Anamnese & onderzoek motoriek Flashcards
KNO algemeen
- KNO voor kinesitherapeuten
- symptomen objectiveren
- impact dagelijks funcitoneren bekijken
–> stoornisniveau & activiteiten niveau van ICF
- herevalutatie nadien - onderdelen
- begin van consult
- anamnese
- inspectie
- lichamelijk onderzoek
- opbouwen van personelijke relatie met patiënt en/of mantelzorg
begin van consult
- inleiding aan patiënt
- kennis maken met elkaar
- functie binnen organisatie uitleggen
- reden van consult & verder verloop uitleggen - eerste infromatie verzamelen
- administratieve gegevens
- hulpvraag - aandachtspunten
- praten kan moeilijk zijn door spraak, taal, cognitieve & gedragsstoornissen
- veel achtergrond infromatie bij KNO
–> medische voorgeschiedenis, beelvorming, andere onderzoeken
anamnese
- patiënten spoor
- welke beperkingen ervaren
–> binnen zelfde pathologie veel verschillen in beperkingen
- hoe omgaan met beperkingen = illnes beliefs
- oorzaak van aandoening
- verwachting van kine
- eigen rol binnen revalidatie - therapeuten spoor
- meer specifieke beperkingen op verschillende ICF niveaus
- ook persoonlijke & externe factoren - specifieke terminologie van patiënt
- non-verbale signalen: impulsief, ontremd, apathisch, altijd naar 1 kant kijken, hallucinaties, …
- ook opletten voor aspecten die patiënt verzwijgt vb: verslavende middelen & incontinentie
- vaak aanpassing van terminologie & tempo
- heteroanamnese = anamnese met parter of verzorger
lichamelijk onderzoek
- continu onderzoek
- wat patiënt kan & hoe deze beweegt
- zoveel mogelijk observeren ook wanneer niet bewust
- verschillende posities & transfermogelijkheden hier tussen
- functionele activiteiten vb: omkleden & drinekn - aandacht voor
- typische houdingen
- abnormale motorische patronen
- tonusverdeling
- symmetrie
- aangezicht
- manier van reagere, gedrag en planning
abnormale bewegingen
- onderzoek
- ongemerkt & spontaan
- in rust & uitvoeren van willekeurige bewegingen
- toenemen of afnemen bij stress of sluiten van ogen
- vb: armen voor zich/in lucht, knopen sluiten, pincetgreep, … - abnormale bewegingen
- synergieën
- dyskinesieën
- ataxie
- chorea = plotse snelle bewegingen
- athetose = continue trage bewegingen
- tremor
- fibrillaties
bewustzijn algemeen
- definitie
- reageren op prikkels van omgeving
- audtief, visueel & tactiel
- kijken naar helderheid van bewustzijn - grove graden van bewustzijn
- wakker
- somnolent = slaperig & te wekken door aanspreking
- sopor = diepe slaap maar nog te wekken
- coma - glasgow coma scale = EMV-score eye motor verbal
- evuatie van 3 aspecten
- actief openen ogen
- motorische reactie
- verbale reactie
- som van score op 15
Glasgow coma scale
- E = actief openen van ogen
- 4 = spontaan
- 3 = alleen na aanspreken
- 2 = alleen na pijnprikkel
- 1 = niet - M = motorische reactie
- 6 = opvolgen van opdrachten
- 5 = afwering van pijn
- 4 = terugtrekken van pijn
- 3 = flexie van arm op pijn
- 2 = extensie van arm op pijn
- 1 = geen reactie
–> pijn = pinch in trapezius - V = verbale reactie
- 5 = helder & georiënteerd
- 4 = verwarde conversatie maar volledige zinnen
- 3 = inadequate spraak = losse woorden
- 2 = enkel geluid geven
- 1 = geen geluid geven
LMNL
lower motor neuron leasie
- letsel
- vanaf motorische voorhoorncel
–> zenuw vanuit ruggenmerg/cauda equina
- tot neuromusculaire overgang - symptomen
