A&O lec9 Flashcards

1
Q

power

A

assymetrische controle over waardevolle resources

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

welke soorten power zijn er?

A

high power en low power

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

high power

A

controleert waardevolle resources

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

low power

A

is afhankelijk van anderen voor waardevolle resources

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Approach-Inhibition theory of power

A

Verhoogde power (die verband houdt met beloningen en vrijheid) activeert approach-gerelateerde neigingen, terwijl lage power (die verband houdt met verhoogde bedreiging, straf en sociale beperkingen) inhibition-gerelateerde neigingen activeert
- een low power individual: vele constraints, not free –> hangt af van anderen voor iets wat diegene wilt –> meer bewust voor bedreigingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

uit welke 2 dingen bestaat leadership?

A

Risk taking en power sharing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

beschrijf resultaten uit deze experimentele studie: hoe graag zou je het doen zonder bescherming met iemand die je net hebt ontmoet in de bar?

A

Mensen met high power positie zeggen eerder ja; zullen eerder risico nemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoe is power geassocieerd met risk taking?

A

power is POSITIEF geassocieerd met risk taking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

waarom willen leiders hun power niet delen?

A

ze maken zich zorgen dat door het delen van power zij zelf minder power hebben en hun eigen positie in gevaar brengt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

welke resultaten had deze hypothese: leiders in een instabiele power positie zijn minder geneigd om hun power te delen

A

Mensen met onstabiele macht: lage neiging (3.3)
Mensen met stabiele macht (en controlegroep): hoge neiging (3.8)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

waar focus je meer op als je macht onstabiel is?

A

op bedreigingen en beperkingen; werknemers kunnen worden gezien als bedreiging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe graag willen leiders hun macht delen en hoeveel zij hun werknemers wantrouwen?

A

Als je macht unstable is, vertrouw je je employees minder, omdat je denkt dat ze misschien de macht van je af gaan pakken –> je bent minder geneigd de macht te delen
GEMEDIEERD door WANTROUWEN

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat hebben powerholders te neiging om te doen?

A
  1. Anderen neerhalen (kleineren, geen empathie, gebruiken, dehumanization)
  2. Zichzelf verbeteren (self-interested, entitlement, morele hypocrisie (meer strikt normen, meestal voor anderen))
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

macht als kans

A

gebruik maken van resources en kansen die de macht levers; making things happen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

macht als verantwoordelijkheid

A

rekening houden met anderen hun perspectief en interesses; taking care of things

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat modereert de relatie tussen macht en advise taking?

A

verantwoordelijkheid

17
Q

waar hangen negatieve consequenties van macht geven van af?

A

relatie orientatie, morele identieit, testosteron

18
Q

relatie orientatie beinvloedt consequenties van macht:

A

exchange relatie: focussen op wat je kan krijgen
communal relatie: focussen op wat de needs en wants zijn van de ander

18
Q

morele identiteit beinvloedt consequenties van macht:

A

Mensen die moraliteit belangrijk vinden –> geef ze macht en ze worden meer moreel verantwoord
Mensen die het niet boeit –> geef ze macht en ze laten meer onethische gedragingen zien

19
Q

testosteron beinvloedt consequenties van macht:

A

macht corrumpeert meer voor mensen die veel schommelingen hebben in testosteron door de dag heen

20
Q

accountability (verantwoording)

A

verwachting dat iemand kan worden geroepen om je overtuigingen, gevoelens en handelingen te rechtvaardigen tegenover anderen

21
Q

wat kan je met accountability doen?

A

Powerhodlers kan je verantwoordelijk houden –> dit beperkt hun vrije wil (kan zorgen voor minder corruptie)