsfactoren (duurt 2-3 dagen voordat het effect heeft) -> bridging met heparine
19
Q

Eigenschappen acenocoumarol

A

t1/2 = 8 uur en werking 36-48 uur (enkele dagen)

20
Q

Eigenschappen fenprocoumon

A

t1/2 = 160 uur en werking na 48-72 uur (enkele weken)

21
Q

Indicaties VKA

A
  • Atriumfibrilleren (CHADVASC >1)
  • Mechanische klepprothese
  • DVT / LE
22
Q

Bijwerkingen VKA

A

Bloeding
- Risicofactoren: therapie ontrouw, alcohol inname, koortsende ziekte

  • Koortsende ziekte: INR schiet door omdat enzymen die VKA afbreken verminderd werken en stollingsfactoren sneller worden afgebroken
  • Bij slechte intake: INR doorschieten door verminderde inname Vit k
  • bij alcohol gebruik: werking VKA versterken
23
Q

Interacties bij VKA

A
  • Risico op bloedingen en GE complicaties: NSAID’s, TAR, corticosteroïden
  • Cotrimoxazol: versterkt coumarine werking
  • Anti-epileptica en rifampicine: (cYP enzym inducers): dus verminderde werking VKA
24
Q

Bloeding bij VKA

A

Streefwaarde INR 2-3, bij actieve bloeding INR<1,7

  • Bij niet levensbedreigend: Couperen met vit.K 5 mg oraal (effect na 8 uur, 24-48 uur werkzaam)
  • Bij levensbedreigend: vit K + cofact (effect onmiddellijk)
25
Q

Medicatie beleid bij VKA bij ingrepen

A

Altijd stoppen, bridging met LMWH bij
- Atriumfibrilleren en CHADVasc >8
- recidiverende DVT/LE
- recent DVT <3 maanden
- mechanische klep
- reumatisch kleplijden
- biokunstklep <3 maanden geplaatst

26
Q

Werkingsmechanisme heparines

A

Directe remming van geactiveerde stollingsfactoren (thrombine en factor 10)

NB: alleen parenteraal

27
Q

Eigenschappen heparine

A
  • Heparine activeer anti thrombine waardoor secundaire neutralisering van de geactiveerde stollingsfactoren
  • Controle met aptt
28
Q

Eigenschappen LMWH

A
  • 2-3 hogere anti-10a activiteit maar een zwakkere anti-2a activiteit
  • voordelen: langere t1/2 + veel stabiele antistollende werking
  • renale eliminatie
29
Q

Indicaties LMWH

A
  • Thrombose profylaxe (ingreep >30 min = 2800IE, doorgemaakte thrombose = 5700 IE)
  • Starten of onderbreken VKA
30
Q

Bijwerkingen LMWH

A
  • Bloeding: corticosteroïden en NSAID (couperen met protamine 1 mg)
  • Heparine geinduceerde thrombopenie
31
Q

Interacties met LMWH

A
  • NSAID
  • Salicylaten
  • Vitamine K antagonisten
  • Corticosteroïden
32
Q

Werkingsmechanisme DOAC’s

A

Remmen direct selectief geactiveerde stollingsfactoren: 2a en 10a

Vanwege directe werking is bridging niet nodig.

Verminderd zicht op therapie trouw

33
Q

Eigenschappen dabigatran

A
  • Reversibele remming factor 2a
  • T1/2 12-14 uur
  • Renale klaring >50%)ig
34
Q

Eigenschappen rivaroxaban

A

t1/2 = 5-9 uur, bij ouderen 11-13 uur

35
Q

Eigenschappen edoxaban

A

t1/2 10-14 uur

36
Q

eigenschappen apixaban

A

t1/2 12 uur

37
Q

Indicaties DOAC’s

A
  • Non valvulaire atriumfibrilleren bij CHadvasc >1
  • DVT
  • longembolie
38
Q

Bijwerkingen DOAC’s

A

Bloeding (nierfunctie, CYP3A4)
- Dabigatran -> idaricuzimab
- Apixaban/rivaroxaban/edoxaban: cofact (andexanet alfa bij apixa en rivaroxaban)