- slappe verlamming = hypotonie
- hyporeflexie
- atrofie - voorbeeld = dropvoet
- UMNL wortelletsel = radiculopathie vb: discus hernia L4-L5
- LMNL perifeer zenuwletsel van n. fibularis = trauma of compressie
UMNL
upper motor neuron leasie
- letsel
- centrale motorische neuronen
- axon van tractur corticospinalis - symptomen = syndroom spasticiteit
- hypertonie
- hyperreflexie
–> buiten shockfase bij spinale & cerebrale letsels: hypotonie
- gestoorde bewegingspatronen - voorbeelden
- CVA = infarct of bloeding
- MS multiple sclerose
- dwarsleasie
- traumatisch hersenletsel
- CP cerebral palsy - acuut opsporen CVA
- persoon ineens verward
- test van Barré = beide armen voor zich: 1 arm zakt & gaat naar pronatie
- test van Mingazzini = beide knieën in flexie houden: 1 zakt
spiertonus
- definitie
- graad van weerstand
- bij passief bewegen van extremiteiten
- patiënt moet bij onderzoek ontspannen zijn - normale tonus
- weinig of geen weerstand
- patiënt volgt automatisch & vloeiend mee - hypertonie
- spasticiteit
- rigiditeit - hypotonie
- vooral bij LMNL
- acute van UMNL = spinale & cerebrale shockfase
- abnormale vermindering van spanning
- geen meebeweging van patiënt = slap & zwaar lidmaat
spasticiteit
- definitie
- letsel van corticospinale baan = UMNL
- snelheidsafhankelijke weerstand bij passieve beweging
- door verhoogde rekreflex of hyperreflexie - syndroom
- vooral in flexoren van BL & extensoren OL
–> anti-zwaartekracht spieren
- spasmen = onvrijwillige aanhoudende spiercontracties
- clonus = onvrijwillige ritmische contracties door verhoogde rekreflex = cyclus
- knipmesfenomeen
test van spasticiteit
- test
- eerst langzame beweging = test voor normale & pijnvrije ROM
- snelle beweging = rekreflex testen
–> deze weerstand voor test
- vermindering van spacticiteit na meerdere herhalingen
- verschillende spieren van distaal naar proximaal testen
- voorspelling aangedane spieren afh van pathologie = uni of bilaterale test = spieren vermelden
- vermelden van te testen spieren - OL
- enkel = enkel PF
–> met en zonder rol!
- knie = flexie & extensie
- heup = flexie, extensie (enige in zijlig), ad & abductie - BL
- vingers & pols = flexoren & extensoren
- elleboog = flexie, extensie, supinatie & pronatie
- schouder = ad-, abductie & endorotatie
mAS
modified Ashworth Scale
0 = geen tonus toename
1
- lichte toename in spiertonus
- plotse weerstand gevolg door ontspanning of minimale weerstand
1+
- licht verhoogde weerstand
- plotse weerstand gevolgd door licht verhoogde weerstand
- over maximaal 50% van de baan
2
- matig verhoogde spiertonus
- beweging is makkelijk uitvoerbaar
3
- ernstig verhoogde spiertonus
- moeilijke passieve beweging
4
- passief bewegen in vrijwel onmogelijk
- gefixeerde stand in flexie of extensie
rigiditeit
- hypertonie
- extrapiramidaal letsel
- verhoogde weerstand over volledige baan
–> zowel agonisten als antagonisten & axiale spieren
- passieve beweging - types
- lodenbuis = gelijkmatig verhoogd
- tandrad = korte & schokkende wisselingen - MDS-UPDRS-schaal
- rotatie test
- axiale rigiditeit
- patiënt ontspannen
- schouders roteren
- kijken naar bewegen van armen
MDS-UPDRS-schaal
movement disorder society unified parkinon’s disease rating scale
0 = afwezig
1 = onbeduidend of enkel aanwezig indien geactiveerd door activatiemanoeuvre
2 = waarneembaar zonder activatiemanoeuvre & volledige ROM gemakkelijk te bereiken
3 = uitgesproken zonder activatiemanoeuvre & volledige ROM moeilijk te bereiken
4 = ernstig zonder activatiemanoeuvre & geen volledige rom
aandachtspunten
- test van nek, BL & OL
- beide zijden vergelijken
- onvoorspelbare passieve beweging uitvoeren met rek van spier = geen anticipatie
- als niet voelbaar = activatiemanoeuvre
–> andere opdracht waardoor patiënt niet bewust kan ontspannen
te testen bewegingen voor hypertonie
- algemeen
- 1 keer zonder & 1 keer met afleidende bewegingen
- aanmoediging van beweging = alle aandacht van patient op activatie manoevre
- kan allemaal in zit - axiaal
- axiale rotatie test
- nek bewegingen - BL
- schouder
- elleboog
- kunnen gelijktijdig getest worden - OL
- heup
- knie
- kunnen gelijktijdig getest worden
spierkracht
- algemeen
- parese = krachtsvermindering
- paralyse = totale verlamming
- hemiplegie, quadriplegie, diplegie of paraplegie
- MRC bij LMNL - MRC-schaal = manual muscule testing
- 0 = geen contractie & geen beweging
- 1 = contractie voelbaar/zichtbaar maar geen beweging
- 1+ = minder dan 1/2 beweging mogelijk als de zwaartekracht is uitgeschakeld
- 2- = meer dan 1/2 beweging mogelijk als de zwaartekracht is uitgeschakeld
- 2 = volledige beweging als de zwaartekracht is uitgeschakeld
- 2+ = minder dan 1/2 beweging mogelijk tegen de zwaartekracht
- 3- meer dan 1/2 beweging mogelijk tegen de zwaartekracht
- 3 = antizwaartekracht beweging
- 3+ = heel lage weerstand
- 4 = de beweging kan uitgevoerd worden tegen enige weerstand van de therapeut
- 5 = de beweging kan uitgevoerd worden tegen de maximale weerstand van de therapeut
krachtmeting bij UMNL
- manuele spierrkracht testen
- niet nuttig
- vooral bij tonus probleem
- motor units worden op inadequate manier gebruikt
–> timing & sequentie abnormaal - andere evalutatie
- observatie tijden taken
- transfer zit-stand
- bedmobiliteit
- reiken/grijpen
- stappen
testen van acute hemiparese
= bij CVA & UMNL
- test van Barré = BL
- in zit met beide armen voor zich in supinatie
- ogen toe
- positief indien 1 kant zakken & pronatie
- contralateraal van letsel - test van Mingazzini = OL
- in ruglig met benen in 90°90° positie
- positief indien 1 kant zakken
spinale reflexen
- verlengen van pees
- uitrekking van spierspoeltjes
- sensorische banen
- ruggenmerg
- schakeling naar interneuron
- schakeling naar motorische zenuw
- effecten
- contractie agonist
- relaxatie antagonist
normaal bewegen
- uitrekking van spierspoeltjes
- inhibitie door corticospinale baan
UMN laesie
- inhibitie van corticospinale baan valt weg
- hyperreflexie vb: clonus
- cerebrale/spinale shockfase = areflexie
LMN laesie
- letsel in reflexboog
- hypo/areflexie
testen van reflexen
- uitvoering
- algemene relaxatie
- stretch door uitgangshouding of manuele voorspanning
- op peesaanhechting met reflexhamer
- reflex is onuitputbaar
- als moeilijk = hoesten of jandrassik maneuver
- links rechts vergelijken - score
- 0 = afwezig
- 1 = zwak
- 2 = duidelijk
- 3 = sterk
- 4 = zeer levendig
te testen reflexen
- achillespees
- segmentaal S1-2
- perifeer = n. tibialis - kniepees
- L3-4
- n. femoralis - vingerflexoren
- C8
- n. medianus & ulnaris - triceps
- C7
- n. radialis - radialis
- C5-6
- n. radialis & musculocutaneus - biceps
- C5
- n. musculocutaneus